In Nederland hoor je wel eens geluiden dat de (Nederlandse) Code Corporate Governance eigenlijk zinloos is. Wat zit daar achter? De Nederlandse code heeft een ander werkingsgebied dan die van Curaçao, St. Maarten en Aruba. In Nederland geldt de code uitsluitend voor beursgenoteerde ondernemingen (dat zijn er daar circa 150). In de Dutch Caribbean geldt de code uitsluitend voor overheidsgelieerde entiteiten (over de gehele Dutch Caribbean gemeten zijn dat er naar schatting 300). In Nederland wordt de code ondanks het beperkte toepassingsbereik toch door vrijwel het gehele grotere bedrijfsleven gehanteerd. In feite is sprake van volledige werking. Waarom vinden sommigen de code in Nederland dan toch zinloos?
Dat komt omdat beursgenoteerde ondernemingen vaak internationale ondernemingen zijn. Deze zijn meestal aan veel meer codes corporate governance gebonden dan alleen de Nederlandse. De Nederlandse code hecht veel waarde aan continuïteit van de onderneming en aan een evenwichtige afweging van de belangen van alle stakeholders. Anglo-Amerikaanse wetgeving en codes kennen groter belang toe aan aandeelhouderswaarde. Dat kan soms ten koste gaan van werkgelegenheid, duurzaamheid en corporate citizenship. Dat zijn zaken die juist in de Nederlandse code van eminent belang zijn. Buitenlandse ondernemingen die (ook) aan de Nederlandse beurs genoteerd zijn, kunnen door fusies, overnames en dergelijke als het ware ‘shoppen’ tussen toepasselijke codes. Als een Nederlandse beursgenoteerde onderneming in zijn jaarverslag de nadruk legt op duurzaamheid en continuïteit van de onderneming, dan kan dat na een overname het volgende jaar zo maar anders zijn. Dan gaat het in hetzelfde bedrijf alleen nog maar om het vergroten van de aandeelhouderswaarde. Ook al is dit het geval, volgens mij vermindert dat het nut van de Nederlandse code niet. Immers, juist de hoge mate waarin ook andere ondernemingen in Nederland de code - nota bene onverplicht - volgen, laat zien dat de in de code opgenomen beginselen in de samenleving als juist en noodzakelijk worden ervaren.
Je ziet het nuttig effect van een code overigens ook bij ons in de Dutch Caribbean, ondanks dat deze, behalve in de financiële sector, verder nauwelijks in het Curaçaose bedrijfsleven wordt toegepast. Er is bij ons een ander effect. Op Curaçao en St. Maarten is er na een regeringswisseling bij overheidsgelieerde entiteiten sinds enkele jaren aanzienlijk minder chaos in de Raden van Commissarissen dan in Aruba. Dat komt omdat een collectief ontslag van de Raad van Commissarissen, alleen maar omdat die een bepaalde politieke kleur zou hebben, niet meer mogelijk is. Voor elk voorgenomen ontslag is op grond van de Landsverordening Corporate Govenance voorafgaand advies nodig van de Adviseur Corporate Governance. Aruba kent dat systeem niet. Aruba heeft ook geen goed werkende Code Corporate Governance. Op Aruba worden simpelweg alle commissarissen naar huis gestuurd zodra er een andere regering is gevormd. Je moet dan naar de rechter om dat proberen te voorkomen. Gelukkig hoeft dat in de andere landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk niet meer. Het systeem waarbij iedereen telkens bij een regeringswisseling naar huis wordt gestuurd, is voor de continuïteit van de onderneming namelijk funest. Het positieve effect van de Governance wetgeving is dus ook bij ons, althans op Curaçao en St. Maarten, wel degelijk te zien. Eindoordeel: nuttig!
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.