Door Gijs van den Heuvel
Ambtenaren worden in principe voor onbepaalde tijd aangesteld. Dit in tegenstelling tot ministers en Statenleden. Die zijn afhankelijk van verkiezingsuitslagen. Je wordt gekozen in het parlement als je voldoende stemmen haalt, de kiesdeler. Of als je op een kandidatenlijst staat van een populaire partij, of misschien beter gezegd partijleider. Dan lift je mee op het succes en krijg je als nummer twee tot en met zoveel een Statenzetel als het ware in de schoot geworpen. Toch wordt de zetel die je krijgt jouw ‘eigendom’. Je mag hem houden als je later vindt dat je je toch niet zo thuis voelt bij die partij. Zie de onafhankelijke Statenleden die we hebben.
Na die verkiezingen wordt er meestal een coalitie gevormd en als jouw partij daarbij hoort, maak je kans op een ministerschap, al worden die vaak buiten de kandidatenlijst gezocht.
Ben je eenmaal zover, dan zit je op het pluche zoals dat heet. En dat schijnt heel lekker te zitten, want veel politici hechten daar zeer veel waarde aan en verloochenen verkiezingsbeloftes of zelfs principes om maar te kunnen blijven zitten. Ze maken zich er niet populair door, politici worden volgens elk onderzoek totaal niet vertrouwd. En toch gaan we met zijn allen straks weer naar de stembus. Ten minste, de opkomst is toch eigenlijk altijd wel boven de 50 procent. Hoe zou dat komen? Net zoals journalisten erg laag staan op de lijst van mensen die we vertrouwen, maar dat we toch elke dag weer de krant lezen en naar de radio en tv luisteren en kijken. Er is toch behoefte aan nieuws en kennelijk ook aan een volksvertegenwoordiging.
Het lijkt nu misschien alsof dit een pleidooi wordt voor een nieuw systeem. Bijvoorbeeld vanwege de zogenoemde zetelroof of het falende coalitiesysteem. Maar nee, en het gaat ook niet over de verkiezingen, daarvoor hebben we nog een paar maanden de tijd.
Er zit me iets anders dwars. In sommige landen, zoals de VS en Frankrijk, is er een presidentieel systeem. De gekozen president kiest zelf zijn kabinet en neemt zijn eigen topambtenaren mee. Als je daar ambtenaar bent, ben je - zeker aan de top - een verlengstuk van de president en zijn regering. Je vertrekt ook weer als de president aftreedt. In de VS gaat dat heel ver. Zelfs de inrichting van het Witte Huis, zoals de tapijten en meubels in The Oval Office, vertrekken samen met de president. Zoek het maar eens op: er bestaan zelfs ranglijsten met mooiste en lelijkste inrichtingen van de belangrijkste kamer van het Witte Huis. President Reagan scoort hoog en Carter had een lelijk tapijt, blijkt dan.
Goed, terug naar de ambtenaren. Bij ons hebben ambtenaren gewoon een baan, onafhankelijk van wie er regeert en onafhankelijk van hun politieke kleur. Ook in de top en al helemaal de directies van overheids-nv’s, want die staan los van de regering. Maar daar zit iets mis.
Binnenkort verschijnt het rapport van de zogenoemde civiele enquête naar de overheids-nv’s in de energieketen: Aqualectra, Curoil en RdK. Dan zal blijken hoe het er echt aan toe gaat. Of ging. Dat was in de tijd van kabinet-Schotte, waarover al veel slechte dingen naar buiten zijn gekomen. In die tijd werden ambtenaren en nv-directies opzijgeschoven om politieke vriendjes te benoemen. Rechter Hans Willems zal daar later deze maand veel wijze en goed afgewogen woorden over het management bij deze bedrijven zeggen. Het zal moeten blijken of hij het zal hebben over mensen opzijschuiven, maar daar kwam het in Jip-en-Janneketaal wel op neer.
Het bekendste voorbeeld van politiek gemarchandeer is Edsel Gumbs. Het hoofd van de Veiligheidsdienst moest wijken om te voorkomen dat de kabinetsleden van kabinet-Schotte behoorlijk zouden worden gescreend. Daar zijn intussen al rapporten over verschenen en rechtszaken gevoerd die dit ondubbelzinnig aantonen.
Schotte is weg, althans uit de regering, en dus is alles weer goed. Maar niets is minder waar. Onlangs werd Raoul Henriquez, de secretaris van de Raad van Ministers, net zo gemakkelijk opzijgeschoven omdat hij uit de gratie viel bij op zijn minst een deel van het kabinet. Ook hij won de rechtszaak en ook hem werd, geheel volgens het Schotte-scenario met Gumbs, daarna wegens een nieuw verzonnen reden alsnog de toegang geweigerd. Ook in deze coalitie kan dat blijkbaar. PAIS en PAR, grote criticasters van Schotte en voorvechters van transparantie en rechtvaardigheid, hoor ik er niet over. Net zoals ze geen voet bij stuk hielden over de Gevolmachtigde minister, de kennelijk almachtige Marvelyne Wiels.
Dit zijn de bekendste gevallen, maar we zijn er intussen alweer een heleboel vergeten of weten er niet eens van. Secretarissen-generaal die op non-actief zijn gezet en nog steeds thuis zitten, andere topambtenaren die bij een minister uit de gratie zijn geraakt en thuis zitten of ergens in een hoekje op kantoor zitten te hopen op een volgende minister die er anders over denkt.
Natuurlijk, er zijn ook gevallen van terecht ontslagen ambtenaren. Maar veel topambtenaren zijn afhankelijk van de politieke wind. En dat past niet bij ons systeem. Of we moeten dat systeem veranderen. Ik ben geen voorstander van voorstellen als reforma van MFK of een vriendelijke dictator van enkele juristen, zoals die de laatste jaren voorbij zijn gekomen.
Laten we het maar bij ons systeem houden zonder hele of halve dictators, maar dan moet het spel wel eerlijk gespeeld worden. Anders vertrouwt niemand nog een politicus, durft niemand meer ambtenaar te worden en wordt het steeds stiller bij de stembus.
Deze bijdrage van AD-redacteur Gijs van den Heuvel werd zaterdag 4 juni als column uitgezonden in het programma Wat een week! op Paradise FM.