Terwijl men op Curaçao in de startblokken staat om een delegatie van het Venezolaanse Staatsoliebedrijf PdVSA ‘met alle égards’ te ontvangen, in de hoop dat deze delegatie een vaag ‘Memorandum of Understanding’ ondertekent, kan het voor een beter begrip geen kwaad om onze blik op de situatie van PdVSA in de wereld en in Venezuela enigszins te verruimen.
Om maar meteen met het minder goede nieuws in huis te vallen: PdVSA werd in 2013 door PLATTS (de Global Energy Company Rankings) niet meer opgenomen in de eervolle top 250 van oliemaatschappijen in de wereld.
Waarom niet?
PdVSA is de melkkoe van de Venezolaanse regering die voor haar inkomsten bijna 100 procent afhankelijk is van de export van olie.
Er worden miljarden dollars door de regering <I>illegaal<I> afgeroomd van de verdiensten van het genationaliseerde oliebedrijf. Die miljarden staan niet vermeld in de Venezolaanse rijksbegroting (daarom zijn ze illegaal) en worden onder andere gebruikt om vriendjespolitiek, cliëntelisme (politieke klantenbinding) en corruptie in stand te houden.
Door deze praktijken is PdVSA in grote financiële moeilijkheden geraakt en, in plaats dat de oliemaatschappij geld naar de Banco Central (Centrale Bank) overmaakt, schiet de Centrale Bank PdVSA te hulp en laat, bij gebrek aan deviezen, de geldpers onbekommerd draaien. Het gevolg hiervan is een gigantische inflatie.
Curaçao moet zich ervan bewust zijn dat PdVSA er in deze omstandigheden weinig of niets voor zal voelen om in de raffinaderij op het eiland te investeren. De maatschappij heeft ook geen geld om fatsoenlijk onderhoud aan de raffinaderij te bekostigen waardoor er onveiligheid en een lagere productiviteit ontstaan. Om nog maar te zwijgen over de uitstoot van giftige stoffen waarvan de Curaçaose bewoners die op de ‘verkeerde’ plek wonen de dupe zijn. Men schat het aantal Curaçaose doden ten gevolge hiervan op negen per jaar.
De Venezolaanse olie voor China en de bevriende landen van Petrocaribe (leden: Antigua en Barbuda, de Bahama’s, Belize, Cuba, Dominica, Grenada, Guatemala, Guyana, Haïti, Honduras, Jamaica, Nicaragua, de Dominicaanse Republiek, San Cristóbal en Nieves, San Vicente en Las Granadinas, Saint Lucia, Suriname en Venezuela zelf) is spotgoedkoop. Niettemin is er geen garantie dat die landen hun geldelijke verplichtingen jegens PdVSA nakomen.
De Venezolaanse gasproductie is drastisch verminderd, wat onder andere te maken heeft met het ontslag in 2003 van 18.000 arbeiders en leidinggevenden die in dienst waren van PdVSA. Venezuela moet gas uit Colombia importeren.
Omdat de benzine (die wordt geïmporteerd uit de Verenigde Staten) spotgoedkoop is voor de Venezolaanse automobilist (één cent per liter), kan deze dus bijna gratis tanken. Benzine wordt daarom ook als smokkelwaar voor veel geld aan naburige landen verkocht en genereert geen inkomsten voor de regering. Deze is huiverig om de benzine te gaan belasten omdat dit te veel stemmen zou gaan kosten. Maar vanwege die idioot goedkope benzine loopt de Venezolaanse regering zo’n 12 miljard dollar per jaar mis.
Orlando Ochoa, professor in de Economische wetenschappen aan de Universidad de los Andes heeft berekend dat Venezuela met inbegrip van de schuld van PdVSA (meer dan 150 miljard dollar) een totale schuld heeft van meer dan 230 miljard dollar.
De ontwrichtende bolívar
De Venezolaanse regering voert sinds 2003 een strenge ‘controle’ uit op de wisselkoers van de bolívar en de voorraad deviezen (dollars, euro’s etc.).
De officiële koers van de bolívar is (ongeveer) 6 bolívar voor een dollar, maar op de vrije markt krijg je wel 60-80 bolívar voor een dollar. Deze onevenwichtigheid is een bron van speculatie, corruptie en zelfverrijking van de kringen die dichtbij de regering staan.
Hoe werkt dit?
Om producten in te voeren heb je toestemming nodig van de regering om het voor de invoer van producten benodigde aantal dollars op te nemen. Wat gebeurt er nu?
‘Importeurs’ vragen toestemming om een grote hoeveelheid dollars bij de bank te kopen voor de invoer van een grote hoeveelheid producten. De Venezolaanse bank berekent de aanvrager 6 bolívar per dollar. Goedkoop voor de aanvrager. De truc is vervolgens om bijvoorbeeld maar de helft van de opgegeven hoeveelheid producten in te voeren. De ‘importeurs’ houden dus de helft van de gekochte dollars over die ze weer op de vrije markt verkopen voor een veelvoud van het bedrag waarvoor ze de dollars hebben gekocht. Zo worden ze vanzelf rijk.
Het is inmiddels duidelijk hoe het komt dat Venezuela vermeld staat als een van de meest corrupte landen van de wereld. Een land waarmee veel beleggers niets te maken wil hebben.
Venezuela staat nummer 160 op de ranglijst (die loopt van 1-175) van corrupte landen. Het land is nog corrupter dan Zimbabwe, Burundi, Paraguay en Oekraïne (Transparency International, 2013).
La Princesa PdVSA, die bijna alle inkomsten van Venezuela genereert, heeft geen kleren aan.
Het is te hopen dat Curaçao (dat medio 2013 nog een A-rating en genereuze beoordeling kreeg van Standard & Poor’s) snel een andere investeerder vindt. In het licht van onderstaande aantekening van Standard & Poor’s zou het van wijsheid getuigen om binnen het Koninkrijk der Nederlanden te blijven, indien nodig met acceptatie van de door sommigen verfoeide Consensus Rijkswetten: ,,Standard & Poor's ratings on Curaçao are supported by its stable democratic parliamentary system and rule of law within the Kingdom of the Netherlands, its prosperous economy, high level of social development, and strong government balance sheet.” (New York, June 14, 2013, Standing and Poor’s Ratings Services).
Fred de Haas,
Nederland