Curaçao is als het bootje waar uit angst voor omslaan niemand aan boord van plek veranderd. Tornen aan de status-quo mag hier niet, openbare kritiek bedreigt het labiele evenwicht en is daarom ongewenst. Toeval of niet, in het begin van dit jonge jaar werden zowel door de gouverneur (‘Het aandurven van kritiek is een teken van kracht’) als in het Lustrum Magazine van de 35-jarige UoC (‘Wij gaan meer aan debat doet’) het ontbreken van maatschappelijke kritiek geconstateerd. De universiteit noemt als expliciet voorbeeld het HNO. Met nota bene een Afdeling Bouwkunde in huis, werd aan deze onverkwikkelijke geld- en tijdverslindende geschiedenis tot nu toe geen woord vuil gemaakt, tenslotte is docent ir. Lyongo Juliana als ‘lokaal architect’ betrokken bij dit drama. Maar als het nergens gebeurt, hoort een universiteit als intellectuele vrijplaats in te grijpen. In een vorige brief merkte ik op dat ook SAIA, beroepsverenigingen van architecten, de kaken stijf op elkaar houdt. Boter op hun hoofd, ook daar energie noch lef om de zaak aan de kaak te stellen. Wel met open ogen blindemannetje spelend, toekijkend hoe een aannemer de overheid voor het blok zet en ons allen dupeert. Zonder kritiek staat cultuur stil en teert op verleden. Precies wat hier gaande is. Onlangs is een symbolisch begin gemaakt met de bouw van HNO op een te klein en orkaanonveilig gebied. Ter compensatie werd er snel een parkeergarage onder gefrommeld. Een kostbaar onderdeel dat in vorige plannen bewust ontbrak. Wie beslist hier eigenlijk? Een deskundige opdrachtgever belast met het bouwprogramma is in geen velden of wegen te bekennen. Ongehoord en ronduit beledigend voor onze medische wereld. Ingeschakelde Nederlandse architecten en adviseurs kopiëren op afstand gemakshalve hun bekende, wellicht versleten Nederlandse ervaringen. Hier zien specialisten het nog niet zitten, er is geen geld, bouwtekeningen zijn niet gereed, dus voorlopig geen bouwvergunning. Wie is hier in staat het ontwerp te beoordelen? Helemaal niemand. Ballast Nedam, onlangs in de Nederlandse pers (NRC 31 dec. 2013) afgeschilderd als niet bonafide aannemer, heeft vrij spel en beweert dat het geval eind 2016 af is. Vanaf start bouw rond Pasen zijn er nog 32 maanden te gaan, een fantastisch vooruitzicht. Deze aannemer blijft ook gedurende deze de rit heer en meester in het manipuleren van bouwtijden en bouwsommen.
Een proef op de som: het bouwbudget is 245 miljoen gulden. Omdat gemaakte en nog te maken extra kosten zijn inbegrepen, is de blote bouwsom 200 miljoen, uitgesplitst in 120 voor materiaal en materieel, 80 voor arbeid. Met een gemiddeld bruto maandloon van 2.500 gulden, ontstaan 32.000 arbeidsmaanden, dat wil zeggen werk voor gelijktijdig gemiddeld duizend bouwvakkers gedurende 32 maanden. Bij een traditioneel bouwproces zoals dit, godsonmogelijk. Dit is geen lopende band en Chinese slaven worden niet aangesleept. Met maximaal vijfhonderd bouwvakkers, wat nog steeds erg veel is, verdubbelt de bouwtijd. Blijken installaties en inrichting niet inbegrepen, nog niet duidelijk gemaakt, dan komen er twee jaar en miljoenen kosten bij. De eerste patiënt staat niet voor 2020 op de stoep. Mocht het anders zijn, dan horen wij dat graag van de aannemer, of we merken het vanzelf.
Carlos Weeber,
Curaçao