De discussie over ‘de verdachte politicus onschuldig?’ heeft een hoog theoretisch gehalte. De vraag is of iemand die zich bezondigt aan daden die voor elk redelijk denkend mens als ongepast, onjuist en ingaand tegen het rechtsgevoel pas schuldig is, indien hij door het gerecht schuldig wordt verklaard. En dat diezelfde persoon door redelijk denkende personen als onschuldig moet worden beschouwd, omdat het bewijs voor veroordeling voor de door hen gepleegde en algemeen bekende zijnde wandaden niet rond te krijgen is.
Deze beperking geldt naar mijn mening slechts voor conflicten met een hoog juridisch gehalte, waar men het inderdaad uitsluitend aan de rechter moet overlaten te besluiten. In die gevallen is het oordeel van het gerecht bepalend om te kunnen besluiten tussen schuldig en niet schuldig.
Men hoeft echter geen rechter te zijn noch kenner van de theoretische logica om een algemeen oordeel te hebben over goede en foute daden en besluiten.
Al Capone, van wie algemeen bekend was dat hij tientallen moorden op zijn geweten had, is nimmer vanwege die moorden veroordeeld, omdat het bewijs niet rond te krijgen was. De betrokkene is uiteindelijk vanwege belastingfraude in het gevang overleden. Dat is voor mij geen reden om Al Capone niet als een moordenaar te beschouwen.
Is de atrakador, die vanwege een vormfout niet kan worden veroordeeld, onschuldig?
Is de meineed plegende rechter in de Chipsholzaak onschuldig, omdat het overtuigend bewijs niet geleverd kon worden vanwege het zich terugtrekken van een getuige?
Ook de omgekeerde problematiek doet zich voor. In de Spelonkzaak in Bonaire en de Puttense moodzaak leefde in brede kring ernstige twijfel aan de juistheid van de veroordelingen. In beide zaken blijkt thans van een rechterlijke dwaling sprake te zijn. De in dit kader retorische vraag: waren de toentertijd verdachten schuldig?
De discussie moet overigens niet alleen gaan over het al dan niet schuldig zijn van de niet door een rechter veroordeelde verdachte politicus, maar over het al dan niet schuldig zijn van elke ambtsdrager, die besluiten neemt die indruisen tegen de van hem/haar verwachte integriteit.
Voor mij is een rechter, die een belangrijk onderzoek naar corruptie frustreert door aan dat onderzoek een zodanig tijdslimiet te verbinden dat het onderzoek daardoor niet met enig succes kan worden afgerond, ronduit verdacht. Het feit dat het gewraakte besluit (nog) niet leidt tot een strafrechtelijk onderzoek, maakt de betrokkene die verantwoordelijk is voor een dergelijk betwistbaar besluit niet minder verdacht. Maar toegegeven, het gaat te ver om hem nu al schuldig te verklaren want je weet niet of er niet alsnog een op juridische spitsvondigheid gebaseerde, maar tegen het rechtsgevoel ingaande justificatie uit de hoed getoverd zal worden.
JM Eustatia,
Curaçao