Koloniale erfenissen zijn soms als een blok aan het been. Erover praten is moeilijk, oplossen ook en ermee leren leven lijkt welhaast onmogelijk.
Het Oostpuntterrein is zo’n erfenis. De ‘erven’ Maal kunnen zich (als het zo is) met recht de grootste particuliere grootgrondbezitter van het eiland noemen. Mooi, tot zover de historie. De tijden van weleer zijn voorbij en de koloniale wetgeving is grotendeels vervangen door fatsoenlijke moderne wetgeving. Ook mensen als Maal weten dat en dienen zich daaraan te houden en hebben niet zonder meer het recht her en der terreinen te bebouwen.

Het geduld van Maal is kennelijk op. Ook mooi. Dat van mij nog niet, maar wordt wel op de proef gesteld. Sinds de jaren tachtig wordt er al geprobeerd Oostpunt te gaan ‘ontwikkelen’ zoals dat heet. Een uniek Caribisch natuurgebied met aangrenzende koraalriffen; let wel, één van de beste riffen ter wereld. Ontwikkelen betekent hier er duizenden huizen neerzetten (nee, niet voor de wachtenden van FKP), 3 golfcourses (met welk water?), 8 hotels (met welk gekwalificeerd personeel? Importeren van Mars en de 80-20 omzetten in 20-80?), 2 marina’s (op het koraalrif?), een windfarm (voor de airco’s), 55 km wegen enzovoort. Het landschap wordt dan voorzien van beton, auto’s en asfalt, gedecoreerd met horizonvervuiling van huizen en gebouwen enzovoort, het rif en de bijbehorende vissen geminimaliseerd en de rust passé; daar zorgen de auto’s, quads en waterscooters wel voor. À propos beschikbaar personeel: ook recentelijk is dit weer duidelijk verwoord in een rapport (‘Strategies for sustainable long term economic development, March 2013’): ,,There are reported shortages of appropriately skilled labour in most levels of the tourism sector. The training institutions are not resourced and oriented to produce the required number of skilled workers. As a result in some positions manpower is recruited from overseas.”

Het ontwikkelen van Oostpunt zal voor ‘economisch gewin en het verbeteren van de werkgelegenheid’ zijn. Welnee, laten we ons niet langer voor de gek laten houden, enough is enough. Het gaat hier om klassiek persoonlijk financieel gewin op de vrij korte termijn; lees: het verhogen van de hoeveelheden vaste en vlottende activa van enige ondernemers. En of ze nou Maal, Castle, Van Vlijmen, Baerdemaeker, Parker of Assendelft van Wijck heten, deze mensen hebben het heel goed voor met zichzelf (prima, houden zo) edoch niet met het eiland, en dat is niet prima en evenmin acceptabel. Eenieder die Curaçao lief heeft kan daar niet mee akkoord gaan.
Het bouwen en voorzien van asfalt en beton lukt doorgaans wel (zie het Sambil witwas(?)project, het vordert gestaag...), mits er natuurlijk wel een naïeve of twijfelachtige kredietverschaffer wordt gevonden. Wat er daarna komt is een commercieel debacle, zich vertalend in een financieel verlies en uiteindelijk leidend tot een economisch kerkhof. Wat rest is een zoveelste les die we alweer met moeite willen leren en accepteren.

Kennelijk is het dan ook behoorlijk moeilijk van de ervaringen van anderen en van de geschiedenis te leren. Willen we weer een Parker-debacle (Bonaire) of gaan we nu weer voor de zoveelste keer een luchtkastelenproject serieus nemen (à la bijvoorbeeld dhr. Castle, ironie o ironie). Of ons eiland verkopen aan zonderlinge querulanten en semi-oplichters die zichzelf hebben getransformeerd tot parttime ‘ontwikkelaars’ en ons met quasi-economisch en filantropisch taalgebruik willen doen laten geloven dat het hun te doen is om ‘economische ontwikkeling en werkgelegenheid’ Alsof we hier nog communiceren met rookwolken en schrikken van spiegeltjes. Of ‘gewoon’ zoals op Sint Maarten het eiland easy and steady volbouwen met hotels, appartementen, condominiums en time-shares, het flink asfalteren en iedereen, inclusief toeristen, in auto’s, motoren en quads gezellig rond laten rijden om vervolgens na 30 jaar tot de conclusie te komen dat het eiland niet meer leefbaar is. Quality of life down the drain and no more attraction and selling points for tourism. ‘Only way out, cruise tourism: come in, shop, do your things and get the hell out of there. Zoals een voormalige minister en vicepremier van de voormalige Antillen, afkomstig van de Bovenwinden, mij eens zei: ,,Sint Maarten has become a desert of concrete.” Willen we die richting op? Lijkt me duidelijk van niet. De kip met de gouden eieren overboord gooien? Welnee, bijzonder onverstandig.

Over kip gesproken. Wat we niet moeten doen is ons als een kip (zonder kop) gedragen en ondoordacht laten aansturen door ontwikkelaars, hoe aantrekkelijk dat vaak ook moge lijken. Mooie rapporten met plastic kaftjes die ons moeten laten zien hoe ‘goed het voor de economie en de werkgelegenheid is’ zijn voor 1 à 2 ton bij de grote consultants in no time te regelen. Zo ook voor Oostpunt: wat er nu ligt is een structuurplan met bestemmingen. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat er een kaart is gemaakt van het terrein waarop met mooie kleurtjes is aangegeven waar wat zou moeten komen. Neemt u mij de vergelijking niet kwalijk, maar ik moest ongewild denken aan de maquette die begin jaren 40 door Albert Speer in nazi-Duitsland van Berlijn is gemaakt. Leuk en visueel aantrekkelijk, maar irrealistisch en slechts bedoeld om het publiek en bestuurders zand in de ogen te gooien. Zo werkt het echter niet, echt niet.

Van een goed onderbouwd financieel solide plan is nog steeds geen sprake, over de verhouding eigen vermogen vreemd vermogen tot nu toe geen woord (een ondernemer die zelf niet wil investeren en dus niet gelooft in zijn eigen project?), hoe zit het nu precies met de infrastructuur (Aqualectra; investeren met Monopoly-dollars?), waar blijft een kwalitatief goed marketingplan (niet te verwarren met een sprookjesverhaal van een vage buitenlandse consultant) en wat te denken van het uitblijven van een stevige m.e.r. (milieueffectrapportage, eveneens niet te verwarren met een fairytale uit Bambi-land) of een goede impact-assessment (bij voorkeur niet van een bevriend adviesbureau). Het rammelt aan alle kanten. Bedrijfsmatig gezien is datgene dat tot nu toe is gepresenteerd te vergelijken met een ratjetoe van sopi mondongo en eco-cosmetica aangemengd met semiprofessionele, visuele - en juridische rookgordijnen.

Het is vooral te danken aan banken (die met reden zeer terughoudend zijn te gaan investeren en hun imago liever in stand houden) en de overheid (die kennelijk over goede adviseurs beschikt) dat de kip met de gouden eieren nog niet is geslacht.
De groene ruimte van het eiland, de stranden, koraalriffen, landhuizen, monumenten en het cultureel en historisch erfgoed moeten we zo veel mogelijk behouden en koesteren. Niet alleen voor nu, maar vooral ook voor de toekomst. En als we dan al willen ontwikkelen moeten we dat op een beperkte en verantwoorde manier doen met in ons achterhoofd: <I>Curaçao, duurzaam en smart<I>. De focus dient gericht te zijn op duurzame ontwikkeling van het eiland, met behulp van vooral smart solutions. En dat gaat veel verder dan het zich simpelweg houden aan (veelal verouderde) wet- en regelgeving.
 
En dat betekend GDP+. Sta mij toe een beetje technisch te worden en daarover iets te citeren uit genoemd rapport: ‘GDP+ emphasis on the generation of growth, while simultaneously advancing environmental sustainability and social well-being. Unfortunately the development imperatives for Curaçao are based on economic indicators, such as gross domestic product (GDP), foreign currencies reserves and purchasing power parity (PPP). While these are necessary ingredients, they are insufficient for sustained economic growth and development. These economic indicators often come at high, significant and irreversible social, environmental and economic costs, such as extreme poverty levels that are still above 15 percent and growing socio-economic disparities. There is clearly, therefore, the need for a new economic framework....”.En dat dient gepaard te gaan met échte duurzame ontwikkeling en met smart solutions.

Toegegeven; dat hadden we wellicht zo’n 10 jaar geleden al moeten doen, maar het is beter wat laat, dan nooit. Het klassieke bouwen en ‘ontwikkelen’ à la jaren 90 behoort nu echt wel tot het verleden. Het is begrijpelijk dat dit niet voor eenieder even snel doordringt tot de grijze cellen, maar in de 21e eeuw waarin we nu leven (wake up, show time) is het <I>duurzaam<I> en <I>smart<I> waar de toekomstmogelijkheden en kansen liggen. Van simpelweg <I>méér<I> en ondoordacht dienen we afscheid te nemen. Willen wij het erfgoed Oostpunt en bijbehorende koraalriffen voor toekomstige generaties behouden, dan moet het uitgangspunt zijn het eiland en haar bewoners. <I>Curaçao, duurzaam en smart<I>.

C. Jager, bedrijfskundige
Curaçao


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.