Ben ik het Heer?
Dat is niet zo vreemd, want de groene partij gaat over lijken als zij het Bestuurscollege wil vormen. Zelfs als het met behulp is van een buitenlander die inmiddels Nederlander is. Onbegrijpelijk vind ik het wel dat de partijen PDB en MLB zeggen zich te scharen achter de UPB om de partij te steunen. Weer zo’n rare kwinkslag. De PDB en de MLB zijn nu oppositiepartijen die verkeerde zaken recht moeten trekken in het in het belang van een goed bestuur.
Als Beukenboom de UPB had willen steunen, dan had hij - na ons gesprek in de Pasangrahan - samen moet gaan met de UPB en de splinterpartijtjes PHU en MLB aan de kant moeten zetten. Beukenboom heeft als partijleider dus gefaald. Eilandraadslid Abraham draafde achter Bijkerk aan, hoewel ik hem in een lange brief liet weten dat een coalitie met Bijkerk slechts een kwestie was van vier maanden. Mea culpa, ik vergiste me. Het waren dus vijf maanden. Ik legde Abraham uit wie en wat Bijkerk was, want ik ken onze advocaat voor de armen als mijn linkerbroekzak. Maar Abraham wist het allemaal al. Hij was al een jaar op Bonaire.
Waar ik wel van opkeek, was de litanie van Bijkerk in de <I>Amigoe<I> van 7 september en het <I>Antilliaans Dagblad<I> van 8 september. Daar valt hij gezaghebber Thodé aan en beschuldigt hem er ook van dat hij misbruik maakte van de geringe kennis van de leden van de Eilandsraad. Alsof Bijkerk geen misbruik maakte van de PDB- en MLB-gedeputeerden die beiden politiek onbeschreven bladen waren. Ik vind persoonlijk dat de gezaghebber wel wat eerder had kunnen reageren op hetgeen er de afgelopen vier maanden binnen het Bestuurscollege en de Eilandsraad plaatsvond. Bijkerks beschuldiging aan het adres van Thodé stelt niets voor. Datzelfde grapje (ik heb het even in mijn file nagekeken) haalde Bijkerk in 1989 uit, toen hij tijdens zijn hongerstaking tegen procureur-generaal Pietersz zei dat als de PG niet handelde waar het zijn plicht was, hij eveneens gevangenisstraf verdiende.
Wat mij wel uitermate intrigeerde, is dat de PHU-gedeputeerde er steeds op hamerde dat Thodé de officier van justitie moest overreden om Bijkerk aan te klagen over de betaling van 1.500 dollar aan Santana. Bijkerk zou dat trouwens winnen ook, want hij had de ‘grand slam’ in handen: het lid van de Eilandsraad aan wie de gedeputeerde maandelijks 1.500 dollar toestopte, verraadde immers zijn meester. Het blijkt dat er in 2.000 jaar ook op Bonaire nog niet veel veranderd is. Dat zal trouwens blijken, want met de achtergrond van Santana ligt de UPB ook binnen een viertal maanden op het kerkhof.
Hubert Linkels, Bonaire