,,Changed understandings of marriage are characteristic of a Nation where new dimensions of freedom become apparent to new generations.” (Supreme Court of the United States, Obergefell v. Hodges, 26 juni 2015)
Het in juni 2019 aan de Staten van Curaçao aangeboden initiatiefwetsvoorstel voor het openstellen van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht door wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao is geen religieus of politiek debat. Immers, de wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen (artikel 1:30 lid 2 BW). Dit laatste blijft met het initiatiefwetsvoorstel onveranderd. Het initiatiefwetsvoorstel voor het openstellen van het huwelijk raakt dus alleen het burgerlijk huwelijk en moet daarmee worden onderscheiden van het kerkelijk huwelijk. Dit maakt dat het in de Staten te voeren debat en de aangrenzende discussie die al geruime tijd gevoerd wordt in de maatschappij, afgebakend is tot een democratische rechtsstatelijke discussie over het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie.
Met het initiatiefwetsvoorstel is de kern van de discussie dus eigenlijk gereduceerd tot het toebedelen van gelijke rechten aan en gelijke behandeling van eenieder op Curaçao, tenzij sprake is van een goede reden (objectieve rechtvaardiging) om nog langer discriminatie op grond van ons Burgerlijk Wetboek toe te staan. Het niet openstellen van het burgerlijk huwelijk is dan discriminatie enkel en alleen gebaseerd op seksuele geaardheid. Onderscheid naar seksuele geaardheid is niet minder discriminerend dan onderscheid naar ras. Feit is dat boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao voor wat betreft het burgerlijk huwelijk discriminerend is jegens paren van hetzelfde geslacht, terwijl er geen objectieve rechtvaardiging hiervoor is. Discriminatie is in strijd met artikel 3 van de Staatsregeling van Curaçao (AB 2010, no. 86), in welk artikel door het volk van Curaçao is vastgelegd dat discriminatie op welke grond dan ook niet is toegestaan en dus verboden is. Discriminatie past niet in een democratische rechtsstaat, zoals het Land Curaçao zichzelf sinds 10 oktober 2010 presenteert, en blijkt uit hetgeen is opgenomen in het voorwoord van de Staatsregeling van Curaçao (AB 2010, no. 86).
In deze discussie is ook van belang de onontkoombare positieve verplichting (dat actief overheidsoptreden vereist) die momenteel rust op het Land Curaçao (en dus aan de Staten) om wettelijke erkenning te bieden voor paren van gelijk geslacht. Bij het baanbrekende arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (verder: EHRM) van 21 juni 2015 inzake Oliairi en anderen tegen Italië (no. 18766/11 en 36030/11) heeft het EHRM namelijk beslist dat het ontbreken van een wettelijk kader voor de erkenning van homoseksuele relaties het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven schendt en aan lidstaten daarom de verplichting oplegt om op nationaal niveau wettelijke erkenning te bieden voor paren van gelijk geslacht. Het Land Curaçao is, als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden dat verdragspartij is, lid van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (verder: EVRM). Ingevolge artikel 1 van het EVRM is het Land Curaçao op zijn grondgebied verplicht tot eerbiediging van de rechten van de mens verankerd in het EVRM. In artikel 8 van het EVRM is het recht op eerbiediging van het privé- en gezingsleven verankerd. Aan deze verplichtingen voldoet het Land Curaçao ondertussen 3 jaar en 1 maand niet. Deze tekortkoming in het nemen van verantwoordelijkheid heeft als gevolg dat het Koninkrijk der Nederlanden ter verantwoording geroepen kan worden door Europa en indien nodig maatregelen opgelegd kan krijgen teneinde naleving van het Verdrag te bewerkstelligen.
Dit gezegd hebbende is voor de verdere discussie over het openstellen van het burgerlijk huwelijk ook nodig te verduidelijken wat in essentie de betekenis is van het initiatiefwetsvoorstel. Het betekent dat paren van hetzelfde geslacht op grond van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao in burgerrechtelijke betrekkingen voor wat betreft het huwelijk dezelfde rechten zullen genieten als paren van verschillend geslacht. Een burgerlijk huwelijk tussen paren van gelijk geslacht geniet alsdan juridische erkenning en bescherming, evenals een burgerlijk huwelijk tussen paren van verschillend geslacht. Paren van hetzelfde geslacht krijgen dan, evenals paren van verschillend geslacht, ook het recht op bijvoorbeeld partnerpensioen, weduwe-uitkering, meeverzekeren en visitatierechten om diens zieke partner te mogen bezoeken in het ziekenhuis. Dit is nu niet het geval, terwijl er hiervoor geen objectieve rechtvaardiging is en er dus sprake is van discriminatie.
Het aannemen van het initiatiefwetsvoorstel voor het openstellen van het burgerlijk huwelijk ontneemt het discriminerende karakter van het huidige artikel 1:30 lid 1, artikel 1:31 en artikel 1:33 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao jegens paren van hetzelfde geslacht. Het aannemen van het initiatiefwetsvoorstel betekent het recht doen aan de kernwaarden van een democratische rechtsstaat, daadkracht tonen als land een volwassen land te zijn en een zichzelf respecterende democratische rechtsstaat waar gelijkheid bij wet hoog wordt gehouden. Maar bovenal, het tonen als land van menselijke waardigheid ten aanzien van haar burgers.
Het Land Curaçao staat - evenals het spoedig zullen moeten gaan realiseren van een integer politiek klimaat, een bloeiende economie, gezonde financiën, deugdelijk onderwijs en klimaatdoelen ter beheersing van de wereldwijd plaatsvindende klimaatcrisis om de wereld waarin wij leven te redden - wederom voor een uitgelezen kans om vooruit te streven door te kiezen voor een moderne maatschappij die meegaat met de tijd. Het codificeren van gelijke rechten voor personen van hetzelfde geslacht is hier een van.
Ik ben voor het openstellen van het burgerlijk huwelijk. Dit doet recht aan de tijdgeest waarin wij leven anno 2019, artikel 3 van de Staatsregeling van Curaçao, artikel 1 juncto artikel 8 van het EVRM en onze positieve verplichting als Land tot naleving van het EHRM-arrest Oliairi.
Paula Janssen,
Heteroseksueel en de nieuwe generatie,
Curaçao