De regering van Curaçao stelt in haar persbericht bereid te zijn Curaçao als humanitaire hub richting Venezuela te laten fungeren met als kernvoorwaarde ‘dat Curaçao geen onderdeel wenst te zijn van de inzet van humanitaire hulp voor politieke doeleinden’. In het persbericht wordt dit voornemen aangeduid als een ‘principebesluit’ en een ‘een positieve grondhouding’ ten aanzien hiervan.
Maar hoe kan onze regering instemmen met een principebesluit, of zelfs een positieve grondhouding hebben ten aanzien van iets wat regelrecht indruist tegen de kernvoorwaarde die zij zelf stelt? Het erkennen van Juan Guaidó als interim-president van Venezuela is niets anders dan (geo)politiek, bedreven door de grote mogendheden, waar Nederland als kleintje (letterlijk en figuurlijk) ook per se aan mee wil doen.
En hoe? Niet bijvoorbeeld door écht de handen uit de mouwen te steken en Bonaire, een bijzondere Nederlandse gemeente, als humanitaire hub beschikbaar te stellen. Aruba en Curaçao helpen met de opvang van Venezolaanse vluchtelingen? Welnee, dat wordt afgedaan als onze ‘eigen verantwoordelijkheid’, zelfs bij herhaaldelijk verzoek.
Blijkbaar is Nederland wel humanitair ingesteld, maar dan toch ook weer niet zó humanitair. Of doet Nederland misschien via Curaçao aan een soort van outsourcing van wat zij als haar humanitaire taak jegens Venezuela beschouwt?
Ten slotte wil ik stilstaan bij het humanitaire aspect dat de Verenigde Staten aanvoeren als het gaat om Venezuela. Daarvoor moeten wij even terug in de recente geschiedenis en wel 20 september 2017 toen de orkaan Maria over Puerto Rico raasde. Diezelfde regering die haar eigen onderdanen na deze verwoestende ramp links liet liggen door federale noodhulp veel te vroeg stop te zetten, beweert nu, en wel op eigen houtje, een humanitaire actie te ondernemen voor het welzijn van de noodlijdende Venezolaanse bevolking? Laten wij elkaar geen mietje noemen.
Rowan Marchena, Curaçao