Krasse woorden maar ik kan mij niet anders uitdrukken als het gaat om die onzin die de politieke beweging Kousa Promé uitslaakt in haar laatste communiqué onder de titel ‘Kòrsou no ke guera, Kòrsou ke pas!’. En dan heb ik het niet over die versleten verwijten over uitbuiting en neokolonialisme die almaar weer uit het vaatje worden getapt zonder dat, ook dit keer weer niet, wordt aangegeven waar die uitbuiting in feite op berust. Maar goed, in het communiqué krijgt niet alleen ons Koninkrijk ervan langs maar ook alle westerse (liberale) mogendheden die immers in het stuk ervan beschuldigd worden enkel om economisch opportunistische redenen stelling te nemen tegen president Maduro. Al deze landen liggen volgens partijleider René Rosalia slechts op de loer om ten eigen bate Venezuela al zijn natuurlijke rijkdommen te ontfutselen en schromen er dan ook niet voor om samen te spannen om de ‘legitieme’ regering van Maduro de das om te doen. En dan die ‘activistische’ voorzitter van Nos Kier Boneiru Bek, de heer James Finies, die het nodig vindt om de Caricom op te roepen zich uit te spreken tegen het ‘gewapende conflict’ dat volgens zijn zeggen wordt voorbereid tegen Venezuela. De heer Rosalia en de heer Finies zijn doorwrochte hypocrieten die gevangen in hun miserabele mindset voornamelijk gevoed door minderwaardigheidscomplexen en raciale haatgevoelens, uitspraken doen die ons doen schamen Curaçaoënaar of Bonairiaan te zijn. Beide activisten pretenderen vanuit hun socialistische ideologie op te komen voor de uitgebuite mens, de arme kwetsbare burgers die gebukt gaan onder de hebzucht van kapitalisten en kolonisators en doen een dramatische oproep aan de wereldgemeenschap om aan dit kwaad een eind te maken. Ik heb echter geen van beide mensenherders ooit maar een woord horen vuil maken aan de uitbuiting, onderdrukking, mishandeling en marteling van Venezolaanse burgers door het totalitaire en misdadige regime van president Maduro. Daar zeggen ze helemaal niets over, geen kritiek op de narco-dictator die zijn volk uitbuit ten faveure van hem en de misdadige kliek van narco-generaals die met hun verfoeilijke handel miljarden verdienen terwijl het volk hongerlijdt. Ik hoor noch Rosalia noch Finies iets zeggen over de hyperinflatie die het noodlottige economische beleid van Maduro heeft veroorzaakt waardoor het minimumloon thans 6 dollar per maand is, hetzelfde bedrag dat een kilo vlees thans kost. Geen woord door deze zelfingebeelde sociale kruisridders over de beperking van de meningsvrijheid in ons buurland, schendingen van mensenrechten, het vervolgen en martelen van politieke opponenten en het verbod op humanitaire hulp waardoor zelfs de meest noodzakelijke medicijnen niet meer te krijgen zijn. Hierdoor sterven onschuldige kinderen en ouderen die anders gemakkelijk medisch behandeld hadden kunnen worden. Ook geen woord over burgers die, om in leven te blijven, vuilnisbelten doorploegen om iets eetbaars te kunnen vinden, geen woord ook over de miljoenen vluchtelingen die het land hebben verlaten dat hun geen enkele hoop meer geeft op en menswaardig bestaan. Daar maken deze heren zich niet druk over maar wel boos worden omdat de wereldgemeenschap iets aan die mensonwaardige situatie wil doen. Als er op onze eilanden maar ‘pas en trankilidat’ heerst, de rest van de wereld kan de heren gestolen worden. Walgelijk deze egoïstische hypocrisie. Gelukkig denken de meeste mensen van onze eilandelijke gemeenschappen daar niet zo over hetgeen aantoont dat ons morele kompas nog goed werkt. Natuurlijk moeten onze eilanden proberen maximale hulp te verlenen om de bevolking van ons buurland weer gelukkig te maken. Ik ben dan ook zeer blij dat onze premier heeft aangekondigd dat Curaçao bereid is te fungeren als hub voor humanitaire hulp indien de internationale gemeenschap ons daartoe benadert. En wat dat onzinnige verhaal betreft van de heer Finies over de vermeende militaire opbouw tegen Venezuela waar onze eilanden part nog deel in zouden moeten hebben wil ik hem herinneren aan de zeer cruciale rol die Curaçao heeft gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog door een aanzienlijk deel van de noodzakelijke brandstoffen aan de geallieerde strijdkrachten te leveren. Die brandstoffen werden geraffineerd door onze toenmalige raffinaderij. Door ons niet neutraal op te stellen heeft het eiland toen ook inderdaad een aantal aanvallen door Duitse oorlogsschepen moeten verduren, maar het is maar goed dat wij partij hadden gekozen. Uiteindelijk is de oorlog goed afgelopen en kunnen wij er trots op zijn een wezenlijke bijdrage tot de overwinning geleverd te hebben. Dat is heel wat anders dan lafhartig de andere kant op kijken en onze broeders (Somos hermanos, toch?) aan hun lot over te laten. Nu doet zich weer een kans voor om iets te kunnen betekenen voor de regio, ik denk niet dat wij die kans moeten laten schieten louter omdat een stelletje salonsocialisten hun persoonlijke frustraties willen botvieren op juist die landen die het continent trachten te verlossen van een meedogenloos narco-dictatoriaal regime.
George Lichtveld
Curaçao