Al veel jaren is er een grote groep legale, laaggeschoolde vreemdelingen, migranten, onder anderen Jamaicanen, Haïtianen op Curaçao. Ze werken vaak als werkster, tuinman, in de bouw, keihard. Ze hebben veel te maken met de Toelatingsorganisatie (Immigratiedienst). Die moet werken met erg verouderde en onduidelijke wetgeving op het gebied van het vreemdelingenrecht. Opeenvolgende ministers van Justitie - zij gaan over vreemdelingenbeleid en over de Toelatingsorganisatie - maken veel gebruik van interne beleidsregels en richtlijnen (pseudowetgeving). Die dienen met name als interne instructie voor de overheidsdiensten in de vreemdelingenketen, mogelijk om de gebrekkige vreemdelingenwetgeving te ondervangen. Waarschijnlijk gebeurt dit met de beste bedoelingen, men realiseert zich echter onvoldoende dat met deze praktijk steeds een belangrijk stukje wordt afgeknabbeld van het integriteitniveau binnen justitie en van fundamentele beginselen van de rechtsstaat. En dat er in de justitieketen een eigen wereldje, koninkrijkje, wordt geschapen waarbinnen alleen enkele insiders op de hoogte zijn van de interne beleidsregels en notities. In het AD van 12 oktober staat een verslag van lezingen gehouden door prof. Rogier en mr. Biegelaar voor de AJV (Antilliaanse Juristen Vereniging). Beiden stellen dat er veel mis is met de manier waarop Curaçao omgaat met vreemdelingen. Rogier stelt onder andere dat de wetgeving onvoldoende is, vooral de beleidsregels, deze zijn onvolkomen opgesteld, met grote gaten, zijn niet gepubliceerd en zijn niet kenbaar voor de burger. Ook is volgens de sprekers veel mis met de uitvoering van de regelgeving. En worden heel vaak besluiten en beschikkingen niet op schrift gesteld waardoor betrokkenen niet weten waar ze aan toe zijn. Dit is dus de regelgeving en de besluiten en beschikkingen die genomen worden ten aanzien van de grote groep legale, laaggeschoolde migranten. Alsof zij geen rechten hebben, al zijn ook zij deel van onze gemeenschap. Hoe is de praktijk vaak? Migrant Sandra gaat naar de Toelatingsorganisatie voor een aangelegenheid. Wordt geholpen door een van de ambtenaren. Omdat de regelgeving onduidelijk is, beleidsregels niet altijd bekend zijn, past ambtenaar A een eigen interpretatie van de rechtsregels toe. Ambtenaar B heeft een andere visie en past weer een andere interpretatie toe, enzovoort. Misschien klopt de beslissing van de ambtenaar helemaal niet met de regelgeving en beleidsregels. Vaak niet bewust maar gewoon omdat deze ambtenaar het ook niet beter weet. Fouten worden vaak van de een op de ander in stand gehouden omdat ze denken, en volhouden, dat dit de juiste interpretatie is. Sandra weet niet dat ze bezwaar kan maken tegen de beslissing van de ambtenaar en áls ze het wel weet dan is ze meestal niet in staat om het goed op te schrijven. Ze heeft vaak geen schriftelijk stuk gekregen en heeft ook geen geld voor een advocaat. Sommige beslissingen hebben verstrekkende gevolgen voor Sandra. Bijvoorbeeld als ze probeert een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te verkrijgen. Daarvoor moet ze een onafgebroken reeks van 10 jaar legaal verblijf hebben volgemaakt. Is er één dag of meer tussen opeenvolgende jaren dan moet ze opnieuw beginnen. Ook al heeft ze al 6 of 7 opeenvolgende jaren staan, die vervallen dan simpelweg. Want dan is er een ‘buraku’, een gat, in de reeks. Dit wordt beoordeeld door de ambtenaar van de Toelatingsorganisatie. De buraku ligt soms aan een ambtenaar die het dossier niet op tijd heeft behandeld, bijvoorbeeld door ziekte, of een andere reden die bij de organisatie ligt, maar dat maakt niet uit, er is een buraku geconstateerd. Sandra heeft dus keihard gewerkt, soms 3 banen per dag, hoge leges per jaar betaald, maar moet nu weer helemaal opnieuw beginnen om 10 jaar vol te maken. Ik durf te stellen dat Sandra bijna rechteloos is op Curaçao, net als haar collega-migranten. Het is volgens mij zeker dat als deze personen in staat waren rechtszaken te beginnen dat er via rechterlijke uitspraken paal en perk zou worden gesteld aan deze praktijken en aan deze rechteloosheid die absoluut niet aanvaardbaar is in een rechtstaat. Uit de recente uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Corallo zou zelfs kunnen worden afgeleid dat Sandra een goede kans maakt om onder andere de Nederlandse staat succesvol aan te spreken voor schadevergoeding. Voor het schenden van de mensenrechten die onvoldoende worden gewaarborgd op Curaçao.
De aandacht in verband met het vreemdelingenbeleid is nu vooral gericht op de vele Venezolanen die naar Curaçao vluchten en zich illegaal hier vestigen. Dat is goed. Echter ook de grote groep zwijgende rechteloze, laaggeschoolde, hardwerkende migranten verdient aandacht op Curaçao én in Nederland als het gaat om de rechten van vreemdelingen binnen het Koninkrijk. Er zijn genoeg rapporten geschreven dus er hoeft niet weer een commissie of werkgroep te worden ingesteld. Er moeten gewoon duidelijke en transparante besluiten ter bevordering van de mensenrechten in de vreemdelingenketen worden genomen én worden uitgevoerd.
Doris Best,
Curaçao