In tegenstelling tot enkele commentaristen en politieke analisten, zijn wij er degelijk van overtuigd, dat indien Nederland, in verband met de wederopbouw van Sint Maarten, na de schade aangericht door de orkaan Irma, een Algemene Maatregel van Rijksbestuur conform artikel 51 van het Statuut aan Sint Maarten wil opleggen, Sint Maarten genoeg wettelijke redenen heeft zich daartegen te verzetten.
De belangrijkste argumenten hiervoor zijn:
Het zelfbeschikkingsrecht: na de Rondetafelconferentie van 1981 heeft Nederland het zelfbeschikkingsrecht erkend van elk eiland dat toentertijd deel uitmaakte van de Nederlandse Antillen.
Conform artikel 1 van zowel het verdrag van de VN aangaande de economische, sociale en culturele ontwikkeling (Vesc-verdrag) als het verdrag aangaande civiele en politieke rechten (Bupo-verdrag) bestaat het zelfbeschikkingsrecht uit twee delen: enerzijds het recht om als land een eigen politieke status te kiezen, artikel 1 lid 1, en anderzijds het recht om als land haar eigen ontwikkeling vast te stellen, artikel 1 lid 2.
Het proces van wederopbouw van Sint Maarten is een proces dat te maken heeft met de ontwikkeling van het land Sint Maarten, en dat geeft Sint Maarten het volste recht om artikel 1 lid 2 van de beide bovengenoemde verdragen toe te passen. Verschillende resoluties van de Algemene Vergadering van de VN, zoals de resoluties 35/20 en 41/24, erkennen het zelfbeschikkingsrecht bovendien als een onbetwistbaar recht (‘inalienable right’).
Dit houdt dan in dat Sint Maarten enerzijds haar zelfbeschikkingsrecht niet kan verkopen en dat anderzijds Nederland dit recht noch geheel noch ten dele kan opkopen.
Artikel 73 van het VN-Handvest: in overeenstemming met dit artikel heeft Nederland tegenover de Verenigde Naties het beginsel erkent dat de belangen van de inwoners van de autonome gebieden op de eerste plaats komen.
Nederland aanvaardt het dan ook als een heilige opdracht het welzijn van de inwoners van deze gebieden op de eerste plaats (‘paramount’) te stellen. Dit alles conform de wensen van Sint Maarten en NIET gelijk aan de wensen van Nederland, aangezien het een zuiver interne zaak van Sint Maarten betreft.
Volgend jaar in maart 2018 zal het Koninkrijk der Nederlanden (lees: Nederland) het voorzitterschap van de VN Veiligheidsraad overnemen. Een van de taken van deze Raad is erop toezien dat alle lidstaten zich aan de gestelde regels der Handvest houden.
Als Nederland in deze situatie blijft dreigen met het opleggen van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur voor Sint Maarten, zal Nederland in overtreding zijn met de Handvest der Verenigde Naties en dient dan aan zichzelf sancties op te leggen!
Resolutie 945 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties:
in deze resolutie heeft de Algemene Vergadering van de VN aan Nederland dispensatie verleend van de zo geheten ‘ rapportageplicht’ conform artikel 73 lid e van het VN-Handvest.
Deze vrijstelling geldt dan alleen voor lid e en niet voor de overige leden van dit artikel. Daarbij geldt als voorwaarde dat de autonome landen binnen het Koninkrijk van een ‘full measure of selfgovernment’ genieten, wat inhoudt dat er geen inmenging van buitenaf (lees: Nederland) in hun interne aangelegenheden mag plaatsvinden.
Deze dispensatie geldt nog steeds voor Nederland wat betekent dat Sint Maarten op gronde van haar recht op een ‘full measure of selfgovernment’ kan handelen en de ‘indecent proposal’ van de Nederlandse regering zonder meer kan afwijzen.
Volgens artikel 3 van Het Statuut valt een natuurramp NIET onder de in dit artikel bedoelde ondergebrachte Koninkrijksaangelegenheid. Volgens artikel 36, 37 en 38 kunnen de landen in het Koninkrijk elkaar echter, zover als mogelijk, steunen in geval van calamiteiten. Volgens artikel 41 van Het Statuut kan de ramp van Sint Maarten beschouwd worden als een interne aangelegenheid van Sint Maarten.
Dit houdt in dat de regering van Sint Maarten zelf kan bepalen wiens hulp wordt gevraagd en op welke wijze zij vindt dat dit zou moeten plaatsvinden. Teneinde deze hele discussie over de wederopbouw buiten de context van het Statuut te houden, en zodoende buiten de invloedssfeer van Nederland, dient Sint Maarten het ‘niet nette voorstel’ van Nederland af te wijzen en haar afwijzing te baseren op haar rechten voortvloeiende uit de bovengenoemde verdragen en resoluties van de Verenigde Naties.
Artikel 94 van de Nederlandse Grondwet stelt dat indien er een conflictsituatie ontstaat tussen wetten binnen het Koninkrijk en internationale verdragen, deze internationale verdragen voorrang krijgen. Artikel 5 lid 1 van het Statuut en artikel 94 van de Nederlandse grondwet zijn in dit geval voor Sint Maarten van toepassing.
Het is wel raadzaam de Verenigde Naties te verzoeken om toezicht op zich te nemen over de gehele wederopbouw van Sint Maarten. De Verenigde Naties zijn meer gespecialiseerd en hebben meer ervaring op dit gebied dan Nederland. Door de coördinatie van de wederopbouw onder te brengen bij de Verenigde Naties heeft men de garantie dat de gelden van de Nederlandse belastingbetaler op verantwoorde wijze worden besteed en kan Sint Maarten bovendien ook voor meer fondsen in aanmerking komen dan uitsluitend van Nederland.
In het document ‘Transitional settlement and reconstruction after natural disasters’, kunnen zij die geïnteresseerd zijn kennis nemen van hoe de Verenigde Naties natuurrampen aanpakt, maar ook hoe het proces van de wederopbouw na rampen gefinancierd worden.

Disraël Orphelin,
Curaçao

ADBrief 800


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.