Twee ingezonden stukken gelezen deze week. Eén van Gibi de Windt over de benaming van onze constitutie (konstitushon, Areglo di Estado) en de ander van Geraldine Scheperboer-Parris over stemmen Yu di Kòrsou in Nederland.
Dit stuk gaat over het fundament van de constitutie, de staatsregeling van het volk van Curaçao. Geraldine heeft het over het concordantiebeginsel. Het beginsel van overeenstemming van wetgeving met Nederland en dat onze staatsregeling een copy-paste zou zijn van de Nederlandse Grondwet en dat alle Nederlanders, waar ook woonachtig op de wereld, het kiesrecht hebben. Kijken we nu naar de grondwet, dan staat in artikel 2: de wet regelt wie Nederlander is en de wet regelt de toelating van en uitzetting van vreemdelingen. In de staatsregeling is niet overgenomen wie Curaçaoënaar/Yu di Kòrsou is, wel staat er ook in artikel 4 dat de toelating en uitzetting van vreemdelingen is geregeld bij landsverordening. Vervolgens staat in artikel 1 van deze landsverordening (LTU) voor wie deze toelating en uitzetting van vreemdelingen niet van toepassing is en dat is dan de Curaçaoënaar/Yu di Kòrsou. Hier zit nu de juridische fout dat niet in de staatsregeling is vastgelegd wie nu eigenlijk het volk van Curaçao uitmaakt, alleen in de preambule staat vermeld: Wij, het volk van Curaçao....... In de universele verklaring van de mensenrechten staat het recht om te huwen en een gezin te stichten. Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat. Ik ben al meer dan 40 jaar getrouwd met een Curaçaose, maar ik val niet onder het bovengenoemde artikel 1 van de LTU, dus ben ik een vreemdeling die van rechtswege is toegelaten en dus ook van rechtswege kan worden uitgezet. Vreemdelingen kunnen naturaliseren, dus Nederlander worden, maar ik kan geen Curaçaoënaar worden. Is ook nog eens discriminatie naar mij toe ten opzichte van hier genaturaliseerde Nederlanders. Mijn boodschap is dan ook: zorg eerst eens dat je in de staatsregeling vastlegt wie Curaçaoënaar is en regel vervolgens bij wet wie ook Curaçaoënaar kan worden. Dan ben ik eindelijk eens af van de status vreemdeling en van rechtswege toegelaten en hoeven Curaçaoënaars elders geboren niet rond te lopen met een verklaring die niet van toepassing is. Is dit niet het concordantiebeginsel en voldoen aan de grondwet/staatsregeling-regels en aan de mensenrechten?
Henk Pasman,
Geen Curaçaoënaar