Hallo lief Antilliaans Dagblad. Allereest bedankt voor het gratis CNSJF-kaartje dat ik bij jullie heb gewonnen.
Ik was vooral geïnteresseerd in het optreden van Cuban Affairs, wat ik ook heel-heel goed vond. Er zat van alles in; veel vuur en muzikaliteit. Sergio George had weer eens een echt sterke ensemble bij elkaar gekregen. De trompettist en zanger Alexander Abreu heeft een heel goede indruk achtergelaten en Isaac Delgado ook. De zangers van Los Van Van hebben er nog eentje opgezet. Heel goeie show; ze hebben het hele podium gebruikt en waren echt elektriserend en steeds in beweging. Jammer dat ik zo ver weg zat. Het was niet zo gek vol, maar bij die Cubanen wel. Een goeie show waar ik volop heb genoten.
Nou ja, toen ging ik verder naar Betty Wright en was gelijk in haar ban. Een familieonderneming. En een heel goede band. Een relaxed souloptreden met een prima band en ook ‘background vocals’. Vier jonge meisjes die allemaal haar dochters zijn. Soul van de Tina Turner-stijl; misschien niet zo vurig, maar heel professioneel. Ze wist heel goed met het publiek te spelen. En vertelde en sprak ook veel met het publiek. Relaxed.
Ik ging verder richting Tom Jones, die al was begonnen. Ik kwam aangelopen en kon die muziek al horen en dacht nog: ‘Waarom laat hij die jongens uit zijn band toch de ‘lead vocal’ doen?’ Toen zag ik dat die dunne stem toch echt van hemzelf kwam en was ik wel iets teleurgesteld. Die grote Tom Jones-stem die ik van vroeger herinnerde, was er niet meer. Hij deed wel erg veel moeite met zijn professionele tien man sterke band om die gaten te vullen. Het was erg warm en hij was dan ook heel snel helemaal kletsnat, omdat hij een jas droeg. Tegen het einde van de show kon hij die hitte niet meer aan en trok die door en door natte jas uit. Kort daarop verliet hij het podium om dan toch weer terug te komen. Maar het publiek verlangde echt niet weer naar hem. In mijn ogen was hij een teleurstelling.
Ik ging verder en had na Tom Jones echt zin in goede harde jazz van Branford Marsalis Quartet. Het werd door een heel goede drummer begeleid, het repertoire was echter een beetje vreemd met die zanger die meer naar de stijl van Brazil jazz neigde. Voor de luisteraars ook een beetje saai; die gingen dan ook gauw weg. Ik bleef zelf wel tot het einde, want de atmosfeer vond ik in die koele zaal wel passend. Level 42 en Jamie Cullum heb ik niet gezien.
Maar toen ging ik naar die kleine straatschooier uit Los Angeles Chris Brown. Nou, ik heb zelden gezien dat een artiest een publiek in zo korte tijd helemaal weggespeeld had. Letterlijk. Hij trad op zonder band, dansend, met een heel dun stemmetje en moest zijn jacket al na vijf minuten uittrekken. Ik dacht bij mezelf: ‘Als dat zo doorgaat, heeft hij straks niets meer uit te trekken.’ Begeleid door drie dansers stond hij dan ook heel snel zonder hemd daar; zonder ‘sixpack’ maar vol tattoos was hij verder bezig met playback zijn publiek weg te spelen. Voor mij was toen het festival beëindigd, iedereen liep weg en liet deze Chris Brown, een doodgewone straatjongen uit LA, alleen verder schreeuwen. Verreweg van een Michael Jackson of een Prince. En die krijsende meisjes werden ook heel gauw steeds minder. Nee, Chris Brown was echt het minpunt van de avond.
Sorry, als oud-musicus heb ik vele jaren als prof in Europa gespeeld en ben dan misschien wel erg kritisch. Maar al met al vond ik het wel een mooie avond en ben ik het Antilliaans Dagblad dan ook heel erg dankbaar dat ik dit mocht beleven.
Carlos Kort,
Curaçao