In mijn eerdere communiqué in verband met mijn beroepszaak bij het gerecht tegen het innen van opcenten door de Belastingdienst na 10-10-‘10, heb ik gesteld vooralsnog geen hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de drie rechters. Drie rechters, daar de ene rechter toch gebruik heeft gemaakt van de optie die de wet hem geeft om nog twee rechters bij de zaak te betrekken. Na diepgaande bestudering van genoemde uitspraak heb ik toch besloten in hoger beroep te gaan bij het Hof. Hieronder volgt het derde en laatste gedeelte van mijn betoog dat ik reeds heb ingeleverd bij het Hof.
Vervolg van het tweede deel:
Het gerecht stelt tevens (net zoals de jurist van de Belastingdienst in zijn vertoog stelt), dat vanaf januari 2012 het innen van opcenten is opgeheven. Zij gingen echter niet in op mijn stelling dat de Belastingdienst tot 2013 opcenten bleef innen op onder andere de aanslagen Grondbelasting. Ook gingen zij niet in op elke keer een ander antwoord van de Belastingdienst op mijn bezwaren. Wat ik heb betiteld als ‘geflipflop’ van de Belastingdienst. Dus een tik op de vingers bleef uit.
De drie rechters hebben het door mij gestelde onder punt 3 verworpen door de stellen;
,,Belanghebbende heeft ook nog verdedigd dat de definitie van opcenten duidelijk aangeeft dat dit een extra heffing betreft door een lagere bestuurslaag, maar het gerecht verwerpt deze stelling nu die geen steun vindt in de wet.”
Dit is in feite de hoofdmoot van mijn beroep geweest. Wat het gerecht hier stelt komt erop neer dat indien in de wet (landsverordening) of Memorie van Toelichting de definitie van opcenten werd benoemd (en het kon niet anders zijn dan hetgeen ik stel ondersteund door de definitie in het Juridisch Woordenboek) dan had het Land Curaçao geen opcenten mogen heffen. Mijn punt is dat de definitie van de term opcenten niet in de wet benoemd hoeft te worden daar het gaat om een algemeen aanvaard uitgangspunt binnen het Koninkrijk. En zoals ik reeds heb vermeld ook vastgelegd in de vroegere Eilanden Regeling Nederlandse Antillen. Het concordantie principe (zoals vastgelegd in artikel 39 lid 1 Statuut) vereist tevens dat zowel in Nederland als Curaçao (zo veel mogelijk) eensgelijke uitgangspunten (zoals in geval van het heffen van opcenten) gehanteerd moeten worden.
Het verheugt mij toch na 5 jaar, dat ik bezig ben met deze materie, het zover te laten komen dat drie rechters hun oordeel gaven over mijn bezwaarpunten over het heffen van opcenten na 10-10-’10 door de Belastingdienst. Hopelijk zult u van een andere mening toebedeeld zijn dan hetgeen de drie rechters in hun uitspraak hebben vermeld. Vanaf vorig jaar is het mogelijk om hoger beroep aan te tekenen tegen bovenvermelde uitspraak. Ik heb bij dezen gebruik gemaakt van die mogelijkheid.
Het gaat er niet om dat ik geld wil ontvangen van de Belastingdienst (en dat is een te verwaarlozen bedrag), maar om principiële grondrechten van het volk om te weten of van op de hoogte gesteld te worden, waarom de overheid (Belastingdienst) toch een regel instelt ondanks dat deze niet concordeert met de principes van ons staatsbestel en die van het Koninkrijk.
Ik ga ervan uit dat de eerder door mij ingeleverde stukken door de griffier te uwer beschikking gesteld zullen worden.
Dit verzoekschrift zal via mail naar de griffier van het Hof verstuurd worden. Een ‘hardcopy’ zal uiterlijk 16 juni a.s. in drievoud bij de administratie worden afgeleverd.
Felix D. Pinedo,
Curaçao


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.