Curaçao denkt niet verder dan het Papiaments
Curaçao denkt niet verder dan het Papiaments. Dat hoeft niet bezwaarlijk te zijn als Curaçao er bewust voor kiest om klein en onbetekenend te blijven. Een moedertaal vormt samen met de moedermelk en het opgroeien in een veilig gezinsverband, de basisveiligheid waarmee een mensenleven begint. Op dit fundament moet ieder mens zijn leven voortbouwen. Goede beheersing van de moedertaal - in woord en geschrift - vormt weer de basis voor de verdere sociale, psychosociale en sociaalmaatschappelijke ontwikkeling. Als mens en als professional. Want goede beheersing van de moedertaal is de basis voor iedere vorm van communicatie tussen mensen. Thuis, met leeftijdgenoten onder elkaar, op school, op de voetbalclub en later op en in het werk.
Mensen huilen, fluisteren of schreeuwen in hun moedertaal bij basale emoties als verdriet, liefde, kwaadheid of in noodsituaties. Als ik met een hamer op mijn duim sla, schreeuw of vloek ik in mijn ‘moerstaal’.
Pas de laatste tien jaar krijgt het Papiaments voldoende aandacht. Dat had helaas al vijftig jaar eerder moeten gebeuren. Zowel op de basisschool, als op vervolgopleidingen. Ook aan de nationale literatuur werd nauwelijks aandacht besteed. Hierdoor hebben generaties kinderen tussen 1950 en 2000 nooit op een behoorlijke manier hun moedertaal geleerd, in woord noch in geschrift. Dat is niet alleen schadelijk geweest voor hun bestaan, maar heeft ook tot gevolg gehad dat de generaties na hen de voor hun basisveiligheid zo belangrijke moedertaal niet op een behoorlijke manier door hebben kunnen geven.
Niet alleen Curaçao zelf is in deze in gebreke gebleven, maar ook Nederland, het zogenoemde ‘moederland’, heeft steken laten vallen. Net zoals Nederland ook nu weer enorme steken laat vallen door de Engels en Papiaments sprekende BES-eilanden te dwingen zo snel mogelijk Algemeen Beschaafd Nederlands te leren spreken, schrijven en lezen. Enorme stofwolken worden opgeworpen als ‘slecht onderwijs’, ‘achterstallig onderwijs’, ‘achterstandsonderwijs’ om de nalatigheden uit het koloniale verleden op het gebied van taalonderwijs te verhullen.
Door deze maatregelen zal het generaties lang duren voordat de lokale bevolking, net zoals de inwoners van de andere Nederlandse gemeenten, in het Nederlands kan spreken, denken, voelen, schrijven en lezen. De schrik van deze ontdekking is zo groot dat een aantal oudere inwoners van ons eiland in grote haast de oude moedertaal uit de mottenballen heeft gehaald, opgepoetst, bijgewerkt en gemoderniseerd. Er is zelfs een aparte leerstoel voor in het leven geroepen op de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Maar ook zij creëren daarmee stofwolken teneinde maar niet met hun eigen nalatigheden en die van hun ouders en voorouders te worden geconfronteerd. Het zijn stofwolken van nationalisme, patriottisme, ‘Yu’i Kòrsou-isme’, ‘Papiamentsmisme’; Papiamentu, Papiamentu i nada mas!
De grote vraag is of bovengenoemde maatregelen van betekenis zijn voor de huidige, opgroeiende generatie. Want zij krijgt de rekening gepresenteerd van de ernstige nalatigheden uit het verleden. Door deze taalachterstand in het Papiaments, die vooral bestaat bij kinderen uit lagere en kansarme milieus, wordt de huidige opgroeiende generatie geremd in haar emotionele en sociale uitdrukkingsvaardigheden. Het ‘patronagesysteem’, het ‘systeem van baas en knecht’, ‘hoog - laag’, hebben deze remmingen nog eens extra versterkt, waardoor de ‘cultuur van angst en onzekerheid’ in stand wordt gehouden. Het zijn deze belemmeringen in onze cultuur, die er oorzaak van zijn, dat te veel (jonge) mensen niet verder komen dan een bescheiden plekje op ons kleine eiland, omdat het voor hen moeilijk is om een interessante baan te vinden, omdat zij hun moedertaal niet goed beheersen en daardoor ook moeilijk ‘vreemde’ talen kunnen leren. Terwijl dat laatste een must is. Want voor een klein land als Pais Kòrsou is het noodzakelijk om behalve de eigen moedertaal, tenminste een of meerdere andere regio- of wereldtalen te spreken, zoals het Engels, Frans, Spaans of Portugees. Want alleen zo krijgt deze generatie aansluiting op onze regio of op de voor ons land vooralsnog belangrijkste toeristenbronnen als Europa en de Verenigde Staten en Canada. Ook het Nederlands, als (onderwijs)taal, is nog steeds van cruciaal belang, hoe graag men zich in bepaalde kringen daar ook tegen wil verzetten. Het getuigt van weinig pragmatische realiteit bij ons ouderen, om jonge mensen - waarvan de meeste voor vervolgopleidingen nog steeds naar Nederland gaan - te dwingen zich bij voorkeur alleen op het Papiaments te richten.
Het is deze talenkennis die broodnodig is voor de huidige generatie opgroeiende kinderen om toeristen te kunnen werven en ontvangen en om zichzelf verder te ontwikkelen, in binnen- en buitenland. Maar ook om Curaçao met haar rijke historie en cultuur op de wereldkaart te zetten, zodat de wereld niet meer om Curaçao heen kan.
‘Think big’ was een van de pakkende slogans op een minisymposium dat onlangs gehouden werd op de UNA in samenwerking met de Stichting ‘Step Ahead’. De aankondiging in diverse bladen voor dit symposium gaf aan dat Nederlands de spreektaal zou zijn. Dat was echter Papiaments, hetgeen pas bleek toen een van de toehoorders heel keurig en bescheiden daar een opmerking over maakte.
Hij en later ook een zij, kregen in het Nederlands, een kort weerwoord, dat vervolgens in vlammend Papiaments werd voortgezet, zonder enige vorm van begrip of respect voor deze toehoorders. Dat noem ik toehoordersbedrog. Bovendien getuigt het van weinig respect voor een aantal toehoorders, die zich uit belangstelling voor dit symposium hadden ingeschreven, maar nog niet geheel taalvaardig zijn om een symposium in het Papiaments - op dit niveau - te kunnen volgen. Een typisch Curaçaos voorbeeld, niet van ‘Think big’, maar van ‘Think small’.
Reinoud van den Berkhof is columnist van Paradise FM en schrijft ook regelmatig opiniebijdragen voor het Antilliaans Dagblad.