Onder deze kop op de voorpagina van het Antilliaans Dagblad van 3 juni werd een artikel gewijd aan het Korps Politie Curaçao. Met gemengde gevoelens heb ik dit stuk gelezen, omdat ik zelf goede ervaringen met het KPC heb.
Enkele maanden geleden was er een poging tot inbraak in onze woning en de politie stond binnen vijf minuten voor de deur; een record op internationaal niveau. Als ik voor een documentencontrole onderweg word aangehouden, word ik altijd door de desbetreffende politiefunctionarissen keurig behandeld.
Het is bekend dat de misdaad op Curaçao - net als elders in de wereld - tot grote verontrusting bij de bevolking leidt, waarbij helaas de armsten het kwetsbaarst zijn. Zulks, omdat deze bevolkingsgroep zich geen preventieve middelen zoals tralies en alarmsystemen kan veroorloven.
Naar ik heb begrepen is de politie onderbemand, want de toelatingseisen tot het korps zijn streng. Ik zou het jammer vinden, indien door kritische publicaties er een demotivatie zou ontstaan bij die agenten die zich volledig inzetten.
Voorts ben ik van mening, dat de politieleiding meer aan public relations moet doen, want onbekend maakt immers onbemind. Ook zou het nuttig zijn als er in de dagbladpers zijdens de leiding van het KPC een korte vervolgserie in drie talen (Papiaments, Nederlands en Engels) zou worden gepubliceerd waarin de burgers aanwijzingen en tips krijgen om meer aan preventie te doen.
J.M. Kooijman,
Curaçao