,,Een project dat 16 duizend banen oplevert? Kan nooit! Too good to be true. Een nieuwe leider die harmonie kan brengen? Moet dat zien om het te geloven. Curaçao is veel te complex daarvoor.”
En zo zijn we meer en meer in fatalisme gaan geloven. Zo erg zelfs dat dit denkbeeld over lijkt te slaan op onze kinderen. In een debat op een middelbare school werd door de leerlingen van klas 4 vwo geconcludeerd dat Curaçao niet kan overleven zonder de raffinaderij. Weliswaar schoon, maar zonder is ‘ondenkbaar’.
Het gaat erop lijken dat behoud van het oude de enige oplossing is voor het eiland. De uniciteit van het eiland krijgt een rare vorm. Men neemt steeds meer aan dat verandering een onbereikbare zaak is op Curaçao. Ondertussen krimpt de economie en neemt de disharmonie onder bevolkingsgroepen van het eiland toe. Iedere poging tot verandering wordt gekortwiekt. Hoop wordt in de kiem gesmoord en mislukkingen worden goed gepraat als zijnde onontkoombaar. De metafoor van de noordkust van het eiland, waar de golven alles op hun weg woest tegen de rotsen kapot smijten. Altruïsme lijkt de enige oplossing. Mensen die bereid zijn tegen de stroom in te zwemmen op zoek naar kalmere zeeën. Mensen die bereid zijn offers te doen en niets terug verwachten. Bestaan die mensen nog? Absoluut!
Orlando Meulens,
Nederland