Door Ron Gomes Casseres

De procureur-generaal, onze hoogste toezichthouder op een behoorlijke opsporing en vervolging van strafbare feiten, uitte recentelijk bij de installatie van twee nieuwe rechters zijn bezorgdheid over de schrikbarend hoge geweldscriminaliteit in ons land. Hij zei daarbij ‘dat we een uitdagende tijd tegemoet gaan, een tijd waarin we bij tijd en wijle creatief zullen moeten zijn om binnen de bestaande structuren en middelen wijzigingen door te kunnen voeren’ teneinde te vermijden dat we ‘langzaam maar zeker afglijden naar een steeds crimineler samenleving’. Naast de geuite zorg over de bestaande hoge geweldscriminaliteit vielen mij daarbij vooral op dat wij naar de mening van de PG ‘langzaam maar zeker afglijden’ en dat we ‘creatief moeten zijn’ om effectief daaraan het hoofd te kunnen bieden.

Afglijdende samenleving
Dat afglijden is niet nieuw in onze samenleving. We praten al decennia van normverval in de gemeenschap dat mede leidt tot criminaliteit, drop-outs en een verloren generatie. Afglijden in de sociaaleconomische sfeer ervaren we bij de steeds hogere werkloosheid, groeiende armoede en inkomensverschillen. Het onderwijs - dat eens zo hoog scoorde dat kinderen uit de regio op Curaçao hun onderwijs kwamen genieten - voldoet al veel jaren niet aan wat de samenleving nodig acht, en de kwaliteit daarvan glijdt steeds dieper. Respect voor autoriteit lijkt op vele vlakken, en niet alleen op justitieel gebied, steeds minder te zijn en institutionele structuren in de samenleving ondervinden daar schade van. Op het gebied van de medische zorg, ooit eens een Curaçaos paradepaardje in de regio, worden steeds meer Curaçaose patiënten voor behandeling naar het buitenland gestuurd in plaats van andersom zoals vroeger het geval was. Als we tien of vijftien jaar terugkijken lijkt het er soms op dat ons land op eigenlijk maar één gebied heeft geëxcelleerd, en dat zijn onze internationale sporters. Voor de rest lijkt het langzaam maar zeker af te glijden naar een, voor de ouderen in onze gemeenschap, steeds minder herkenbare dushi Kòrsou.

Niets nieuws
Niets nieuws onder de zon zult u misschien zeggen en dan heeft u nog gelijk ook. Het op velerlei gebied afglijden is zeer wel bekend bij eenieder die geen vreemde is op Curaçao. De vraag is natuurlijk waarom we langzaam maar zeker blijven afglijden in nagenoeg al deze sectoren.
Ik denk zelf dat het antwoord op die vraag is dat het zoveel gemakkelijker is te praten en anderen te verwijten dan het is om dat afglijden ook concreet aan te pakken en om te keren. Hoeveel gemakkelijker is het niet om anderen van mismanagement te beschuldigen zonder de hand in eigen boezem te steken of om de zoveelste ‘operational audit’ te gelasten en de resultaten daarvan niet uit te voeren als de problematiek weer door de noordoost passaat is weggewaaid. Of om een bestaande instelling op te heffen en met een nieuwe te beginnen zonder de wezenlijke problemen hoeven aan te pakken. En om plannen en intenties af te kondigen en zelfs eerste stenen te leggen in plaats van daadwerkelijk uitvoering te geven aan die intenties en plannen: het is allemaal zoveel moeilijker te realiseren binnen één verkiezingsperiode, toch?
Daar komt echter nog iets anders bij en dat is het gebrek aan creativiteit bij de aanpak van problemen in onze samenleving. Het was voor al deze redenen daarom verfrissend om de PG te horen zeggen dat ‘we bij tijd en wijle creatief zullen moeten zijn om binnen de bestaande structuren en middelen wijzigingen door te kunnen voeren’.

Creatief zijn
Zo’n dertig jaar geleden ging het plotseling mis met nagenoeg al onze economische pillaren. Na jaren van stabiliteit devalueerde de Venezolaanse bolivar zo’n 95% van 1982 tot 1985, en daarmee kelderde ook het Venezolaanse kooptoerisme. De Amerikaanse regering onder Reagan wijzigde in het begin van de jaren ‘80 de fiscale regels waardoor de toen bestaande offshore banken op Curaçao een genadeslag kreeg. Shell kondigde eind september 1985 aan te vertrekken en CDM dreigde failliet te gaan. En dit allemaal met in het vooruitzicht het opbreken van de Nederlandse Antillen als gevolg van de Arubaanse status aparte. Deze ontwikkelingen kwamen allemaal vanwege exogene factoren en waren daardoor zelfs moeilijker aan te pakken dan de huisgemaakte problemen waar we vandaag mee te doen hebben.
Toch lukte het de economie weer nieuw leven in te blazen, en wel met creativiteit. In diezelfde periode werd er namelijk een begin gemaakt aan het Curaçao Sea Aquarium en de ontwikkeling van Bapor Kibrá, werd het WTC gebouwd, werd het Lions Dive hotel als het eerste duikhotel gericht op Europese toeristen bedacht, werd het huidige Marriott hotel (toen nog Sonesta) gebouwd, vestigde Van der Valk zich op Curaçao en trok de Nederlandse horeca-wereld met zich mee, en werden de Waterfortbogen tot een (toen first class) uitgangscentrum omgebouwd. Niet lang daarna volgden de eerste gedachten dat een megapier in het Rif gebied technisch en commercieel mogelijk zou moeten zijn. Dit zijn initiatieven geweest die niet meer weg te denken zijn uit onze gemeenschap en die, des te belangrijker, ook de aanstoot hebben gegeven tot legio andere productieve projecten en initiatieven.
Dit gebeurde allemaal niet als gevolg van een veranderde ontwikkelingsvisie maar vanwege een productieve en creatieve samenwerking tussen de publieke en de private sectoren, en doodgewoon door te doen in plaats van alleen te praten. Belangrijk is echter dat de nodige creativiteit om de economie nieuw leven in te blazen vanuit het ondernemende bedrijfsleven kwam en niet vanuit een bureaucratisch overheidsapparaat dat die ervaring mist(e). Van wezenlijk belang daarbij was het wederzijds vertrouwen en dat heerste er toen. Niet het soort ‘vertrouwen’ om alleen demonstratief elkaar aan te horen en samen aan tafel te praten, maar ook om daadwerkelijk samen te werken bij de uitvoering van initiatieven en zelfs bepaalde bevoegdheden aan de ander toe te vertrouwen. Het is nu allemaal anders, maar dat is wat toen vertrouwen schiep en wat in de economie de nodige creativiteit stimuleerde.

Van afglijden naar opklimmen

“Don’t Stop the Carnival” schreef Herman Wouk in zijn bestseller over zijn fictieve eiland Amerigo. Nu dat ons carnaval achter de rug is, is het bij ons wél de hoogste tijd om ook andere carnavaleske gewoontes en praktijken te stoppen opdat we beter de problemen kunnen aanpakken die ons steeds verder doen afglijden. Het gaat daarbij in de eerste plaats om doen en actie dat vertrouwen wekt. Er moet vooral gekeken worden naar een creatieve aanpak en deskundige uitvoering en naar een partnerschap tussen de overheid en de betrokken private sector. Het afglijden stopzetten en weer samen opklimmen, zal niet gemakkelijk zijn en zal ook veel energie vergen. Daar staat tegenover dat als we blijven afglijden, de kracht van onze samenleving steeds zwakker wordt. Daar is niemand bij gebaat, zeker niet diegenen die een beter Curaçao voorstaan. Die willen een beter Curaçao, beter voor iedereen.

 


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.