Papiamentu is sinds vorige maand een mooi woord rijker. Dankzij Tromp bekend in de financiële wereld, waar volgens hem ‘mezzanine financiering’ iets is dat tussen twee andere bekende vormen in ligt. Ik dacht in eerste instantie aan sneetjes brood met daartussen salami. Maar de krant legt uit dat dit begrip komt uit de wereld van de architectuur. Nota bene mijn eigen vakgebied en het betekent gewoon ‘tussenverdieping’. Nooit eerder haalde het architectonisch jargon zo gemakkelijk de kop van een voorpagina.
Curaçao noch Papiamentu kende de ‘mezzanine’. Dan moet je zijn bij rijke takken van de klassieke westerse wereld met hun deftige huizen en hoge verdiepingen. Parijs en Wenen staan er nog vol van. De mezzanine ligt aan tussenbordessen van trappen, verdiepingen met keukens, garderobes, toiletten, opslag en waar ook knechten en dienstmeiden wonen.
Ofschoon essentieel, horen deze programmaonderdelen niet op hoofdverdiepingen thuis, maar dragen verstopt bij aan opsmuk, representatie en status, als blinde vlekken. En daardoor zeer geschikt en bedoeld om datgene uit te halen wat het daglicht niet veelt, maar waar eindeloos gesjoemeld en gerommeld kan worden. Waar iedereen van weet maar niemand over praat.
De Centrale Bank schiet met deze voor ons niet helemaal onbekende handelsvorm in de roos. Tussen Afrika en Amerika liet de West-Indische Compagnie twee eeuwen lang zien hoe dat moest.
Carlos Weeber (architect)
Curaçao