Door Chris Jager
In stilte is afgelopen november de beslissing genomen om over een paar weken én de vergoeding voor levering van zonne-energie drastisch te verlagen (te halveren) én een heffing in te voeren op basis van het aantal geplaatste zonnepanelen (geïnstalleerd vermogen), populair genaamd zonnetax. Kennelijk is dit met enige spoed gedaan: medio juli heeft het BTP&U, (semi)overheidsorgaan belast met toezicht en advies, een conceptvoorstel voorgelegd aan collega (semi)overheidsorgaan Aqualectra, het werd gefinaliseerd in oktober en kort daarna is het voorstel naar de minister van Financiën gegaan.
Dat er een bepaalde terugleververgoeding wordt ingesteld die jaarlijks wordt herzien is op zich te onderbouwen en te verdedigen. Begrijpelijk. Een zonnetax invoeren op een zonnig Caribisch eiland is iets anders. Overigens vraag ik mij daarbij af hoe het mogelijk is een belasting in te voeren via een Beschikking en niet via een Landsverordening. Kan dat simpelweg door er een ander label op te plakken of er een Engelse (‘back-up fee’) benaming aan te geven? En of het een selling point is voor ons toeristisch product? Bon Bini! Op het mooie Caribische eiland waar wij het gebruik van zonne-energie ontmoedigen. Wablief? Ja, ontmoedigen. Willen wij dan niet meegaan met de tijd en ons verkopen als schoon, groen, en modern? Geen goed signaal, geen selling point. Maar dat ter zijde. Nu ter zake.
Is het besluit weloverwogen en zorgvuldig genomen? En waarom niet een overgangsregeling instellen? Eerst komen met een aantrekkelijke regeling waardoor investeringen en groene energie worden gestimuleerd, wij wat schoner worden, deviezen besparen en minder afhankelijk worden van olie uit Venezuela. En vervolgens: tsjakka! Gaan belasten. Begrijpelijk dat dit als een soort van fiscale atrako wordt ervaren. Teleurstellend om te zien hoe wij omgaan met vertrouwen en ons investeringsklimaat. Dat mogen dan abstracte begrippen zijn, maar uiteindelijk gaat het om activiteiten, werk en inkomen. En dat is belangrijk in een land met 13 procent werkloosheid, een mediaan inkomen van 1.800 gulden per maand en te veel armoede. Vooralsnog heeft dat vertrouwen een flinke deuk gekregen.
Bovendien is de indruk ontstaan dat de snelheid van beslissen is ingegeven door de financiële problematiek van Aqualectra. Enig begrip kan men daar wel voor hebben, je zult maar als minister belast zijn met financiën en energie. Echter de financiële malaise van een energieproducent oplossen door het invoeren van heffingen op panelen werkt niet. Sterker nog: de problemen worden op deze manier juist verdoezeld en in stand gehouden.
Is de beslissing genomen op basis van een goed advies? Het lijkt van niet.
Allereerst heeft BTP&U het conceptvoorstel kennelijk alleen aan de producent voorgelegd. Waarom niet met bijvoorbeeld leveranciers afstemmen? Die mogen toch verwacht worden deskundig te zijn? Een omissie.
Er wordt gesteld dat particulieren 40 procent van de geproduceerde elektriciteit direct gebruiken. Een toelichting ontbreekt helaas. Ook wordt mij niet duidelijk waarom er in de daadwerkelijke berekeningen met hógere percentages wordt gerekend (voor 2014 en 2015 respectievelijk 41 en 42,5 procent). Mijn indruk is dat dit aan de hoge kant is. Wordt er uitgegaan van particulieren met verwarmd zwembad die zich de luxe kunnen permitteren van een dikke-buiken-siësta-met-airco van 10-3? Het is mij een raadsel. Ik behoor er in ieder geval niet toe. In mijn situatie is het 23 procent en ik zie niet in hoe dit onder normale omstandigheden boven de ongeveer 30 procent kan uitkomen.
Bij de berekening van de terugverdientijd worden gemakshalve rentelasten achterwege gelaten. Niet goed, dat dien je wél te doen. Het gaat immers om investeringen en die gaan in vele gevallen gepaard met rentelasten. Het aangevoerde argument dat rentelasten niet voor iedereen aan de orde zijn en deze soms aftrekbaar zijn doet daaraan geen afbreuk. Dat kun je verdisconteren in de berekeningen. Alweer een omissie.
In het advies van BTP&U wordt verder een inschatting gemaakt van het geïnstalleerd vermogen voor particulieren en bedrijven per eind 2014 (3,5 en 13,2 MW) en eind 2015 (5,7 en 22,9 MW). Voor 2015 op basis van de nu nog bestaande situatie per januari 2014. Opvallend genoeg wordt er géén rekening gehouden met de effecten van invoering van de lagere vergoeding en de zonnetax. Dat dien je als adviserende instantie wel degelijk te doen. Maatregelen hebben doorgaans bedoelde en onbedoelde effecten. Hierdoor én door de te hoog vermelde 40 procent respectievelijk gehanteerde hogere percentages, rekent men zich arm en neemt de verminderde dekking bij particulieren volgens BTP&U in 2015 toe van 0,5 miljoen gulden (2014) naar 1 miljoen en bij bedrijven van 2 miljoen naar 4,9 miljoen. ,,Deze verminderde dekking dient te worden verhaald op de gebruikers met een duurzame productie-installatie.” Het is verbazingwekkend dat men heeft nagelaten uit te gaan van een verminderde groei als gevolg van de te nemen maatregelen. Hierdoor heeft de minister geen volledig en juist beeld gekregen van de situatie.
Het gaat mij te ver om voor een relatief simpel stuk voor de krant een berekening te maken, maar grosso modo, uitgaande van een direct eigen gebruik van 25 procent en een afname van de vraag met 33 procent vanwege de ingevoerde tarieven en zonnetax, kom ik voor particulieren voor 2014 en 2015 uit op respectievelijk 0,3 miljoen en bijna 0,5 miljoen. Dat in plaats van de vermelde 0,5 miljoen en 1 miljoen. En dat zijn significant grote verschillen.
Doet men aldus kennelijk zijn best om een nogal negatief beeld van de situatie in elkaar te zetten, vervolgens worden er een aantal items in het geheel niet genoemd.
- De onderhoudskosten voor de producent nemen af als gevolg van het gebruik van zonne-energie. Dit meer dan evenredig als gevolg van de pieklast die overdag plaatsvindt. Juist dan zijn zonnepanelen immers aan het produceren. Ik begreep van een technisch manager dat deze besparingen ‘aanzienlijk’ zijn.
- Door het verminderde gebruik van de opwekkingsinstallatie van de producent en het verminderen van de piekbelasting neemt de afschrijvingsperiode van de productiemiddelen toe. Hierdoor nemen de afschrijvingskosten op jaarbasis af. Dat zal gaan om miljoenen per jaar.
- Om dezelfde reden nemen de investeringen af, dan wel kunnen deze worden uitgesteld. Ook dat betreft miljoenen zo niet vele miljoenen.
- Door het verminderde gebruik van brandstoffen (een paar jaar geleden bedroeg dit 300 miljoen gulden volgens een Statenlid) nemen de kosten hiervoor af. Als de duurzame opgewekte productie over één of twee jaar op 25 procent van de totale productie ligt dan betekent dat een besparing van tientallen miljoenen guldens. Per jaar.
- Brandstoffen worden betaald met dollars. De besparingen zijn dus goed voor onze deviezenpositie. A propos: niet voor niets heeft ook de Centrale Bank CBCS zonnepanelen geïnstalleerd.

Het is mij een raadsel dat deze punten niet in het advies zijn meegenomen. Als men dat wél gedaan zou hebben zou zijn gebleken dat de te hoog berekende ‘verminderde dekking’ ruimschoots voor de overheid/Aqualectra worden gecompenseerd en dat er financieel gezien géén reden is voor het invoeren van een zonnetax. Van een goed gebalanceerd en zorgvuldig advies is naar mijn mening dan ook niet echt sprake geweest. Als ik destijds als beleidsadviseur een dergelijk rapport had opgesteld voor de minister was ik wellicht verbannen naar het Kabinet van de GevMin in het koude Den Haag. Geen paniek, dat was toen nog een gerespecteerde instantie, maar toch: verbannen naar de kou. Zonder zonnepanelen.
Het zou goed zijn als een volgend advies van BTP&U is voorzien van álle ins and outs. Het laten becommentariëren voor een second opinion door een deskundige is wellicht geen overbodige luxe.
Is het nu nog interessant om zonnepanelen aan te gaan schaffen? Ja. Want ook al gaat de rentabiliteit sterk afnemen en neemt de terugverdientijd toe (voor kleine gebruikers naar zeven à acht jaar afhankelijk van al dan niet financiering), het is en blijft de moeite waard, goed voor uzelf en goed voor ons milieu. En het is een zegen voor het eiland. Bon Pasku.

Chris Jager is bedrijfskundige en voormalig beleidsadviseur van het Departement van Financiën.

ADletters logo


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.