Minority’s Foundation krijgt na jaren gehoor

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de centrale commissie Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) van de Staten zal vandaag gediscussieerd worden met vertegenwoordigers van de Minority’s Foundation.

Het gaat over inwoners van Curaçao die slachtoffer zijn geworden van de Nederlandse toeslagenaffaire.
Oprichter van de stichting, Erica Wever, schrijft in mei van dit jaar een brief naar Statenvoorzitter Fergino Brownbill (MFK) waarin zij verzoekt om een onderhoud met de commissie SOAW. ,,Hoewel deze affaire zijn oorsprong vindt in Nederland, ondervinden ook vele Curaçaose gezinnen die zijn teruggekeerd naar hun geboorteland nog dagelijks de ernstige gevolgen. Het gaat om blijvende psychologische schade, sociale ontwrichting en economische achterstand. Deze problematiek blijft op ons eiland helaas grotendeels onderbelicht, en de lokale gedupeerden ervaren een ongelijke behandeling ten opzichte van anderen in het Koninkrijk”, zo motiveert Wever haar verzoek.
Zij wil graag de situatie, de reeds geboden ondersteuning en de nog bestaande behoeften van deze groep persoonlijk kunnen toelichten. Want, zo vindt zij: ,,Structurele aandacht vanuit het parlement zou van grote waarde zijn voor het herstelproces en voor de zichtbaarheid van deze problematiek in de Curaçaose samenleving. Ons doel is om, samen met zowel lokale als Nederlandse beleidsmakers, te blijven agenderen wat nodig is, knelpunten aan te pakken en bij te dragen aan duurzame oplossingen.”
Met het agenderen van dit onderwerp binnen de commissie SOAW vindt Wever dat er ‘een belangrijke stap wordt gezet richting lokale erkenning, samenwerking en toekomstgericht herstel van de Curaçaose gedupeerden’.
In juli 2023 schreef de minister van Financiën, Javier Silvania (MFK) een brief naar toenmalig Statenvoorzitter Charetti America-Francisca (MFK). Hij reageerde hiermee op vragen die gesteld waren door toenmalig coalitiegenoot Statenlid Sheldrey Osepa (PNP). Deze vragen betroffen de slachtoffers van de toeslagenaffaire op Curaçao die toentertijd in aanmerking zouden kunnen komen voor een compensatie in Nederland. De slachtoffers kregen de gelegenheid om zich te melden bij de Belastingdienst in Nederland om aanspraak te maken op de genoemde vergoeding.
Daarop antwoordt Silvania: ,,In het kader van het bovenstaande, informeer ik u dat het ministerie van Financiën op Curaçao niet betrokken is in deze zaak en dat deze zaak, conform artikel 7 van de Landsverordening Ambtelijk Bestuurlijke Organisatie (LaBo) ook niet onder de verantwoordelijkheden van de minister van Financiën op Curaçao valt. Conform de LaBo, dient het ministerie van SOAW zorg te dragen voor het stimuleren van sociale rechtvaardigheid. Ik verzoek u daarom vriendelijk uw vragen te richten aan de minister van SOAW, Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PNP).”