Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Toegankelijkheid van het recht en de rechtspraak is ook voor het Hof van groot belang. ,,Daar is geen discussie over”, zegt president Mauritsz de Kort naar aanleiding van het opinieartikel van voormalige gezaghebber Stanley Betrian gisteren in het Antilliaans Dagblad.
,,Kennis van de lokale cultuur en taal is daar onderdeel van en kan bijdragen aan vergroten van het vertrouwen in de rechtspraak. Zeker.” Daarom werkt het Hof aan ‘culturalisatie’ door cultuursessies en lessen Papiaments.
,,Maar dat staat los van de onafhankelijkheid van het Hof en zijn leden en van de legitimiteit van de uitspraken. Daar staat het Hof voor in. Het Hof stelt vast dat de kritiek daarop door Betrian is gebaseerd op - niet meer dan - een ‘gevoel’, en dat elke feitelijke onderbouwing van die kritiek ontbreekt.”
Dit zegt De Kort ten aanzien van de stelling van Betrian ‘het gevoel (te hebben) dat de rechterlijke macht intern niet volledig onafhankelijk functioneert, en (dat dit) druk legt op de legitimiteit van de uitspraken’. Het Hof vindt deze uitlating volstrekt ongefundeerd.
Vervolgens gaat de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie dieper in op de culturele aspecten, die door de opinieschrijver zijn genoemd, waarbij Betrian het voorstel doet van ‘cursussen voor rechters’.
,,Voorop zij gesteld dat de noodzaak onderkend wordt dat onze collega’s die voor een bepaalde periode vanuit Nederland bij ons komen werken de lokale culturen en taal van onze eilanden beter leren kennen. De onderkenning is niet alleen institutioneel van het Hof, maar ook bij de collega’s zelf aanwezig. Het voorstel dat wordt gesuggereerd wordt in feite al toegepast.”
De Kort vervolgt: ,,Zoals in ons jaarverslag over 2023 volgt wordt immers al aandacht besteed aan sessies bedoeld voor de betere kennismaking van de lokale contexten. Daarnaast biedt het Hof al jaren gratis cursus Papiamentu, op Curaçao en Bonaire, en Papiamento, op Aruba, op niveau van beginners en gevorderden, aan alle collega’s die tijdelijk bij ons werken.”
Het initiatief tot de ‘Konosé bo Isla’-sessies, zoals hiervoor bedoeld, is van het Hof zelf en zullen ook de komende jaren worden gegeven. ,,As we speak wordt het programma voor dit jaar klaargemaakt”, legt de president van het Hof uit.
Over het voorstel om rechters die uitgezonden zijn langer in dienstverband te houden, zegt De Kort het volgende: ,,We hebben rekening te houden met het feit dat voor de bemensing van vacatures met rechters uit Nederland wij afhankelijk zijn van de medewerking van de besturen van de rechtbanken en Hoven in Nederland. Gelet op de schaarste aan rechters en de hoge werkdruk in Nederland is het geen vanzelfsprekendheid dat uitgezonden rechters zomaar langer kunnen blijven dan de mogelijkheid nu van maximaal vijf jaren.”
En: ,,Intussen hebben wij als Hof ook de wettelijke - en morele - verplichting om ons rechtersbestand verder te ‘Caribiseren’. Daartoe hebben wij afgelopen tijd onze selectieprocedure vernieuwd en intussen zijn nieuwe lokale kandidaten geselecteerd.”
Dit jaar kunnen naar verwachting vier lokale kandidaten beginnen aan het traject om rechter of officier van justitie te worden. ,,Overigens geldt de Caribisering voor alle overige geledingen van het Hof; we wij zien daarom graag talentvolle lokale juristen en andere professionals bij ons werken.”