Van een onzer verslaggevers
Den Haag - Tijdens de voortzetting van de eerste termijn van het begrotingsdebat in de Tweede Kamer over Koninkrijksrelaties was het Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) die uitsprak moeite te hebben met staatssecretaris Zsolt Szabó, omdat er in zijn ogen te weinig duidelijkheid werd verschaft over het financiële plaatje van het opvolgen van de aanbevelingen van de commissie-Thodé.
De regering-Schoof heeft hiervoor 2 miljoen euro gereserveerd, maar onduidelijk is hoeveel geld er daadwerkelijk nodig zal zijn. ,,Dit is een begrotingsdebat”, zo zei Ceder. ,,Maar wat er nu gebeurt, is van ‘ja, ik ga er geld voor uittrekken, maar jullie horen later wel waarvoor.” Volgens het Kamerlid is volstrekt onbekend of het bedrag van 2 miljoen euro toereikend is. ,,Misschien is er wel 40 miljoen nodig”, zei hij, om duidelijk te maken dat er nog te veel onduidelijk is.
Szabó liet in reactie op Ceder weten dat er op dit gebied te weinig goede data beschikbaar is op basis waarvan deze regering - 'en ook de vorige regering’, voegde hij hieraan toe - op een betere wijze besluiten kan nemen, en dat de regering erover nadenkt op welke wijze de beschikbaarheid van juiste data kan worden verbeterd.
Toen Ceder erop stond dat de staatssecretaris een toezegging zou geven over de termijn waarop hij de Kamer hier nader over zou kunnen informeren, antwoordde Szabó dat men ermee bezig is en dat er op 11 december, wanneer het Commissiedebat ‘Sociaal minimum Caribisch Nederland’ wordt gevoerd, ‘hopelijk’ meer over gezegd kan worden. In het voorjaar van 2025 vervolgens zou er concreter verteld moeten kunnen worden op welke manier er betere data over de eilanden verkregen zou kunnen worden.
SP-Kamerlid Michiel van Nispen uitte zijn zorgen over de ontwikkeling dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk steeds meer stranden niet meer vrij toegankelijk zijn. ,,Hetzelfde gebeurt met monumentale panden die verkocht worden.” Volgens de SP’er is dat ‘misschien leuk voor de korte termijn’, maar hij wil van Szabó wel weten wat de mogelijkheden zijn om dit fenomeen bespreekbaar te maken.
Volgens de staatssecretaris, die dit beeld herkent, betreft dit ‘een moeilijk vraagstuk’. Doordat er steeds meer mensen op deze aarde zijn, die ook steeds meer geld krijgen, gebeurt het dat stranden en panden worden opgekocht, wat volgens Szabó slecht is voor mensen die van een sociaal minimum moeten rondkomen. Hij benadrukt dat dit een probleem is dat niet vandaag of morgen kan worden opgelost en dat het een taak is van de landen zelf. De bewindsman wil echter wel desgevraagd met de landen meedenken. Van Nispen opperde om misschien toch ook actief het gesprek hierover aan te gaan.
Van Nispens partijgenoot Mpanzu Bamenga toonde zich tijdens het debat zeer kritisch over de bezuiniging van 50 miljoen gulden op het Groeifonds. Volgens hem was dit fonds juist bedoelt om het eigen verdienvermogen te versterken. ,,Zet deze bezuiniging de zelfredzaamheid (een van de beleidsdoelen van Szabó, red) niet juist meer onder druk?”, luidde dan ook zijn vraag aan de bewindsman.
Volgens Szabó is dit niet het geval, maar is er wel minder geld voor het Groeifonds dan eerder gedacht. Dat is volgens hem echter een werkelijkheid waarmee meerdere departementen te maken hebben. Er moeten keuzes gemaakt worden over hoe de economie er over 5 of 10 jaar uit moet zien, zo vindt de staatssecretaris. Daarbij kan volgens hem worden gedacht aan innovatieve landbouw op de eilanden, maar ook aan keuzes over welk soort toerisme de eilanden voor ogen hebben.