Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een militair vlootbezoek op Curaçao is niet opportuun, aldus het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) over het niet toelaten van het Venezolaans opleidingsschip Simón Bolívar op Curaçao.
De Venezolaanse Defensieminister generaal Vladimir Padrino López was hier boos over, zo stond maandag in deze krant. ,,Het Koninkrijk der Nederlanden (inclusief Curaçao, red.) hoopt dat er snel aanleiding is om de relaties met Venezuela te verbeteren en blijft zich inzetten voor en oproepen tot herstel van democratie en mensenrechten in Venezuela”, zo wordt verder van Nederlandse zijde uitgelegd. De benodigde toestemming is dus niet afgegeven, zo vervolgt BZ en stelt: ,,Dit was een gezamenlijk besluit van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie.”
Zoals eerder gemeld klaagde Caracas dat Nederland het schip niet toeliet op het eiland. De aankomst stond gepland voor vandaag. Het Venezolaanse commentaar wond er geen doekjes om en sprak van ‘de archaïsche en verderfelijke Europese arrogantie’ en ‘kolonialisme’.
Het opleidingsschip Simón Bolívar vertrok op 20 april voor zijn 34e buitenlandse opleidingsvaart naar verschillende Caribische eilanden, Mexico, Colombia en Honduras.
De terugkeer naar Venezuela staat gepland voor 13 juli. Overigens was het schip in juli 2018 wel op Curaçao als onderdeel van de vloot van Velas Americas, waarbij in de haven van Curaçao acht zogenoemde tallships aangemeerd lagen.