Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het belastingverdrag tussen het Koninkrijk, namens Curaçao, en de Republiek San Marino is ‘ter stilzwijgende goedkeuring’ voorgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer in Den Haag.

Aan de gouverneur van Curaçao is verzocht de stukken over te leggen aan de Staten van Curaçao. De Gevolmachtigde minister van Curaçao in Den Haag is van deze overlegging in kennis gesteld. Zo schrijft de minister van Buitenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot (CDA).

Het betreffende verdrag is op 20 november vorig jaar tot stand gekomen en betreft ‘het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting’. Een toelichtende nota bij het verdrag is eveneens aan de parlementen aangeboden. ,,De goedkeuring wordt voor Curaçao gevraagd”, aldus de minister, die erop wijst dat de Raad van State van het Koninkrijk intussen is gehoord en een blanco advies uitbracht, red.).

Kenners van de materie melden tegenover deze krant: ,,Het is nu tijd voor Nederland om te laten zien dat ze inderdaad meewerken aan het ratificeren van onze belastingverdragen”, wijzend op het verdrag met Malta, dat al lang op zich laat wachten.

De wens dat het verdrag aan de ‘uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal’ wordt onderworpen, kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde minister van Curaçao te kennen worden gegeven; uiterlijk op 6 juni aanstaande.

,,Het verdrag sluit aan bij het streven naar een uitbreiding van het belastingverdragennetwerk van Curaçao om een duurzame economische ontwikkeling te bevorderen”, aldus de Toelichtende Nota. De onderhandelingen voor dit verdrag zijn voor een groot deel gevoerd voordat het Curaçaos Fiscaal Verdragsbeleid 2023 (CFV 2023) werd afgerond. Er is daarom met name gewerkt binnen de kaders van het Oeso-modelverdrag, zoals dat luidt na de actualisering per november 2017.

,,De uitkomst past evenwel binnen de uitgangspunten van het CFV 2023”, vervolgt de toelichting. Uitgangspunt van het CFV 2023 is om met landen waarmee Curaçao meer intensieve (handels)betrekkingen onderhoudt of wenst te gaan onderhouden, te komen tot een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting omdat aldus beter kan worden ingespeeld op de verhoudingen tussen beide landen en de regelgeving van beide landen.

Verdragen kunnen een belangrijke rol spelen bij de bevordering van de economische relatie tussen en in beide landen. Meer specifiek spreekt het CFV 2023 van een mogelijke uitbreiding van de rol van Curaçao als regionaal platform voor investeringen in het Caribisch gebied en ook voor investeringen vanuit en naar met name Zuid- en Midden-Amerika. Uitgangspunt is evenwel dat Curaçao in beginsel open staat ‘om met alle landen een belastingverdrag te sluiten’, waarbij de mate van intensiteit van de betrekkingen tussen de landen een rol van betekenis kan spelen.

‘Wederzijdse investeringen bevorderen’
De prioriteit wordt volgens het CFV 2023 gelegd bij het regionaal overeenkomen van belastingverdragen. ,,Maar daarnaast zal ook gekeken worden naar andere landen die een belangrijke handelspartner (kunnen) zijn voor Curaçao of waarmee Curaçao economische relaties wil aangaan en wederzijdse investeringen wil bevorderen”, meldt de toelichting.

De keuze voor San Marino vloeit volgens de stukken voort uit de wens van Curaçao om met landen waarmee Curaçao meer intensieve (handels)betrekkingen wil onderhouden een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting te sluiten. San Marino is, evenals Curaçao, een relatief klein land met een vergelijkbare bevolkingsomvang en grootte van de economie, en stond open voor de mogelijkheid om met Curaçao een belastingverdrag te onderhandelen.

,,Dit past bij de wens van Curaçao om te komen tot een belastingverdragennetwerk. Kortom, het verdrag beoogt het aangaan van banden, het verrichten van economische activiteiten en het bevorderen van handelsstromen tussen Curaçao en San Marino.”

Op 20 december 2017 vond de eerste onderhandelingsronde plaats. Een concepttekst werd destijds nog niet ondertekend. De reden hiervoor is dat het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag vragen en opmerkingen bij de tekst had. ,,Deze zijn na doorzetting aan Curaçao tot 2023 niet beantwoord.”

In het voorjaar van 2023 is tijdens de IMF-top in Washington opnieuw contact gelegd tussen Curaçao en San Marino. Naar aanleiding van dit contact is Curaçao weer in onderhandeling getreden met San Marino. ,,De vragen die door Buitenlandse Zaken in 2018 zijn gesteld, zijn in april 2023 alsnog beantwoord.” De besprekingen tussen Curaçao en San Marino hebben geleid tot het afronden van de onderhandelingen en het paraferen van de overeengekomen tekst op 21 juni 2023 op Curaçao door beide partijen. Op 20 november 2023 is het verdrag in San Marino ondertekend.

Op dit moment hebben 21 andere landen een belastingverdrag met San Marino, waaronder Oostenrijk, België, Italië en Portugal. De Staten van Curaçao en de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer hebben vragen gesteld aan de regering in Den Haag over een ander belastingverdrag van Curaçao, namelijk met Malta. Het proces van de beantwoording loopt nog.