Minister geeft rapporten over bevoordeling bepaalde belastingplichtigen vrij
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Zelf spreekt de minister van Financiën van ‘schokkende bevindingen’ van overheidsaccountantsbureau Soab bij de Ontvanger. Lezing van de bevindingen roept het beeld op van een zootje en volstrekte willekeur bij de belastingontvanger.
Desgevraagd beroept de Ontvanger - Alfonso Trona - zich op zijn ‘discretionaire bevoegdheid’ inzake het invorderingsproces, aldus de bewindsman in een brief aan de Staten. ,,Dit neemt echter niet weg dat de beweegredenen om af te wijken van de vigerende invorderingsrichtlijnen dienen te worden vastgelegd in het invorderingsdossier. Een vastlegging welke volgens de internal auditors (van Soab, red.) in vrijwel alle gevallen ontbreekt.”
Het Soab-rapport merkt op dat de invorderaar slechts de opdracht krijgt van de Ontvanger om de betreffende actie uit te voeren, zonder nadere toelichting. ,,U kunt zich voorstellen dat dit een zeer demotiverend effect heeft op welwillende invorderaars en deurwaarders die naar eer en geweten hun invorderingswerkzaamheden uitvoeren”, schrijft minister Javier Silvania (MFK) aan het parlement.
Bijna aan maand later dan hij vooraf had beloofd, stuurde hij gisteren de bevindingen van de overheidsaccountants inzake de ‘bevoordeling van bepaalde belastingplichtigen’ naar Staten en media. Begin dit jaar al meldde Silvania dat er sprake was van voorkeursbehandeling en dat Soab hierover rapportages heeft opgesteld.
Het zijn geen incidenten. Ook blijkt uit de Soab-rapporten dat diverse praktijken zich in opeenvolgende jaren blijven herhalen, zonder dat dit heeft geleid tot verbeteracties. ,,In plaats daarvan wordt - conform de reactie van de Ontvanger op de Soab-rapporten - als ‘verklaring’ gegeven de brand in 2019, de hierop volgende verhuizingen en de covidpandemie.” Alsof dát geldige redenen zouden zijn om bepaalde burgers en bedrijven anders en beter te behandelen dan anderen.
Niet alleen de minister en Soab hebben een mening over het geconstateerde favoritisme, in zijn brief aan de parlementsleden haalt Silvania ook het Openbaar Ministerie (OM) aan. Zo heeft de officier van justitie (OvJ) diverse bevindingen inzake de Ontvanger: ,,Het niet functioneren van de Ontvanger volgt niet alleen uit het feit dat de schulden zo hoog oplopen, maar ook dat er betalingsregelingen worden afgegeven terwijl er geen draagkrachtmeting heeft plaatsgevonden - althans deze zijn niet in het GOS-systeem opgenomen - Geïntegreerd Ontvangsten Systeem, red.). Daarmee voldoet de Ontvanger niet aan Invorderingsverordening artikel 6 lid 1: de Ontvanger is bevoegd aan de belastingschuldige op zijn verzoek uitstel van betaling en gemakkelijker betalingsvoorwaarden te verlenen, indien onafwijsbaar blijkt, dat hij door bijzondere omstandigheden, buiten zijn wil, niet bij machte is aan de voorgeschreven betalingsregelen te voldoen.”
De brief van de minister aan de Staten bevat stuitende voorbeelden van door het overheidsaccountantsbureau geconstateerde gevallen. Zoals dat voor een expediteur met een schuld van 4,5 miljoen gulden, waaronder een navorderingsbeschikking van de douane ad 1,1 miljoen, door de Ontvanger een betalingsregeling is afgesloten van 5.000 per maand (daar zou dan 900 maanden over kunnen/mogen worden gedaan, red.). Dit terwijl uit een invorderingsonderzoek door SBAB (stichting Belastingaccountantsbureau) blijkt dat deze expediteur over ‘significante verhaalsmogelijkheden’ beschikt en tevens bijzondere invordering is geadviseerd om tot aansprakelijkheidsstelling van de bestuurder alsmede dwanginvordering over te gaan. De motivering hiervoor van de Ontvanger is niet in het invorderingsdossier terug te vinden.
Een ander voorbeeld betreft een keten van horecagelegenheden met een lange historie van het niet afdragen van de verschuldigde belastingen en premies; die heeft in opdracht van de Ontvanger meerdere malen een betalingsregeling toegekend gekregen die niet in verhouding staat tot de openstaande belastingschulden. Deze betalingsregelingen worden vervolgens ook nog eens structureel niet nagekomen. Voor een openstaande ob-schuld (omzetbelasting) van bijna 1 miljoen is een betalingsregeling getroffen van 2.500 per maand. Deze regeling is door de horecaondernemer in kwestie niet nageleefd. Vervolgens is voor een bedrag van ruim 1,5 miljoen een nieuwe regeling getroffen voor wederom 2.500 per maand, die wederom niet is nagekomen.
,,Opgemerkt wordt dat het hier slechts om een selectie van invorderingsdossiers gaat, en dat deze handelwijze dus op grotere schaal door de Ontvanger wordt gehanteerd”, stelt de minister richting de Staten.
5,3 Miljoen aan vooruitbetalingen op restituties
Sinds 2018 is door de Ontvanger een bedrag van 5,3 miljoen aan vooruitbetalingen op nog te ontvangen restituties uitgekeerd, zo blijkt uit de Soab-rapportage. ,,Voor de uitbetaling van voorschotten op restituties bestaat geen wettelijke basis”, wordt opgemerkt in de brief van de minister aan de Staten.
,,De vooruitbetalingen vinden plaats zowel aan ambtenaren als niet-ambtenaren, waaronder topambtenaren en (voormalig) politieke ambtsdragers.” En: ,,De selectie aan wie wel of geen voorschot wordt uitbetaald vindt door de Ontvanger persoonlijk plaats zonder vastgelegde criteria.”
Vooruitbetalingen vinden plaats nog vóórdat de aanslag door de Inspecteur der Belastingen is vastgesteld en in een aantal gevallen zelfs nog voordat de betreffende aangifte is ingediend.
Door het nieuw aangestelde hoofd (ad interim) van de afdeling comptabiliteit van de Ontvanger zijn met ingang van 31 maart 2023 procedures vastgesteld om de interne beheersing rond het proces van vooruitbetalingen te versterken. ,,Toch zijn sindsdien vooruitbetalingen uitgekeerd buiten de vastgestelde procedure om, en hiermee buiten het zicht van het hoofd van de afdeling comptabiliteit.”
Van de 39 door Soab gecontroleerde vooruitbetalingen is bij niet één vooruitbetaling een verzoek van de aanvrager aanwezig. De Ontvanger heeft aangegeven dat de verzoeken bij hem persoonlijk telefonisch en via WhatsApp binnenkomen. Een motivering - een noodzaak - voor de vooruitbetaling ontbreekt in alle geselecteerde gevallen.
Slechts bij drie van de 39 gecontroleerde vooruitbetalingen is een voorlopige berekening aanwezig van de te verwachten restitutie. In de overige 36 gevallen ontbreekt de onderbouwing van het uitbetaalde bedrag.
,,Pas na aankondiging van het onderzoek door Soab is door de Ontvanger een reconciliatie uitgevoerd tussen de vooruitbetaalde bedragen en de daadwerkelijk door de Inspecteur vastgestelde restituties. Deze reconciliatie werd eerder niet uitgevoerd”, staat in de brief aan het parlement.
De Ontvanger heeft besloten met ingang van 1 januari 2024 te stoppen met de uitbetaling van vooruitbetalingen op nog te ontvangen restituties. De Ontvanger is al vele jaren Alfonso Trona.