Rutte: Dit is een van de invullingen ‘achter de komma’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In het adviesrapport over het Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam wordt voorgesteld dit museum op Java-eiland neer te zetten.
Het Java-eiland is een woonwijk op een schiereiland in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam. De Javakade in Amsterdam-Oost kreeg zijn naam in 1914 en werd vernoemd naar het eiland Java, een van de grote Soenda-eilanden.
,,Het Nationaal Slavernijmuseum moet een toonaangevend gebouw worden op Java-eiland, en moet een compleet beeld geven van het Nederlandse koloniale slavernijverleden”, adviseren de kwartiermakers van het Nationaal Slavernijmuseum op basis van onderzoek, participatiebijeenkomsten en gesprekken met diverse gemeenschappen, ‘grassroots organisaties’, culturele instellingen en kennisinstituten in Nederland en wereldwijd. Gisteren presenteerden de kwartiermakers het voorstel voor het concept, de bouw en oprichting van het Nationaal Slavernijmuseum.
Zij noemen Java-eiland als voorkeurslocatie. Dit voorstel komt voort uit de aanbevelingen van het voortraject, het participatietraject en verschillende studies. ,,De kop van het Java-eiland is een waardige en prominente plek aan doorgaand stromend water, is goed bereikbaar en biedt voldoende ruimte”, aldus de adviseurs.
De kwartiermakers zijn van mening dat het uiterlijk van het gebouw recht moet doen aan de bijzondere inhoud ervan, in architectuur, uitstraling, materiaal, vorm en omgeving. Zij geven aan dat voor de erkenning en herkenning van het slavernijverleden een zichtbaar en krachtig gebaar belangrijk is. Ze adviseren de gemeente Amsterdam en het Rijk om de mogelijkheid te onderzoeken om een hoogwaardig gebouw van 9.000 vierkante meter te realiseren. Zij verwachten dat het museum in 2029 of 2030 zijn deuren kan openen.
Nu het voorstel van de kwartiermakers er ligt breekt een volgende fase aan. Adviesaanvragen worden uitgezet bij stadsdeel Oost, de Commissie Omgevingskwaliteit, de Amsterdamse Kunstraad en de Raad voor Cultuur. Op basis van deze adviezen wordt een met het Rijk afgestemde bestuurlijke reactie opgesteld door de gemeente Amsterdam en wordt later dit jaar een besluit over het Nationaal Slavernijmuseum voorgelegd aan de gemeenteraad.
Demissionair minister-president Mark Rutte: ,,Het Nationaal Slavernijmuseum is een belangrijk onderdeel van het verhaal achter de komma, na de excuses voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. Om recht te kunnen doen aan het verleden en in het hier en nu samen verder te komen, is het dringend nodig dat we meer en beter zicht krijgen op deze donkere pagina’s uit de geschiedenis. Het slavernijmuseum heeft daarin straks een centrale rol, als centrum van kennis en dialoog.”
Burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema: ,,De excuses die door steden, bedrijven, de minister-president en de koning voor ons slavernijverleden zijn gemaakt waren helend voor de nazaten, de betrokken gemeenschappen en ons land. Zij hebben talloze mensen de hoop gegeven dat zij niet meer hoeven te strijden voor erkenning van leed en onrecht uit het verleden. Zij hebben ons land de hoop gegeven dat er een weg is naar een toekomst zonder racisme. Het slavernijmuseum is onmisbaar om die hoop in te lossen.”
Kwartiermakers John Leerdam, Peggy Brandon en David Brandwagt kregen de opdracht te onderzoeken hoe tegelijkertijd het brede verhaal van het Nederlandse slavernijverleden getoond en verteld kan worden. Ook moesten zij het locatieonderzoek (waaruit negen locaties naar voren kwamen) verder uitwerken en een programma van eisen opstellen. Een belangrijk onderdeel van de opdracht was een uitvoerig participatieproces. Onder meer het concept, het gebouw en de locatie kwamen daarin aan de orde.
De kwartiermakers adviseren de geschiedenis van de slavernij op te bouwen aan de hand van verschillende tijdvakken en zalen. En, zo wordt kort samengevat: ,,In elk tijdvak kan de bezoeker een deel van de eeuwenlange geschiedenis ervaren aan de hand van verhalen en thema’s die tijdens de participatie door de mensen zijn gedeeld. Verhalen over kracht, verzet, onderdrukking en pijn, maar ook over vieringen en culturele uitingen. De tijdvakken laten de ononderbroken lijn zien tussen heden en verleden en geven inzicht in de onderlinge verbinding tussen continenten, culturen en tradities.” Ook adviseren zij een kindermuseum en een kenniscentrum waar mensen hun familiegeschiedenis kunnen onderzoeken onderdeel te maken van het museum.