Eerste strafzaak niet doen van belastingaangifte door ondernemer
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de eerste zaak over het strafrechtelijk vervolgen van het niet doen van belastingaangifte door ondernemers is het Openbaar Ministerie (OM) ‘nog soepel’ omgegaan met de strafeis, maar de toon is wel gezet.
Belastingplichtigen op Curaçao die na een aantal waarschuwingen niet hun aangifteverplichtingen naleven, zullen strafrechtelijk worden vervolgd. Met dit beleid wordt nu goedgekeurd dat in dit soort situaties ‘directe strafvervolging altijd wenselijk wordt geacht’. Zo verneemt het Antilliaans Dagblad.
Het achterliggende idee is dat hier een preventieve werking vanuit zal gaan en belastingplichtigen zal stimuleren hun aangifteverplichtingen na te komen. Het niet nakomen van de aangifteverplichtingen heeft vergaande gevolgen, namelijk een strafvervolging en een strafblad bij veroordeling.
In de zaak tegen bestuurder D. van een lokale vennootschap was het OM nog niet zo streng, omdat D. de eerste zaak is in het kader van het aangescherpte beleid. Het Openbaar Ministerie eiste twee maanden gevangenisstraf, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar met als bijzondere voorwaarden alle nog openstaande aangiftes te doen binnen een termijn van - in deze zaak - drie maanden en voor de komende drie jaar tijdig aangiftes winstbelasting (WB), omzetbelasting (OB), loonbelasting (LB) en sociale premies te doen en te betalen. Indien D. zich niet houdt aan deze voorwaarden zal alsnog de gevangenisstraf van twee maanden moeten worden uitgezeten.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao volgde het OM en heeft D. veroordeeld wegens het feitelijk leidinggeven aan het niet doen van aangifte winstbelasting door de vennootschap over de jaren 2018 tot en met 2021 tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, conform de eis van het OM. Zowel D. als het OM deden terstond afstand van het recht om in hoger beroep te gaan. Daarmee is deze uitspraak definitief.
Afgelopen vrijdag, 9 februari 2024, is door het Gerecht de eerste zaak berecht in het kader van het onlangs aangekondigde beleid door de Sector Fiscale Zaken van het ministerie van Financiën ten aanzien van het strafrechtelijk vervolgen van het niet doen van aangifte.
In dat beleid staat opgenomen dat ongeveer 55 procent van de belastingplichtigen aan de aangifteverplichtingen ten aanzien van de WB nakomen, hetgeen volgens het OM een (te) laag percentage is. Ook de compliance van belastingplichtigen ten aanzien van de LB, OB en inkomstenbelasting (IB) laat te wensen over. Dit heeft geleid tot een ‘compliance plan’.
Het beleid is amper een paar weken oud, maar de Stichting Belastingaccountantsbureau (SBAB), de Inspectie der Belastingen en het Openbaar Ministerie hebben er direct al uitvoering aan gegeven: onmiddellijke strafvervolging. Terecht stond bestuurder D. van een vennootschap. Ondanks een aantal waarschuwingsbrieven in 2023 heeft deze vennootschap de verplichting om de aangiften te doen niet nageleefd.
Het OM bracht in zijn requisitoir naar voren dat het niet betalen van belasting al jaren een groot probleem is op het eiland. En bracht naar voren dat met de komst van de huidige minister van Financiën er veel aandacht uitgaat naar het innen van belasting en de verbetering van het hele proces bij de Belastingdienst.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.