De Financial Intelligence Unit sluist vaker door naar OM
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het aantal verdachte ongebruikelijke transacties dat bij de Financial Intelligence Unit (FIU, voorheen Meldpunt Ongebruikelijke Transacties) is aangemeld en dat is doorgesluisd naar het Openbaar Ministerie (OM) neemt de afgelopen jaren weer toe. Dit blijkt uit de jaarverslagen 2020-2022 die aangeboden zijn aan de minister van Justitie.
In 2019 zijn door FIU 4.053 meldingen gedaan bij het OM, in 2020 939, waarna de daling doorzette naar 514 in 2021. Maar in 2022 en 2023 is het aantal OM-meldingen toegenomen van 703 naar 839 (nog niet het volle jaar, red).
Het gaat hier overigens niet om het totaal aantal meldingen dat gedaan wordt bij de FIU. Want niet elke melding wordt uiteindelijk als verdacht bestempeld en doorgespeeld naar het OM. In 2022 waren er 90.706 meldingen, terwijl er in 2021 76.328 waren. In 2020, het jaar waarin de coronacrisis begon, was er een uitschieter van 201.952 meldingen (2019: 40.700).
In 2022 komen de meeste meldingen binnen van lokale en internationale banken (39.666) gevolgd door online gokaanbieders (internet gambling providers) (4.6875). Casino’s hebben 2.430 meldingen gedaan.
FIU: ,,Als we 2019 (40.700 rapporten) vergelijken met 2022 (90.706 rapporten), is het aantal ontvangen meldingen opnieuw meer dan verdubbeld in enkele jaren tijd. Deze groei is voornamelijk te wijten aan een toename in ontvangen meldingen uit de banksector (nationaal en internationaal), geldtransactiekantoren en de (online en landbased) goksector. De laatste sector is ook verantwoordelijk voor de uitschieter in 2020, waarin een achterstand van (voornamelijk objectieve) meldingen werd ingediend door online gok-entiteiten. Het is overigens interessant om te zien dat hoewel het aantal meldingen uit deze sector in de loop der jaren is gegroeid, het aantal meldende entiteiten in deze sector vrij laag is gebleven. Verder wordt opgemerkt dat het aantal meldingen ontvangen van bepaalde niet-financiële instellingen die wel een meldplicht hebben, de afgelopen jaren vrij laag blijft.”
De FIU maakt onderscheid tussen objectieve en subjectieve meldingen, waarbij objectieve meldingen gebaseerd zijn op een lijst van indicatoren en de subjectieve melding gebaseerd is op de indicator nummer 211: ,,Een transactie waarbij er reden is om te geloven dat deze verband kan houden met witwassen of financiering van terrorisme.” De formulering ‘reden om te geloven’ maakt dat er een hele lage drempel is voor melding, wat zou moeten leiden tot meer meldingen. In het FIU-rapport staat: ,,Het bereikte percentage subjectieve ‘211’-meldingen ontvangen in het Covid-jaar 2020 laat een historisch dieptepunt (0,42 procent) zien en dit percentage bleef laag in de daaropvolgende jaren. Subjectieve meldingen zijn doorgaans de belangrijkste meldingen voor de FIU.”
De FIU verwachtte echter vooral meer subjectieve meldingen uit de goksector. ,,De lokale en internationale banken blijven de sectoren waaruit de meeste meldingen van ongebruikelijke transacties worden ontvangen. En meldingen ontvangen van online gokbedrijven zijn in opkomst. Er moet echter wel worden opgemerkt dat slechts een paar online gokbedrijven van de vele geregistreerde entiteiten melden, en dat naar verwachting veel entiteiten in deze sector zich ook nog niet hebben geregistreerd bij de FIU”, zo tekent de organisatie op.
En de ogen zijn gericht op de goksector, want zo merkt de FIU op dat bepaalde sectoren meer blootgesteld zijn aan dreigingen van witwassen. ,,Een kwetsbare sector is de online goksector. Tijdens en na de beoordelingsperiode hebben het OM, Interpol en de FIU meerdere verzoeken ontvangen die wijzen op een relatie tussen illegale activiteiten van criminele organisaties en online gokentiteiten die opereren met een goklicentie van Curaçao.”
De FIU valt een toename op van het aantal spontane meldingen over entiteiten in de goksector in 2018 en 2019. En zo wordt vermoed: ,,Nu verschillende buitenlandse gokautoriteiten in jurisdicties zoals Italië, Malta en Denemarken strengere maatregelen hebben genomen tegen deze sector, is het mogelijk dat meer rechtspersonen zullen proberen een (sub)goklicentie op Curaçao te verkrijgen om hun activiteiten voort te zetten.”