Amigu di Tera/Defensa Ambiental: Wet luchtkwaliteit overtuigt niet (2)
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De concept-Landsverordening luchtkwaliteitseisen overtuigt verschillende organisaties die door het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) om een standpunt gevraagd is niet.
Enerzijds wordt toegejuicht dat verzocht is een mening te geven, maar dat neemt niet weg dat de meeste gevraagde organisaties - Amigu di Tera/Defensa Ambiental (AdT/DA), Fundashon Birgen de Rosario, stichting Clean Air Everywhere, Curaçao Ports Authority (CPA), Refineria di Kòrsou (RdK) en Schoon Milieu op Curaçao (Smoc) - kritisch zijn.
AdT/DA vinden de huidige conceptwet te beperkt. Uitgelegd wordt: ,,Het milieu omvat, zoals u bekend meer dan de luchtkwaliteit en de gezondheid en materiële belangen van de bewoners van een geografisch beperkte ruimte (gedoeld wordt op het Schottegatgebied waar de raffinaderij staat, red.). De gewijzigde hinderverordening dreigt een gelegenheidswet te worden omdat, eenmaal gerealiseerd de politieke omgeving dit al voldoende vindt en verdere uitwerking van een adequate wetgeving niet zal plaatsvinden ondanks dat in de Memorie van Toelichting (MvT) vermeld wordt dat het ministerie goede voornemens heeft in deze.” De organisaties vinden dat er een bredere milieuwetgeving moet komen waarin de bepalingen voor de luchtkwaliteit een onderdeel is. In de MvT staat dat daar ‘verdere inspanningen’ voor nodig zijn, maar zo constateren AdT/DA, het uiteindelijke initiatief ligt hiervoor bij de Staten. En daar hebben de milieu-instanties een hard hoofd in: ,,En daar (in het Parlement, red) bestaat de overtuiging niet dat een goede kwaliteit van het milieu gegarandeerd moet worden in het belang van het land en zijn inwoners en alsmede buiten onze landsgrenzen.”
De milieuorganisaties vinden ook dat het maatschappelijk belang in de wet prevaleert boven het milieubelang. ,,Met ‘zogenaamd maatschappelijk belang’ doelen wij op de vaagheid hiervan en dat van alles kan worden ingezet om het milieubelang te minimaliseren. En het milieubelang wordt verder niet sterker gemaakt door bijvoorbeeld het traject van verbetering van de luchtkwaliteit te faseren met beargumenteerde te nemen maatregelen voor iedere stap naar de uiteindelijke gekozen norm”, zo wordt nader uitgelegd wat bedoeld wordt.
Verder wordt afgevraagd of de keuze van de normen voor de betreffende stoffen wetenschappelijk en technisch voldoende gemotiveerd is. ,,Dat de Verenigde Staten en de Europese Unie normen hanteren die kunnen afwijken van de ‘guidelines’ van de World Health Organization (WHO), moet juist motiveren om de lokaal gekozen normen technisch/wetenschappelijk adequaat vast te stellen. Zo niet dan zal de politiek de praktijk van de Verenigde Staten en de Europese Unie aangrijpen om ook hier af te wijken van de voorgestelde normen om aldus met het aanhalen van het zogenaamde maatschappelijk belang de normen te versoepelen.”
Vervolgens gaat de organisatie dieper in op wat er verder concreet gemist wordt in de concept-Landsverordening Luchtkwaliteit. Zo wordt aangevoerd dat er ook beleid gemaakt moet worden op de uitstoot van gassen door het gemotoriseerd verkeer dat in belangrijke mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. ,,De indruk bestaat dat het nu het Schottegatgebied betreft, en de bijdrage aan luchtverontreiniging van de scheepvaart in de haven (en dus stedelijk gebied) niet de volle aandacht krijgt.
De uitstoot van onder andere auto’s zou gemakkelijk onder controle kunnen worden gehouden door voorzieningen te treffen aan de uitlaat, wat door de Keuringsdienst jaarlijks kan worden gecontroleerd. Hoewel dit laatste niet valt onder de bevoegdheid van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), zal dit aspect van het luchtkwaliteitsbeleid door het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), gecoördineerd moeten worden.”
Dan hebben de stichtingen nog opmerkingen over de bouw. ,,Met betrekking tot een protocol voor de bouw van woningen en andere gevoelige bestemmingen (zoals beschreven in de conceptwet, red.); de elementen en eisen van zo’n protocol moeten openbaar zijn. Zoals het er staat is het te vaag en de bouw wordt op deze manier gemakkelijk gedomineerd door VVRP en aannemersbelangen. De VVRP blundert regelmatig met het verstrekken van bouwvergunningen die tegen het rationeel gebruik van de schaarse ruime ingaan, uitgaande van de Bouw- en Woningverordening die uit de dertiger jaren stamt toen Curaçao nog dunbevolkt was. Lucht, bodem, water, juiste locatie, hinder voor de nabije omgeving en dergelijke spelen er geen rol.”