Het aantal kabanapalmen, een zeldzame palmensoort, die ook wel Sabal antillensis heet, is groter dan aanvankelijk gedacht. Wetenschappers van Caribbean Research and Management of Biodiversity (Carmabi) en Wageningen University and Research (WUR) hebben deze week namelijk een tot dan toe onbekende populatie ontdekt, op de steile oosthelling van de Christoffelberg.
Kabanapalmen komen alleen voor op Curaçao en ze groeien op de heuvels van Knip, met name op de Seru Gracia en Seru Bientu ten westen van de Christoffelberg. De palmen vallen erg op met hun gebogen, kale stammen en kunnen zeer oud worden.
Vorig jaar zagen André van Proosdij (WUR) en Erik Houtepen (Carmabi) tijdens veldwerk op de Christoffelberg van grote afstand een palm op de oosthelling van de Christoffelberg. Deze was vanaf de plek waar de wetenschappers stonden niet bereikbaar, maar met behulp van verrekijkers was snel duidelijk dat het een kabana betrof. Dit is volgens Carmabi een bijzondere vondst, want de kabana was alleen bekend van heuvels ten westen van de Christoffelberg.
Deze week trokken Houtepen en Van Proosdij er met een klein team opuit om de bewuste palm te zoeken, geholpen door dronebeelden en verrekijkers. Hoog op de zeer steile, moeilijk begaanbare oosthelling, op grote afstand van wegen en trails, vonden zij vijf gezonde, jonge exemplaren. Mogelijk staan er meer exemplaren in de omgeving, maar dat moet nader onderzocht worden. De palmen zien er volgens de wetenschappers gezond uit, zijn circa 20-50 jaar oud en hebben nog geen bloemen of vruchten.
De geschiedenis en herkomst van de nieuw ontdekte exemplaren is volgens hen niet bekend. Een uitbreiding van de westelijke populatie in oostwaartse richting lijkt voor de hand te liggen, maar is niet logisch. Immers, zaden moeten dan tegen de sterke passaatwind in en over de top van de Christoffelberg heen verspreid zijn.
Waarschijnlijker is het volgens de wetenschappers dat er altijd al kleine aantallen kabanapalmen op de oostkant van Christoffelberg groeiden, maar dat deze nooit eerder gezien zijn. Houtepen en Van Proosdij en hun team hebben DNA verzameld, zodat de genetische verwantschap met de westelijke populatie onderzocht kan worden.
In een verklaring legt Carmabi uit dat de betreffende palmensoort voorkomt in een gebied met een oppervlakte van ongeveer 8 vierkante kilometer, grotendeels binnen het Christoffelpark. De nieuw ontdekte populatie betekent een uitbreiding van zo’n 15 procent van het bekende verspreidingsgebied in oostwaartse richting.
Tot slot wijst het biologisch instituut nog op het succesvolle herstel van deze palmensoort, sinds eind jaren 70. In 1979 werd er namelijk een eerste telling gedaan van kabanapalmen. Er zijn toen slechts 323 volwassen exemplaren aangetroffen. Begin jaren 90 vervolgens zijn er veel geiten uit het Christoffelpark verwijderd en kwam er hierdoor een einde aan een langdurige overbegrazing. Volgens Carmabi heeft de natuurlijke vegetatie zich hierna spectaculair hersteld en is de populatie kabanapalmen fors gegroeid tot ruim 1.000 stuks.
