Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ministers van Justitie, Shalten Hato (MFK) en van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), Ruthmilda ‘Mimi’ Larmonie-Cecilia (PNP), hebben een ministerieel besluit ondertekend om het mogelijk te maken dat internationale artiesten kunnen optreden tussen december 2023 en het einde van het carnavalsseizoen 2024.
Hato benadrukt dat bij elk internationaal optreden ook een lokale artiest moet performen om zo het Curaçaose talent te beschermen. Verder beklemtonen de ministers dat het van belang is dat voor elk internationaal evenement tijdig een aanvraag moet worden ingediend. ,,Het wordt aanbevolen dat organisatoren alle benodigde vergunningen regelen en belastingen betalen voordat ze met de promotie van een evenement beginnen”, aldus Hato en Larmonie-Cecilia.
En met deze laatste opmerking komt de discussie die tussen Hato en de minister van Financiën, Javier Silvania (MFK) gevoerd werd weer naar boven. De Financiënminister hamerende bij het evenementenbeleid Vibrando van Justitie op de belastingregeling rond internationale artiesten. Maar Hato stelde dat hij als Justitieminister vooral belast is met het vergunningenbeleid en het handhaven van de openbare orde bij evenementen en dat Vibrando zich daarop concentreert. Als er goede afstemming is tussen de ministeries moet bij Financiën en de Belastingdienst tijdig bekend zijn dat er een vergunning is aangevraagd en kan daarop actie ondernomen worden door deze instanties, zo was de reactie van Hato op Silvania. Want bij het afgeven van een evenementenvergunning wordt een afschrift gestuurd naar de Inspectie Belastingen en de Stichting Belastingaccountantsbureau (SBAB).
Hato legt met betrekking tot het nu ondertekende besluit nog uit dat een internationale artiest of muzikant iemand is die officieel niet op Curaçao verblijft en dus ook niet geregistreerd staat in het bevolkingsregister. ,,Ieder jaar moet volgens de wet een ministerieel besluit worden genomen om internationale artiesten op ons eiland te laten optreden tijdens het zogenaamde ‘hoogseizoen’”, zo leggen Hato en Larmonie-Ceclilia nog uit.