Coalitiegenoot Osepa wil budgetrecht Staten waarborgen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Het College financieel toezicht heeft ons gezegd dat Curaçao 200 miljoen te veel heeft geleend van Nederland gedurende de covidcrisis. Ik wil van de minister van Financiën weten of dit waar is. Indien dit het geval is, dan is dit een zeer serieuze zaak, want vroeg of laat krijgen we de rekening hiervoor gepresenteerd. MinFin moet hierop antwoord geven”, stelde coalitiegenoot Sheldry Osepa (PNP) gisteren in de Staten, tijdens de begrotingsbehandeling 2024.
Een uiterst kritische Osepa belicht verschillende aspecten van de begroting van 2024, waar hij van mening is dat het budgetrecht van het parlement niet gerespecteerd wordt en verzwakt is. ,,De begroting in acht nemend vraag ik me af, of de minister van Financiën echt denkt, dat wij deze begroting kunnen aanvaarden, zonder een oplossing te hebben voor de Ennia- en CMC-problematiek. Het Cft heeft eerder al adviezen hierover gegeven. Indien er geen oplossing is, reist de vraag hoe de MinFin deze zaken gaat aanpakken.”
Vervolgens richt Osepa zijn pijlen op de kansspelsector waar nog steeds geen landsverordening voor is. ,,Wij zijn de grootste wereldspeler in deze sector, al mogen we dit niet hardop zeggen. Maar ik maak me ernstige zorgen dat Curaçao zijn mogelijkheden en positie hierin, aan het verkwanselen is”, zegt hij richting Financiënminister. ,,Ik heb moeite met het begrotingspunt ‘nog in te delen’ voor een bedrag van 31 miljoen en ‘onvoorziene uitgaven’ van Financiën, voor een bedrag van 43,5 miljoen gulden. Hierdoor moeten we juist het budgetrecht van het parlement goed in de gaten houden. Ook bij de Kapitaaldienst zien we een bedrag van 90 miljoen begroot als ‘onvoorzien’. Dit kan willekeur en corruptie in de hand werken”, concludeert Osepa.
Parlementariër Steven Martina (MAN) belicht verschillende posten bij de begroting van Financiën, waar grote toenames te zien zijn. De Gewone Dienst voor 2024 vertoont een toename van 52 miljoen. ,,We willen weten waar dit door komt. De inkomsten over 2023 bij de Landsontvanger laten een toename zien van 78 miljoen. Een vraag is echter, wat de prognoses voor de inkomsten van de Landsontvanger voor 2024 zijn. Bij de post Geldleningen zien we 893 miljoen gulden minder begroot in vergelijking met 2023. Ik neem aan dat de regering een groot gedeelte van leningen zal aflossen, wat tot deze daling leidt. Kan de regering deze grote discrepantie toelichten en wat de investeringen zijn in verband met deze post?”, vraagt Martina tot slot.
Parlementariër Quincy Girigorie (PAR) zegt dat het Raad van Advies (RvA) over het financieel beheer van Curaçao heeft geconstateerd dat er grote verschillen zijn tussen de begrote bedragen en de werkelijke uitgaven van de regering. ,,Waar de begroting van 2024 mee kampt is een gebrek aan inzicht in de nakomende facturen, met als gevolg dat aan het einde van het jaar ineens zeer grote, te betalen bedragen boven water komen.” Hij geeft een voorbeeld van 2022 waar te zien is dat er 30 miljoen aan uitgaven was begroot terwijl de werkelijke uitgaven 90 miljoen waren. ,,Men kan concluderen dat er geen controle is op de reële uitgaven van de regering. Er wordt voorgespiegeld dat er een surplus zal zijn aan het einde van het jaar, maar dit slaat juist vaak om in grote tekorten”, zegt Girigorie in zijn redevoering. De PAR-parlementariër zegt verder onbegrip te hebben, voor degenen die beweren dat veel belastinggelden die op straat lagen, door de MinFin als extra’s zijn geïncasseerd. ,,In een vonnis van augustus 2023, komt juist naar voren dat deze minister 800 miljoen aan belastingschulden van personen en instanties die dit wel konden betalen, heeft kwijtgescholden. Ik wil van de minister weten hoe dit zit. Indien we over dit geld kunnen beschikken dan is er geen Ennia-probleem”, concludeert Girigorie.
Ten aanzien van de behandeling van de begroting 2024, verklaart parlementariër Ana-Maria Pauletta (PAR) desgevraagd: ,,Het is de intentie nu vragen te stellen en opmerkingen te maken over elk van de 10 hoofdstukken betreffende de begroting van 2024. Deze zullen schriftelijk ingediend worden, waarna de Statenleden te zijner tijd, schriftelijke antwoord krijgen van de betreffende ministers.” De vergaderingen deze week richten zich enkel op de cijfers die voorkomen in de 2024-begroting, terwijl de inhoudelijke, beleidsmatige aspecten in een latere openbare vergadering in het parlement aan bod zullen komen.