OM via Hof dwingen tot vervolging personen in Ennia-kwestie
Van een onzer verslagevers
Willemstad - Onder meer de fractie van PAR in de Staten, de grootste oppositiepartij van Curaçao, wil namens belanghebbenden een zogeheten artikel 15-procedure initiëren met als doel het Openbaar Ministerie (OM) door het Hof te laten bevelen daadwerkelijk over te gaan tot strafrechtelijke vervolging van de personen die verantwoordelijk zijn voor de bij Ennia toegebrachte schade.
Dat bevestigt fractievoorzitter tevens PAR-leider Quincy Girigorie, zelf jurist en in het vorige kabinet minister van Justitie. De partij organiseerde gisteravond in buurtcentrum Janwé een bijeenkomst van belanghebbenden/potentieel gedupeerden en advocaat Alicia Blonk.
Na de nodige mediaberichten over aangiften in 2018 en 2019 door de Centrale Bank CBCS, waar als gevolg van capaciteitsgebrek nog weinig mee was gedaan, en de maatschappelijk druk die daarop volgde, liet het OM eind vorige maand weten dat de aangiften van de CBCS ‘in behandeling zijn genomen’ en zelfs dat ‘er al enige tijd een strafrechtelijk onderzoek loopt, dat nog niet is afgerond’.
,,Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Recherche Samenwerkingsteam (RST), onder verantwoordelijkheid van het Centraal Team van het Openbaar Ministerie”, aldus een persbericht van het OM van 22 september jongstleden. Hoewel het OM zich er naar eigen zeggen ‘van bewust is dat de problemen rondom de Ennia iedereen bezighouden’, kon er inhoudelijk nog weinig over worden gezegd.
Het lijkt erop dat de PAR-voorman die optreedt als ‘vertegenwoordiger van belanghebbenden’ hier geen genoegen mee kan nemen of er nog weinig vertrouwen in heeft dat het onderzoek ook daadwerkelijk leidt tot vervolging, zeker nu de aangiften er al vier en vijf jaar liggen en er inmiddels uit de civiele rechtszaken veel informatie over het handelen van Ennia-eigenaar Hushang Ansary, de ex-directeuren en oud-commissarissen van Ennia beschikbaar is gekomen.
In artikel 15 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is aan de rechtstreeks belanghebbende de bevoegdheid toegekend tot het doen van schriftelijk beklag bij het Hof in het geval van het niet-vervolgen door het OM van een strafbaar feit. In dit geval lijkt sprake van 30.000 direct belanghebbende polishouders/pensioengerechtigden, maar ook het Land Curaçao (lees: de belastingbetalers) gaat de komende decennia een paar honderd miljoen steken in de afwikkeling van Ennia Caribe Leven (ECL).
Zoals eerder bericht was er een oorspronkelijke aangifte van de CBCS in 2018 (nog vóór de noodregeling van juli dat jaar), gevolgd door een aanvullende aangifte een jaar later in 2019.
De aangiften inzake Ennia
Aan de hand van verzamelde informatie heeft het Antilliaans Dagblad getracht een compilatie te maken van de aangiften bij het OM door CBCS.
De aangifte van strafbare feiten had onder meer te maken met het niet door Ennia verstrekken van informatie, terwijl daartoe een wettelijke verplichting bestaat; maar ook het niet opvolgen van aanwijzingen van de CBCS aan de Ennia. Het niet voldoen aan medewerking betrof zowel de aandeelhouders (waaronder grootaandeelhouder Hushang Ansary) als de raad van bestuur (RvB). Ennia voldeed evenmin aan de plicht om aan CBCS te melden dat ze niet voldoet aan de solvabiliteitsratio.
Al deze feiten zijn misdrijven op grond van de Landverordening Toezicht Verzekeraars (LTV) als ze opzettelijk zijn verricht. In de aangifte worden voorbeelden gegeven die laten zien waarom CBCS van mening is dat het opzettelijk is. Daarnaast deed de Centrale Bank aangifte van delicten die niet in de LTV-wet staan, maar volgens de CBCS wel van toepassing zijn, namelijk: valsheid in geschrifte, verduistering en witwassen.
Het OM deed niet (helemaal) niets. Eind juli 2018 - de noodregeling was toen wel van toepassing - is op bevel van de Officier van Justitie, met toepassing van het Wetboek van Strafvordering, verlof verleend tot het leggen van conservatoir beslag en tot bewaring van het recht van verhaal voor de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van Ennia Caribe Holding en Hushang Ansary. Uit kracht van dat bevel is toen door de deurwaarder op Sint Maarten conservatoir beslag gelegd op alle percelen die tezamen onder de naam Mullet Bay op de balans van Ennia staan. Dit conservatoir beslag ligt nog op de percelen.
Een jaar later volgde in 2019 aanvullende aangifte, namelijk door feiten die in het onderzoek van de CBCS naar de situatie bij Ennia naar boven zijn gekomen te delen met OM. De feiten die in de aanvullende aangifte zijn beschreven zijn met name de onttrekkingen in de vorm van ongeoorloofde dividenduitkeringen en excessieve kosten (donaties aan doelen in de VS, Netjets-privévliegtuigen, ‘spookwerknemers’, commissarissen etc.) en de waarderingen van Mullet Bay (SunResorts).
De hoogte van het tekort is daarbij ook aangegeven. De omschrijving van al deze feiten in de aanvullende aangifte is hetzelfde als in de stukken die in de civiele aansprakelijkheidsprocedure zijn ingebracht.