CBV: Met actiefonds geen angst meer voor directeuren
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Zorgbond CBV heeft met het nieuw ingestelde ‘Fondo di Solidaridat’, in de persuitnodiging ‘actiefonds’ genoemd, een troef in handen tegen zorgdirecties, zo is door vakbondsleider Annaliza Mathilda gisteren in een persconferentie uit de doeken gedaan.
In haar toespraak ageerde zij vooral tegen ‘directeuren en managers’ die hoge salarissen opstrijken en allerhande ‘mooie voorzieningen hebben zoals een auto en woning’ en er ‘zonder hart’ alleen voor zichzelf zitten. ,,Ze hebben dan misschien wel topopleidingen gedaan, maar missen de kennis over hoe om te gaan met de mensen die voor hun werken. Ze zitten daar om rekensommen te maken ten gunste van het instituut waarvoor ze werken, maar niet in het voordeel van de werknemers.”
Terwijl de rechten van zorgwerkers, vooral ‘hard zwoegende personen met een groot hart voor de medemens en samenleving, met voeten getreden worden’. ,,Nou, directeuren, ik kan u nu vertellen dat wij als zorgwerkers bij het overtreden van al onze rechten, met dekking van het fonds, nu de straat op durven en voor onze rechten zullen opkomen. Want er is geen dreiging meer van ‘no work no pay’ als (terecht) het werk neergelegd wordt”, aldus Mathilda.
‘Terecht’, zo geeft zij aan: ,,Onze mensen gaan niet voor niets staken. Dat doen zij alleen maar als hun rechten echt geschonden worden. Dus als directeuren die respecteren dan lopen ze ook niet de straat op. Maar mensen zijn er doodmoe van om telkens van de directeur te horen dat er geen geld is. Je hebt er toch voor gekozen om directeur te zijn? Dan moet je ook alle uitdagingen daarvan aangaan. Als je voor een baan in de zorg kiest, moet daar ook je hart liggen. Een zorgmedewerker werkt met mensen en kan dat alleen goed doen als er pais en vree is.”
Zij doet uit de doeken wat voor offers zorgverleners brengen, zoals de onregelmatige werktijden en het vaak niet aanwezig kunnen zijn bij hun familie op zon- en feestdagen. Maar ook benadrukt zij de mentale impact van het werk. Er is geen maatschappelijk werk voor de zorgwerkers ‘die soms de ergste dingen meemaken’. Als voorbeeld geeft ze dat zorgverleners mee moeten maken dat mensen overgeven of doodgaan. ,,Maar de CBV is er wel voor hun. We geven feesten, happy hours en organiseren een sinterklaasfeest voor hun kinderen. We eren en erkennen onze leden.”
Ze legt nog uit dat de bond niet alleen klaagt en niets doet. Er is een opleiding gestart voor zorgpersoneel waar eerdaags 60 personen voor slagen. ,,Zij gaan verder als ziekenverzorger, of studeren door als verpleegkundige of intensive care (ic)-verpleegkundige.”
En ze geeft ook antwoord op haar eigen gestelde vraag waarom gisteren een historische dag was. ,,Want het is Cultuurweek en we staan stil bij Tula, als persoon waar hij voor stond. Hij is gestorven, maar de manier waarop hij behandeld werd gebeurt nog steeds in instituten. Onze medewerkers en leden worden nog steeds misbruikt. Want je hebt als directeur slechte bedoelingen als je doelbewust een collectieve arbeidsovereenkomst openbreekt omdat je een sollicitant voor je hebt die dringend werk nodig heeft en alles accepteert. Zo’n behandeling verdienen onze mensen niet. Nu is alles zogenaamd zakelijk, er zit geen greintje menselijkheid meer bij.”
Over het fonds legt Mathilda nog uit dat dit de goedkeuring wegdraagt van de penningmeester van de bond. En, zij meent dat dit een signaal is naar nieuwe jonge mensen die kiezen voor dit beroep en niet elders gaan werken of voor ander werk kiezen. Ook geeft ze aan dat het moderne syndicalisme gestoeld is op het voeren van gesprekken en het met elkaar om de tafel zitten. Maar, zo vindt Mathilda: ,,We hebben nu anderhalf jaar met elkaar gesproken, zonder resultaat.”