Doran slaat terug: CRU/RdK levert wanprestatie
Willemstad - CPR (onder aanvoering van de Curaçaose directeur Erchenel Doran) draait het om: het is CRU, dochterbedrijf van overheids-nv RdK, die zich niet houdt aan de contractuele afspraken.
Caribbean Petroleum Refinery (CPR) - aanvankelijk vooral in beeld als door de headhuntingcommissie naar voren geschoven ‘preferred bidder’ voor de later mislukte overname van de Isla-raffinaderij en sinds augustus 2022 huurder van opslagruimte bij de olieterminal Bullenbaai - stelt dat er sprake is van ‘serieuze gebreken’ aan de tanks. Daardoor is het volgens CPR (lees: Doran) ‘juist CRU die háár verplichtingen uit hoofde van de opslagovereenkomst niet is nagekomen’. CRU staat voor Curaçao Refinery Utilities, dochteronderneming van Refineria di Kòrsou (RdK), die geleid wordt door interim-directeur Patrick Newton.
,,CPR is hiermee blootgesteld aan grote risico’s - contaminatie, onveilige situatie, zand in de tank, etc., etc. - en kan in alle redelijkheid dus niet gehouden worden om desalniettemin maar gewoon de volledige initieel overeengekomen prijs conform de opslagovereenkomst met CRU te betalen”, aldus de advocaten Karan Doekhi en Shannon Terpstra van Murray Attorneys namens CPR.
Het is dus pertinent onjuist dat CPR, zoals CRU doet voorkomen, de vorderingen van CRU niet zou hebben betwist. ,,Dat heeft zij juist wél.” Zoals het Antilliaans Dagblad gisteren berichtte, gaat het volgens de overheidsentiteiten van het Land Curaçao om een bedrag van 8,2 miljoen dollar en bijna 501.000 gulden alsook doorbetaling van 1,1 miljoen dollar per maand vanaf 16 juli 2023 totdat opslag van de tankcapaciteit door CPR bij CRU ten einde is gekomen.
,,Tussen CRU en CPR bestaat inderdaad een overeenkomst strekkende tot de huur/verhuur van opslagtanks op de terminalfaciliteit alhier op Curaçao”, aldus de raadslieden namens CPR/Doran. Blijkens die opslagovereenkomst zijn partijen daarvoor initieel een prijs van 0,18 dollar per vat per maand overeengekomen op basis van een opslagcapaciteit van 6.888.556 vaten. Dit resulteert in de totaalsom van 1.239.940 dollar per maand.
De advocaten van de huurder: ,,Punt is echter dat deze opslagprijs gebaseerd is op goed werkende en niet gebrekkige tanks. Juist daar wringt hier de schoen. Kort na ingebruikname van de opslagtanks bleek immers dat er sprake was van gebrekkigheid.” Hier is volgens CPR uitvoerig over gecorrespondeerd met CRU.
Interessant daarbij is bijvoorbeeld, aldus CPR, de e-mail van Ethward Manuel (voorheen betrokken bij olieterminal Bopec op Bonaire, red.) van 18 mei. Hij trad op als een expert voor en namens CPR en bericht met deze e-mail aan David de Haseth en Giovanni Con, beiden verbonden aan CRU.
,,Hieruit kan worden afgeleid dat er een inspectie heeft plaatsgehad van tank 9106 - dat is een van de tanks die door CRU aan CPR wordt verhuurd - en dat daarbij is gebleken: 1. dat niet inzichtelijk is gemaakt hoe de bewuste tank is getransformeerd tot een tank voor de opslag van ‘fuel oil’; 2. dat er geen rapportage beschikbaar was van een gecertificeerd inspecteur zijdens CRU onderschrijvende dat ‘fuel oil’ inderdaad in de bewuste tank kán worden opgeslagen op een veilige wijze zonder het risico op (bijvoorbeeld) contaminatie; en 3. dat er zand werd geconstateerd in de tank hetgeen funest is voor ‘fuel oil’ en de kwaliteit daarvan.” Dit is onderschreven door Manuel in zijn recente verklaring.
De raadslieden: ,,CRU komt haar verplichtingen ten opzichte van CPR niet, althans niet volledig, na. CRU had een volledig functionerende tankcapaciteit mogen verwachten en krijgt die niet, maar hier vraagt CRU wel volledige betaling daarvoor. Dat kan niet de bedoeling zijn.” De advocaten van Dorans CPR spreken daarom van een ‘wanprestaties’.
Initiële huurprijs alleszins onredelijk...
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.