Onderzoek drijvende windmolens afgerond

Resultaten binnen drie maanden verwacht

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het onderzoeksschip Fugro Brasilis heeft - in opdracht van de Curaçaose overheid - ongeveer twee weken lang geofysisch onderzoek gedaan naar de zeebodem rond het eiland. Deze hebben de onderzoekers driedimensionaal in kaart gebracht.

Windmolens 2 Het doel van deze ruim 3,6 miljoen gulden kostende operatie is om, mede op basis van deze onderzoeksdata, te kunnen beslissen waar er drijvende windmolens geplaatst kunnen worden.
Via de website Vesselfinder.com hield het Antilliaans Dagblad bij op welke locaties het schip onderzoek deed. Grofweg kan gezegd worden dat dit rondom het gehele eiland was, met uitzondering van de kuststrook tussen Bullenbaai en de zuidkant van Oostpunt. Op de afbeeldingen - die slechts een selectie zijn van de totale route die het schip aflegde - is te zien waar het schip onder meer heeft gevaren om de zeebodem te scannen.
Dat er op zo veel plekken onderzoek is gedaan, wil niet automatisch zeggen dat ieder van die locaties ook in aanmerking komt, of de voorkeur heeft, als die door Fugro geschikt worden geacht.
Ramon Chong, voorzitter van de werkgroep Offshore Wind, legt uit dat er eerder al door Fugro deskresearch is gedaan, op basis waarvan de Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) een advies heeft geformuleerd. Dit heeft geleid tot een selectie van beoogde zones waar mogelijk drijvende windturbines geplaatst zouden kunnen worden. Die selectie is vervolgens geprioriteerd.
Op de resultaten van het door Fugro uitgevoerde onderzoek is het nog even wachten. Die worden volgens Chong binnen drie maanden opgeleverd.
De werkgroep, waar hij de voorzitter van is, bestaat uit leden van de ministeries van Algemene Zaken, Economische Ontwikkeling, Gezondheid, Milieu en Natuur, en Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, en uit de vier overheids-nv’s, Curoil, Refineria di Kòrsou, Aqualectra en Curaçao Ports Authority.