Van onze redactie
Willemstad - De verschillende stranden op Curaçao zijn wereldwijd bekend en ‘vormen zonder twijfel een essentieel onderdeel in de promotie van ons land als toeristische bestemming’, zo schrijft het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO). Echter blijkt er geen overeenstemming te zijn tussen MEO en het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) over de ontwikkeling van en het onderhoud aan deze stranden.
Recentelijk heeft MEO middels een brief aan het ministerie van GMN met urgentie gevraagd om werk uit te voeren bij acht stranden die al jaren niet het benodigde onderhoud hebben gekregen. Het betreft hier de stranden van Caracasbaai, Jeremi, Lagun, Playa Fòrti, Kenepa Grandi, Kenepa Chikí, Daaibooi en Santa Cruz.
In deze brief dringt MEO-minister Ruisandro Cijntje (PNP) er bij het ministerie van GMN op aan om goedkeuring te geven aan ontwikkelings- en onderhoudsplannen en de ondertekening van de beheersovereenkomst met de Curaçao Tourist Board (CTB) voor het coördineren van de plannen en het werk. Het blijkt echter dat het ministerie van GMN ervoor heeft gekozen om dit ontwikkelings- en onderhoudswerk in handen te laten van een afdeling van MEO. Daar lijkt Cijntje niet blij mee. MEO beargumenteert namelijk dat de verantwoordelijkheid van onderhoud en ontwikkeling van stranden niet in handen ligt van zijn ministerie, maar dat dit altijd door GMN ‘aangepakt’ werd. Het blijkt, zo schrijft MEO, dat er aan deze zaak geen prioriteit is gegeven door GMN.
Gezien het belang van de stranden als toeristisch product, is minister Cijntje sinds zijn aantreden in 2021 actief bezig in een interministeriële werkgroep met het doel om ontwikkelingsplannen en onderhoud te realiseren aan de acht bovengenoemde openbare stranden (van de in totaal 34 op Curaçao). Door de werkgroep is er een plan opgesteld om de ontwikkelings- en onderhoudsplannen in een tijdsbestek van vier jaar uit te kunnen voeren, met een kostenplaatje van in totaal 25,5 miljoen gulden.
Voor een zo efficiënt mogelijke uitvoering van deze projecten, heeft Cijntje dit jaar 2,5 miljoen gulden van zijn ministerie beschikbaar gesteld.
In het eerste jaar betrof het kleinere projecten zoals onderhoudswerkzaamheden aan basisfaciliteiten bij Caracasbaai, Jeremi, Lagun en Playa Fòrti, om daarna verder te gaan met grotere projecten bij Kenepa Grandi, Kenepa Chikí, Daaibooi en Playa Santa Cruz.