Minimaal 8,6 miljoen betalen voor ‘Cunucu Hatun’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De partij die Campo Alegre wil kopen, moet minstens 8,6 miljoen gulden meenemen. Uit de veilingvoorwaarden blijkt dat het minimum bod 7,1 miljoen bedraagt. Daar komen echter nog aanvullende kosten bij.
Onder meer overdrachtsbelasting van 560.000 gulden (over een leggerwaarde van 14 miljoen) plus honorarium van 56.200 en omzetbelasting (ob). Daarnaast zijn er nog ‘diversen’, waaronder de grote post van ruim 720.000 gulden aan achterstallige onroerendezaakbelasting (ozb) tot en met 2023 van bijna 83.000 per jaar, alsmede voorbereidingskosten voor veilingmeester Troostwijk Auctions van circa 130.000 gulden. Het komt erop neer dat bij het minimum bod een bedrag van bijna 8,6 miljoen dient te worden voldaan. Dit is nog exclusief ontruimingskosten en bijkomende hypotheekkosten.
Het gaat hierbij om percelen te ‘Cunucu Hatun’. De marktwaarde werd in juni 2021 door RVM Design & Taxaties getaxeerd op 14,8 miljoen gulden en de executiewaarde op 8,9 miljoen. De veiling zelf vindt plaats op 26 september om tien uur ’s morgens in Renaissance. Uiterlijk een dag daarvoor, op 25 september om twaalf uur in de middag, dienen belangstellenden hun bod uit te hebben gebracht middels het invulformulier dat op aanvraag beschikbaar is.
De veiling is ten overstaan van notaris Esther Steenbaar van het Curaçaose Notariskantoor Simon & Steenbaar. Troostwijk Auctions uit Amsterdam is aangetrokken als veilingmeester.
Schade Land
Door het onterechte beslag dat Bart Verhage op het voormalige openluchtbordeel Campo Alegre had gelegd, is het Land in zijn belangen geschaad, omdat het beslag de executie onnodig heeft vertraagd, met waardedaling van het gebouwencomplex en extra kosten ter behoud van het pand tot gevolg.
Dat zegt Tessa Breugom van het advocatenkantoor Lexxio Legal tegenover het Antilliaans Dagblad. Medio april werd officieel bekend dat het beslag van Verhage van Wilshire Advisors Ltd. op Campo op dat moment was opgeheven, waardoor het Openbaar Ministerie (OM) vooralsnog zonder bezwaring kan doorgegaan met de reeds getroffen ontnemingsmaatregelen.
Als het beslag van Verhage niet zou zijn opgeheven - zo legt de jurist uit - zou de opbrengst van een eventuele succesvolle executie moeten worden gedeeld met Verhage, ‘die nota bene zelf als (voormalig) eigenaar van Wilshire heeft nagelaten om te voldoen aan het ontnemingsvonnis van het OM tegen Wilshire, hetgeen betekent dat er minder inkomsten naar het Land gaan’.
Op 21 maart dit jaar hebben het Land Curaçao en de officier van justitie (OvJ) namens het OM een verzoekschrift voor een kort geding ingediend met als verweerders Verhage en Wilshire Advisors. Eerst iets over Wilshire. Daarvoor moet flink in de tijd worden teruggegaan.
Op 20 november 2008 heeft het Hof vonnis gewezen in de zaak van het OM tegen Wilshire, in haar hoedanigheid als eigenaar van Campo (de Hoge Raad heeft later, op 8 januari 2013, de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend voor wat betreft de hoogte van de opgelegde betalingsverplichting ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel en vermindering daarvan; voor het overige is het cassatieberoep verworpen en het vonnis onherroepelijk geworden).
Campo Alegre met drugsgeld aangekocht
Het Hof heeft daarbij geoordeeld dat het aannemelijk is dat veroordeelde, dus Wilshire, wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit deelneming aan een vereniging, die als rechtspersoon tot oogmerk heeft gehad het plegen van misdrijven en het opzettelijk meermalen witwassen van geld, geldswaardige papieren of vorderingen, alsmede opzettelijk uit de opbrengst van door misdrijf verkregen geld, geldswaardige papieren of vorderingen voordeel trekken.
In dat verband heeft Wilshire volgens het Hof onder meer met de opbrengsten van drugsvervoer, via een witwasconstructie, voor de aankoop van het bedrijfscomplex van Campo betaald. Op grond van het ontnemingsvonnis van het Hof - na het arrest van de Hoge Raad - is Wilshire een bedrag van ruim 14 miljoen gulden verschuldigd aan het Land.
De OvJ had al in 2001 conservatoir beslag laten leggen op Campo en de door Wilshire te ontvangen huurpenningen. Voor een lange tijd exploiteerde het bedrijf Rectour Corporation nv de activiteiten van prostitutiecentrum Campo en diende zij maandelijks huurpenningen te betalen aan Wilshire. Dit bedrag moest conform het beslag via het deurwaarderskantoor worden afgedragen aan het OM.
Rectour heeft voor het laatst in 2017 de vereiste betaling verricht. Uit de administratie van het OM blijkt dat er totaal ongeveer 541.000 gulden is ontvangen namens Wilshire. Aldus staat nog een groot bedrag open van de schuld van Wilshire aan het Land.
Het OM heeft toen, zoals te doen gebruikelijk, ingezet op een openbare veiling van Campo, zodat uit de veilingopbrengsten de schuld aan het Land kan worden voldaan.
Dan over de vordering van Verhage op Wilshire: Op 23 januari 2012 heeft het gerecht in eerste aanleg van Curaçao vonnis gewezen in de zaak van Verhage tegen de erfgenamen van wijlen Giovanni van Ierland (die in januari 2009 op klaarlichte dag werd doodgeschoten) en tegen Wilshire. Op basis van dat vonnis heeft Verhage een grote geldvordering op Wilshire.
Om het (nog) complexer te maken: Verhage heeft zijn vordering gecedeerd aan Wheelhouse Foundation. Slechts enkele maanden nadat het gerecht vonnis heeft gewezen, heeft Verhage de gehele vordering middels een door hem ondertekende akte van cessie van 23 april 2012 gecedeerd aan Wheelhouse Foundation, gevestigd te Panama. Het Land en de OvJ beschikken niet over recentere informatie voor wat betreft deze cessie.
Verhage heeft ook beslag gelegd op Campo. Op 22 augustus 2022 heeft een deurwaarder op verzoek van Verhage en uit kracht van het vonnis van 23 januari 2012 executoriaal enkele onroerende zaken ten name van Wilshire in beslag genomen, waaronder Campo. Blijkens het beslagrekest is de hoofdsom van de vordering inclusief wettelijke rente tot en met 6 augustus 2022 berekend op ruim 14,5 miljoen.
De deurwaarder is door de OvJ verzocht om het door hem gelegde beslag namens Verhage op te heffen, aangezien Verhage tijdens het leggen van het beslag al niet meer beschikkingsbevoegd was ten aanzien van de vordering, maar Verhage heeft hem toen te kennen gegeven het beslag te willen handhaven.
De betrokken notaris heeft bij het laatste verzoek om het houden van een veiling aangegeven niet bereid te zijn om een veiling uit te schrijven zolang het beslag van Verhage nog op Campo ligt, aangezien dat een stilzwijgende bevestiging zou inhouden van het door Verhage onbevoegd gelegde beslag. Wat daar juridisch ook van zij, het Land werd in zijn belangen geschaad.
Op basis van de beschikbare stukken was voor het Land en de OvJ voldoende komen vast te staan dat Verhage vanaf het moment dat hij de vordering aan Wheelhouse heeft gecedeerd al niet langer beschikkingsbevoegd was en hij kon dus ook geen beslag leggen.
Daar komt overigens nog bij dat Verhage de vordering, na deze te hebben gecedeerd, ook aan een andere partij had verpand, en dus ook niet bevoegd was om zonder toestemming van die partij uit eigen naam beslag te leggen op Campo. Van een dergelijke goedkeuring was op het moment van het leggen van het beslag niet gebleken.
Het Land heeft zodoende kort gezegd verzocht om opheffing van het beslag onder last van een dwangsom. Nog voordat de zaak voor de rechter kon komen heeft Verhage de deurwaarder geïnstrueerd om het beslag op te heffen en is deze inmiddels opgeheven. Het Land en de OvJ hebben de procedure om die reden ingetrokken.