Van onze correspondent
Den Haag - Bij de herdenking van het slavernijverleden in Den Haag, donderdag, richtte minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming zijn aandacht op de positie van de zwarte vrouw tijdens de slavernij. Hij verwees naar vier bekende vrouwelijks strijders tegen de slavernij. Het lied ‘Four Women’ van Nina Simone gaat over vier vrouwen die als stereotypen worden beschreven, maar alle vier zijn ‘getekend en geketend’ door de slavernij. Daarom noemde Weerwind ook vier vrouwen die nu erkend worden als strijders tegen de Nederlandse slavernij.
,,Ik noem Virginia Dementricia, een Arubaanse vrouw die keer op keer in opstand kwam tegen haar eigenaar, net zo lang tot deze haar niet meer wilde hebben en zij werd verkocht.” Het mocht overigens niet echt baten, want ze werd pas echt vrij bij de afschaffing van de slavernij.
,,Ik noem One-Tété Lohkay, een tot slaaf gemaakte vrouw op Sint Maarten. Ook zij ondernam talloze ontsnappingspogingen, tot bij haar uit straf een borst werd geamputeerd. Vandaar ook haar naam: one-tete.”
,,Ik noem Virginie van Gameren, die als tot slaaf gemaakte haar eigenaar vergezelde in Nederland. Toen zij terugkeerde werd zij wederom te werk gesteld op Curaçao, iets wat zelfs in die tijd volgens de wet niet mocht. Zij vocht deze beslissing aan, met succes.” Zij koos als een van de eersten haar eigen achternaam. Haar verhaal heeft een plek gekregen in een tentoonstelling in het Haags Historisch Museum.
,,En tot slot noem ik Ma Pensa, de vrouw die ontsnapte uit haar gevangenschap in Suriname. Zij had rijstkorrels gevlochten in haar haar, zodat zij deze later, na haar vlucht, weer kon planten en laten ontkiemen.” Alle vier de vrouwen verdienen ons respect, aldus Weerwind. De minister eerde ook zijn eigen moeder, partner van een man met een slavenachtergond, omdat zij hem altijd heeft geleerd op te komen voor verdraagzaamheid en respect.
Weerwind sloot optimistisch af, omdat er nu een kentering lijkt te zijn in de visie op het slavernijverleden van Nederland. ,,De levensloop van Anton de Kom is inmiddels opgenomen in de Nederlandse canon. Er gaan stemmen op voor Keti Koti als vrije dag. Meer en meer is er het besef dat de erkenning van de slavernij de Nederlandse gemeenschap niet tot schande maakt, maar juist vooruithelpt. Niet in verbittering, maar in verbinding. Want samen staan wij sterk, en samen zetten wij de stap vooruit.”
Bij een herdenking in Zoetermeer hield minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gisteren een soortgelijke toespraak. Zij noemde onder de helden die zich verzetten ook Tula. ,,Al die dappere mensen hebben met veel geduld laten zien dat de geschreven geschiedenis - het perspectief van de kolonisator - een essentieel deel verzwijgt. Die verzwegen geschiedenis heeft grote gevolgen gehad. Racisme en discriminatie bestaan nog steeds. In schoolboeken waren de verhalen van Tula, Jolicoeur, Boni en Baron en One-Tété Lohkay niet opgenomen.”
Dat is nu aan het veranderen, maar we zijn er nog niet, benadrukte Van Gennip. ,,Om samen verder te kunnen, om dit trauma te helen en een passende plaats te geven, is er meer nodig. Dit herdenkingsjaar is daarvoor een startpunt. Een jaar waarin we kunnen zien en leren, maar vooral een jaar waarin we luisteren. Naar de verhalen, naar de emoties, naar elkaar (…) We moeten onze toekomst gezamenlijk vorm geven. Want alleen samen kunnen we het verleden goed onder ogen zien en onze kinderen de kracht van vrijheid laten zien.”