Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Dochter Hilde (62) van wijlen Piet Campman die het religieuze bezinningscentrum Seru di Orashon in 1997 bouwde, heeft een door haar aangespannen rechtszaak tegen de stichting Seru di Orashon (opgericht in 2002) en het Bisdom Willemstad deels gewonnen.
Zowel de stichting als het bisdom moeten haar een bedrag van ruim 962.000 gulden betalen vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 9 september 2022. Maar daar staat tegenover dat het de dochter verboden is om tot executoriale maatregelen over te gaan jegens het bisdom, voordat Seru di Orashon is uitgewonnen. Dit betekent in dit geval dat de dochter eerst het perceel grond van Seru di Orashon moet verkopen via een openbare verkoop om de vordering te voldoen. Als er daarna eventueel nog een schuld zou overblijven, moet het bisdom het verschil bijbetalen.
Seru di Orashon ligt achter het toenmalige 77-gebouw (nu La Curaçao) aan de Jan Noorduynweg. ,,Onderliggend gaat de zaak om het (voort)bestaan van Seru di Orashon”, zo wordt in een samenvatting van het gepubliceerde vonnis uitgelegd.
Het zit ingewikkeld in elkaar. Vader Piet Campman heeft indertijd Seru di Orashon namens de Caribische Handelsmaatschappij in 2002 verkocht aan de gelijknamige stichting voor een koopprijs van 1.000.000 gulden. Dit bedrag is omgezet in een renteloze lening. In de eerste 9 jaar was er door de stichting niets afbetaald aan de Caribische Handelsmaatschappij. De schuld van de stichting (aan het bedrijf) is later (in 2011) overgezet naar de dochter, die toen het recht kreeg op betaling van het volledige bedrag. In datzelfde jaar treedt er een nieuw bestuur aan bij de stichting die Seru di Orashon wilde verkopen om daarmee de schuld af te lossen. Daar is door de dochter (middels een rechtszaak) een stokje voor gestoken en zij wordt zelf weer bestuurslid van de stichting. Medio 2012 tekent de stichting een borgstellingsovereenkomst met het bisdom, dat vanaf dat moment garant staat voor de schuld van 1.000.000 gulden. In deze zaak, aangespannen door de dochter, eist zij nu het bedrag van ruim 962.000 gulden op omdat zowel de stichting als het bisdom hun verplichtingen uit de overeenkomsten niet nakomen (alleen het verschil met 1 miljoen is voldaan).
In het vonnis wordt nog eens uitgelegd: ,,Seru di Orashon is het enige vermogensbestanddeel van de stichting. De dochter zelf was vanaf de oprichting de voorzitter van deze stichting. Zij was er dus van op de hoogte dat Seru di Orashon aanzienlijke onderhoudskosten met zich bracht maar dat daar tegenover niet veel inkomsten stonden. In het begin kon met de opbrengsten het onderhoud nog worden verricht, maar in alle tien jaren waarin eigenlijk 100.000 gulden diende te worden voldaan in verband met de geldlenings-overeenkomst en waarin de dochter zelf de stichting bestuurde, is niets voldaan van die vordering. Nadat een nieuw bestuur voornemens was Seru di Orashon te verkopen heeft mevrouw Campman dat middels een kort geding voorkomen. In die periode is ook de borgstellingsovereenkomst tot stand gekomen met het bisdom. Aannemelijk is dat het bisdom een gebaar wilde maken richting Piet Campman, voor alles wat hij voor de katholieke gemeenschap had betekend. Het bisdom heeft vervolgens op zich genomen om borg te staan en om iedere maand 3.000 gulden te voldoen. Gebleken is echter dat ook het bisdom, gelet op zijn financiële situatie, niet in staat is om de vordering te voldoen.”
En zo stelt het gerecht daarom, dat het onder deze omstandigheden in alle redelijkheid onaanvaardbaar is het bisdom tot betaling te dwingen indien het vermogen van de stichting niet eerst is uitgewonnen en om het bisdom op te zadelen met een regresvordering op de stichting.