Exploitatie ‘asphalt production units’ en deel BOO-centrale; huurbedrag geheim
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Hoeveel Curaçao per maand verdient aan de deal met asfaltproducent Global Oil, dat blijft vooralsnog geheim. Overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) mag daar in verband met de NDA (non-disclosure agreement) niets over zeggen.
,,Wij houden van high-risk gebieden”, zei Harry Sargeant III in 2019 tegen het internationale persbureau Reuters. Dat slaat niet op de jongste investering van Global Oil Management Group (GOMG), door op een beperkt deel van de Curaçaose Isla-raffinaderij asfalt te produceren voor de Amerikaanse markt. Maar had destijds te maken met een avontuur in buurland Venezuela, waar hij bijna hetzelfde wilde doen. Hoewel Sargeant persoonlijk werd ontvangen door president Nicolás Maduro, vielen zijn plannen in duigen door de sancties van de Verenigde Staten tegen de Venezolaanse regering in Caracas.
Het was ironisch genoeg Sargeants eigen partijleider, toenmalig VS-president Donald Trump, die de sancties had uitgevaardigd. De eigenaar van Global Oil is namelijk fervent republikein en volgens Reuters’ voormalig penningmeester van de machtige Florida Republican Party.
Nu is de 65-jarige Amerikaan met zijn onderneming neergestreken op Curaçao, waar hij vorige week een contract tekende met overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), eigenaar namens het Land van het terrein van de raffinaderij en het gebied eromheen. Details over wat er precies is getekend blijven vooralsnog onbekend. Dat zal ongetwijfeld met de NDA, non-disclosure agreement, te maken hebben.
Op hoofdlijnen betreft het een vijfjarige overeenkomst, waarbij Global gebruikmaakt van een klein deel van de raffinaderij om asfalt te produceren voor de export naar Amerika. RdK spreekt over 10 tot 15 procent van de bestaande installaties. Het Antilliaans Dagblad verneemt dat het daarbij gaat om 3 van de in totaal ongeveer 30 tot 35 ‘plants’ op het Isla-terrein. Het betreft de ‘asfalttrein’ van de raffinaderij.
Vragen hierover zijn voorgelegd aan RdK-interim-directeur Patrick Newton. Hij legt het precies uit: ,,Er zijn thans circa 30 plants/units. Zij gaan de 3 ‘asphalt production units’; de ‘utility production’ (een deel van de BOO-krachtcentrale voor de productie van elektra en stoom); de ‘import facilities’ voor propaan en butaan; 3 ‘tank parks’; en - voor een mogelijk toekomstige uitbreiding - de 2 ‘thermal crackers’ opereren.”
RdK-dochterbedrijf CRU (Curaçao Refinery Utilities) verleent diensten op het gebied van onder ander ‘shipping & movement’, security, laboratorium en ‘firefighting services’ aan Global Oil, aldus Newton. ,,Iedereen blijft in dienst van CRU. We gaan van de huidige 265 naar circa 340 CRU-werknemers.”
Global Oil is wereldwijd een van de grootste asfaltleveranciers. Het bedrijf van Sargeant III kwam vanaf begin 2022 in beeld. Aanvankelijk zou Global Oil met Caribbean Petroleum Refinery (CPR), tot eerder dit jaar nog de geselecteerde ‘preferred bidder’ voor de overname van de exploitatie van de (hele) Curaçaose raffinaderij, in zee gaan. Totdat berichten over de aan CPR gerelateerde vervalsingen in de krant stonden; toen distantieerde Global Oil zich van CPR en ging een eigen traject bewandelen. Volgens Newton ‘kwam het al vóór de vervalste documenten niet tot een businessdeal en/of samenwerking’.
Global mikt op 20.000 vaten per dag
Het is de afgelopen weken allemaal zo snel gegaan dat er nog geen lokale entiteit - vennootschap - is opgericht, althans nog niet geregistreerd onder de naam Global Oil bij de Kamer van Koophandel. Dat zal volgens ingewijden snel alsnog gebeuren. ,,Men is bezig met de oprichting van een lokale entiteit”, zegt Newton. ,,Wij hebben met GOMG getekend, de moedermaatschappij.”
Eerst zal er door het Amerikaanse familieconcern flink (moeten) worden geïnvesteerd in de revisie en het upgraden van de betreffende te gebruiken Isla-installaties - het gaat volgens informatie van de RdK-topman om ‘enkele miljoenen dollars’ die Global erin steekt - pas daarna zal de productie op gang komen. ,,De onderhoudsfase duurt circa zeven tot negen maanden en start in juli”, zegt Newton. ,,Hiervoor hebben we tussen de 300 en 400 werknemers van (onder)aannemers nodig.”
Global Oil zou uiteindelijk mikken op de verwerking van zo’n 20.000 vaten per dag. Welke ruwe olie, wat voor soort olie en waar dit vandaan komt, is vooralsnog niet duidelijk voor het publiek. Volgens Newton gebruikt Global daarvoor ‘verschillende bronnen’. Het gaat uitdrukkelijk niet om de ontginning (en daarmee sanering) van het ernaast gelegen asfaltmeer, een letterlijk zwarte erfenis van de Shell van destijds.
Sargeant III wordt door Reuters omschreven als een vermogend Amerikaanse zakenman. In november 2017 vloog hij naar Venezuela om er met het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA afspraken te maken. Twee jaar later, in 2019, vertelde hij erover vanuit zijn woning in Gulf Stream, Florida.
Hij was in die tijd bezig met een asfaltfabriek in New Jersey die een constante aanvoer nodig had van zware ruwe olie die Venezuela in overvloed heeft. ,,Dat het Zuid-Amerikaanse land in het vizier van de Trump-regering lag maakte niet uit”, merkt Reuters enigszins cynisch op.
De reis naar Venezuela begon wat zorgwekkend toen het vliegtuig van Sargeant naar een speciale hangar in Caracas werd gedirigeerd, omringd door militairen. Maar wat volgde, vertelde hij later, was een bevoorrechte behandeling, inclusief een onverwachte ontmoeting de volgende dag met Maduro, de omstreden president van Venezuela.
Het is nog onbekend op welke wijze hij op Curaçao zakendoet. Maar destijds had Sargeant in Venezuela binnen een jaar een aantrekkelijk olieveldcontract getekend om de sterk dalende productie van ruwe olie in Venezuela, waarvan de economie in een vrije val verkeerde/verkeert, te helpen opschroeven. Een nieuwe Delaware-entiteit - genaamd Erepla Services LLC, waarvan Sargeant aandeelhouder is - zou drie in grote moeilijkheden verkerende olievelden herstellen in ruil voor bijna de helft van de inkomsten.
,,De timing van Sargeant bleek echter slecht te zijn”, schreef het persbureau. ,,Op 28 januari, slechts enkele weken nadat het nieuws bekend werd over Sargeants samenwerking met Petróleos de Venezuela SA (PdVSA), vaardigde de regering in Washington strenge nieuwe sancties uit die Amerikanen verbood om samen te werken met het door de staat gerunde oliebedrijf van Venezuela. Het maakte deel uit van een bredere Amerikaanse campagne om de regering van Maduro omver te werpen.”
Nu zit Global Oil Management Group op Curaçao. Op het eiland zijn voorstanders blij met de door RdK en de regering ‘beloofde’ 300 banen. Tegenstanders vrezen vooral voor het milieu. Het is onbekend of er een hindervergunning is aangevraagd, laat staan verstrekt. Vragen daarover zijn wel onmiddellijk gesteld vanuit de hoek van Smoc (Schoon Milieu op Curaçao) aan de verantwoordelijke lokale autoriteiten.