PAR wijst na inzage forensische rapporten naar premier en RdK

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Gilmar Pisas (MFK) en overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) hebben het parlement en daarmee de bevolking onjuist geïnformeerd inzake de forensische bevindingen over de vervalsingen in het CPR-traject (Caribbean Petroleum Refinery). Dat stelt de PAR-fractie.

,,De informatie die de regering van Curaçao aan de Staten gaf tijdens vergaderingen over dit onderwerp op 11 en 16 januari 2023 komt niet overeen met - sterker, is in strijd met - de inhoud van de forensische rapporten”, aldus de grootste oppositiepartij, die de kwestie hoog opneemt en Statenvoorzitter Charetti America-Francisca (MFK) om een spoeddebat heeft verzocht.
Hoewel fractieleider Quincy Girigorie (PAR) in dit stadium niet veel meer wil zeggen, gezien het feit dat hij als Statenlid alleen vertrouwelijk kennis heeft kunnen nemen van de bij RdK ‘ter inzage’ gelegde documenten, geeft hij wel aan dat het hier gaat om de rol van de buitenlandse groep CPR, die lange tijd voorkeurskandidaat was voor de overname van de exploitatie van de raffinaderij.
,,Hoe konden RdK en de regering nog zo lange tijd doorgaan met CPR, op dat moment al wetende wat de inhoud van de forensische rapporten is? Hoe konden RdK en Pisas bij herhaling verklaren dat CPR hun volste vertrouwen geniet? Welke belangen spelen hier? Wat moeten de 2.000 personen die zich lieten inschrijven voor een toekomstige job bij CPR als operator van de Isla-raffinaderij en dus hoge verwachtingen hadden, hiervan denken?”
Deze uitspraken lijken maar op één ding te wijzen: dat CPR en de mensen in en rond CPR zélf verantwoordelijk zijn voor de vervalsingen van stukken. Dat is anders dan wat tot nu toe door interim-RdK-directeur Patrick Newton en regeringsleider Pisas hierover is gecommuniceerd, namelijk dat het externe partijen betrof.
Nadat het Antilliaans Dagblad vlak voor de jaarwisseling de geconstateerde falsificaties had onthuld, kwam RdK direct met de een verklaring waarin de vervalsingen werden toegegeven. ,,Er was echter geen indicatie dat CPR de documenten zelf had vervalst of dat ze betrokken waren bij het vervalsen van de documenten”, zo luidde de officiële statement.
Dat is ook wat zowel Newton en later ook minister-president Pisas in het parlement verkondigden. Wat PAR-Statenlid Girigorie - zelf jurist, voormalig advocaat en ook oud-minister van Justitie - nu met eigen ogen heeft kunnen zien, is dat deze verklaringen niet overeenstemmen met de werkelijkheid, namelijk met de constateringen van onder meer het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) na grondig onderzoek. ,,Integendeel”, aldus Girigorie.
Het lijkt wel een horrorfilm, zegt hij tegen de media. Hij spreekt van ‘serieuze en ernstige forensische bevindingen’. Volgens Girigorie was hij ‘in shock’ toen hij dit met eigen ogen kon inzien. ,,Het komt in elk geval niet overeen met wat RdK en de premier in het parlement en in interviews telkens hebben gezegd.” Hij begrijpt naar eigen zeggen nu ook waarom Rutsel Martha op 22 februari schreef dat het Openbaar Ministerie helderheid hierover zal moeten geven.
Aangifte door PAR is niet nodig, aangezien het OM al een onderzoek is gestart naar aanleiding van aangiften van onder meer de Centrale Bank CBCS en - na lange aarzeling en aandringen van derden - ook door RdK zelf. De PAR-leider gaat ervan uit dat het OM dan ook over deze documenten kan beschikken.
Tijdens het debat medio januari met Pisas, zegde hij toe dat de Staten inzage zou kunnen krijgen in bepaalde documenten. Het parlement zou de stukken niet toegestuurd krijgen, maar onder strikte voorwaarden op het RdK-kantoor mogen inzien.
Half maart berichtte deze krant dat deze toezegging ‘zelf ook vals bleek’, aangezien de beloofde ‘ter inzage’ tot die tijd niet mogelijk was gebleken. Maar kort daarop kon dat toch ineens wel. Girigorie heeft daar gebruik van gemaakt. Inmiddels zijn de ruim twee weken die de 21 parlementariërs daartoe de kans kregen verstreken.
De PAR wil nu op korte termijn een debat met de regering. Omdat er eerder geen mogelijkheid was om over de inhoud te spreken. De informatie waar Girigorie nu kennis van heeft genomen is dusdanig ernstig dat het voor de fractie van belang is om dit met de volledige Staten te bespreken. Het gaat dan om de forensische rapporten over de vervalsingen.
Dit is belangrijk voor het vertrouwen van het parlement en de gemeenschap als geheel in het proces waarbij de regering en RdK op zoek zijn naar een operator van de raffinaderij, die al geruime tijd - sinds eind 2019 en eigenlijk al daarvoor - stilstaat. De oppositie wil uitleg van premier Pisas over zijn verklaringen tijdens de eerdere openbare vergaderingen met het Curaçaose parlement.
Dit dient urgent te gebeuren. Bij voorkeur tijdens een debat waar ook publiek en pers kennis van kunnen nemen, maar anders op z’n minst in de beslotenheid van een seniorenconvent om de vertrouwelijkheid van informatie te waarborgen.

Preferred bidder CPR
CPR kwam bij de selectieprocedure door RdK als beste uit de bus en werd daarmee ‘preferred bidder’. Na constateringen van de eerste vervalsingen gingen er intern direct stemmen op om aangifte te doen en de verdere onderhandelingen te staken. Pas na onthullingen in de media gaf RdK onregelmatigheden toe, maar dit zou slechts de potentiële financiële partners van CPR (de zogeheten equity partners) betreffen en - volgens RdK en later ook de minister-president - niet CPR zelf. Pas na de aangiften door derden werden de onderhandelingen met CPR ‘on hold’ gezet en later verloor CPR de status van preferred bidder.
CPR zelf wist echter niet van ophouden. Nadat voor die tijd vragen van de media niet of nauwelijks werden beantwoord, belegde de groep medio februari een perslunch/persconferentie. Bij die gelegenheid stelden de voorlieden dat ‘CPR de droom voor Curaçao wil waarmaken’. Het team van Caribbean Petroleum Refinery (CPR) zou gewoon doorgaan met zijn poging om de raffinaderij van Curaçao weer operationeel te krijgen.
,,We hebben geen vertrekdatum. Niet voor niets zijn we uit 53 aanbiedingen als beste uit de bus gekomen. Onze plannen zijn om de droom van Curaçao waar te maken”, aldus Raul Socorro. Uitgerekend hij zou bij de vervalsingen een grotere rol hebben gespeeld dan tot nu toe werd aangenomen en bekendgemaakt.
CPR had op Curaçao twee entiteiten opgericht: CPR bv en een CPR Holding bv. Luis Giusti López, Venezolaan met de Amerikaanse nationaliteit, was aanvankelijk de ‘trekker’ van de groep die interesse heeft/had en door Curaçao werd geselecteerd om de Isla-raffinaderij nieuw leven in te blazen en te exploiteren.
Bij de werkmaatschappij CPR stonden eerder ook de Venezolaan Alejandro Alberto Marquez Bustos, de Venezolaanse Amerikaan Socorro Herrera en de Curaçaoënaar Erchenel Regino Angelo Doran ingeschreven. CPR is inmiddels onlangs opgeheven. En bij CPR Holding is Doran de enige directeur.
Deze krant beschikt over uittreksels van het Handelsregister waarin in het recente verleden ook de namen van de Venezolaanse Amerikanen Billy Joe Steblina en Luis Eduardo Giusti Lopez alsmede van de in Syrië geboren Venezolaan Mouada Chaar Chaar voorkwamen.
CPR beloofde gouden bergen en het plan van CPR was onmiddellijk overweldigend: 800 personen direct in dienst; een investering van 650 miljoen dollar in de eerste drie jaar; daarna nog eens een miljard dollar in upgrading; en ruim 2.000 werklieden in dienst van onderaannemers.
Een ‘proof of funds’, nodig om de Heads of Agreement (HoA) te tekenen, kwam er nooit. Volgens de RdK-directie had CPR ‘er al 6 tot 7 miljoen gulden ingestoken’ en ‘permanent mensen op het Isla-terrein voor inspectie en voorbereiding’. Ook betaalde CPR - in elk geval tot januari - 1,2 miljoen dollar voor de huur van elf tanks op Bullenbaai: ,,Deze huur dekt onze payroll”, waarmee de interim-directeur op dat moment wilde aangeven dat CPR ‘serieus is’.