Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Jamir Barton, de recentelijk door de minister van Financiën ontslagen commissaris van overheidsstichting Gaming Control Board (GCB), is in een zaak tegen GCB in het ongelijk gesteld.
Voor de periode dat hij beweert als commissaris ook waarnemend raad van bestuur (RvB) te zijn geweest, claimt Barton een aanvullend bedrag van enkele tonnen aan gemeenschapsgeld. Die vlieger gaat niet op, zoals de advocaat van GCB al zei.
In de eerste plaats ontbreekt het in kort geding vereiste spoedeisend belang, aldus de rechter. De vordering ziet namelijk op loon over de maanden juni 2021 tot en met januari 2023, en niet is gebleken dat Barton GCB hiervoor eerder dan bij de brief van zijn advocaat van 19 september 2022 heeft aangesproken. Bovendien is de vordering van Barton niet ‘hard’ genoeg voor toewijzing in kort geding.
De statuten van GCB voorzien niet in een (extra) vergoeding voor tijdelijke waarneming van het bestuur door commissarissen, er is geen besluit van enig orgaan van GCB dat ziet op de vergoeding van Bartons waarnemingsactiviteiten over de periode waarop zijn vordering ziet en GCB heeft met verwijzing naar de notulen van de vergadering van de raad van commissarissen (RvC) van 7 maart 2022 gesteld dat - integendeel - juist besloten is, dat Barton géén waarnemingsvergoeding zou krijgen.
,,Gaming Control Board is uiteraard bijzonder tevreden met dit vonnis en dit vonnis moet een voorbeeld zijn voor andere overheidsvennootschappen om niet zomaar betalingen te doen aan commissarissen en/of bestuurders zonder eerst goed te onderzoeken of er een valide grond is voor de vordering van de commissaris/bestuurder”, zegt GCB-advocaat Bertie Braam.
In verband met de waarneming werd de vaste, aan Barton als commissaris toekomende vergoeding van 1.000 gulden per maand verhoogd tot het wettelijke bezoldigingsmaximum voor bestuurders voor overheidsgelieerde entiteiten. GCB heeft hem deze verhoogde vergoeding tot en met mei 2021 betaald. Maar bij brief van 19 september 2022 is GCB namens Barton gesommeerd de verhoogde vergoeding te blijven betalen (neerkomend op 21.666,67 per maand), te rekenen vanaf juni 2021. Hij vroeg additioneel nog eens 433.000 gulden.