Van groengebied 25 tot 35% naar woningbouw en toerisme
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Geëvalueerd kan worden, aldus een nieuwe Nota van de regering, of 25 procent tot 35 procent van de gronden met de bestemming Conserveringsgebied, Parkgebied en Open Land ten behoeve van woningbouw en toerisme kunnen worden gebruikt.
Verder dient het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) gewijzigd te worden opdat bouwconstructies van vier, vijf of meer verdiepingen (‘high-rise’) mogelijk zijn en de constructie van appartementen makkelijker kan.
Het Antilliaans Dagblad leest dit in de ‘Nota Invulling en vastlegging toetsingsnormen en criteria EOP’, die onlangs bij Ministeriële Beschikking (MB) is vastgesteld. Deze MB is van de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), Charles Cooper (MFK).
De MB legt uit dat het ‘wenselijk is’ de definities, normen en richtlijnen vastgesteld op 25 mei 2005 door het toenmalige Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao te vervangen; ‘gelet op de nieuwe ontwikkelingen in de laatste jaren, waaronder de inspanningen van de overheid om de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Strategic Development Goals te implementeren’.
Verder dat het ook wenselijk is om duidelijke richtlijnen te formuleren voor de toepassing van enkele bepalingen in het EOP (dat dateert van 1995) ‘zodat deze bij de toetsing van bouwaanvragen en andere verzoeken op een flexibele, consistente, transparante, pragmatische en beleidsondersteunende wijze toegepast worden’.
De herziening van het EOP was al in het Regeerprogramma 2017-2021 (van het vorige kabinet-Rhuggenaath) opgenomen. En het Regeerakkoord 2021-2025 (van het zittende kabinet-Pisas) stelt dat het EOP geëvalueerd en aangepast dient te worden ten behoeve van duurzame ontwikkeling.
In een herzieningstraject ‘kunnen vergaande aanpassingen en wijzigingen worden ingevoerd’, aldus de Nota. Een herzieningstraject zal echter de nodige tijd in beslag nemen en de nodige middelen vergen. In afwachting van het herzieningstraject zal tussentijds steeds onderzocht en vastgesteld worden hoe de bepalingen en richtlijnen van het EOP op een flexibele, consistente, transparante, pragmatische en beleidsondersteunende wijze ingezet kunnen worden.
Uit vele gerechtelijke uitspraken wordt de indruk gewekt dat ‘het EOP-ontwikkelingen in de weg staat’. De gangbare praktijk is, aldus de Nota, dat veel mogelijk is binnen de kaders van het EOP. In dat licht is het van belang om duidelijke richtlijnen te (her)formuleren voor de toepassing van enkele bepalingen in het EOP, zodat bij de uiteindelijke toetsing van de bouwaanvraag en andere verzoeken die zullen leiden tot een bouwaanvraag bij het ministerie van VVRP, deze op een uniforme manier beoordeeld worden, terwijl er ruimte wordt geboden aan ontwikkelingen die met name van belang zijn voor de economische groei, zonder de te beschermen en te behouden waarden onevenredig in het geding te brengen.
‘Toepassing EOP moet praktischer’
De toepassing van het EOP (Eilandelijk Ontwikkelingsplan) - alsook de definities, normen en richtlijnen - moet praktischer zijn, beter uitvoerbaar en eenduidiger zijn. Aldus de nota. ,,Daarnaast is het van belang om meer mogelijkheden te bieden aan economische groei, zonder de kwaliteit van de leefomgeving onevenredig aan te tasten en om een goede juridische basis te bieden.”
De genoemde Nota kreeg als ondertitel mee ‘Wijze van meten en bestemmingsgebieden Stedelijk Woongebied, Industriegebied, Vliegveld, Toeristisch Gebied’.
De aanleiding tot deze nota is zesdelig, zo wordt uitgelegd. Ten eerste toetsingscriteria die niet meer voldoen: op 25 mei 2005 heeft het voormalige Bestuurscollege slechts een beperkt aantal definities, normen en richtlijnen vastgesteld. ,,Deze toetsingscriteria zijn echter aan evaluatie toe, gelet op de nieuwe ontwikkelingen die zich gedurende de laatste jaren hebben voorgedaan sinds de invoering van het EOP en rekening houdende met het feit dat de ruimtelijke ontwikkeling niet een statisch maar een dynamisch proces betreft.”
Verder is sprake van onvoldoende juridische basis voor toepassing van de criteria: ,,Uit diverse vonnissen is gebleken dat vanwege het feit dat het Bestuurscollege de vastgestelde definities, normen en richtlijnen niet heeft gepubliceerd, deze onvoldoende juridische basis boden om hiermee meer inhoud en sturing te kunnen geven aan de beoordeling van (bouw)plannen.”
Ook gaat het om gebrek aan overige normen: ,,Gedurende de tijd bleek steeds meer dat de nota met definities, normen en richtlijnen niet compleet was. Zo was er geen kader ten aanzien van belangenafweging bij overschrijding bouwhoogtes, dichtheid en meer. Ook om die reden was uitbreiding van de nota nodig.”
In het Regeerprogramma 2017-2021 (van het vorige kabinet-Rhuggenaath, red.) was opgenomen dat de minister van VVRP de bestaande normen en richtlijnen moet operationaliseren, teneinde stedelijke ontwikkeling te stimuleren door effectief gebruik van de schaarse beschikbare gronden en natuurlijke bronnen.
Voorts wordt stilgestaan bij de ‘United Nations-trajecten’. De Verenigde Naties (VN) hebben een aantal trajecten vastgesteld die duidelijk met elkaar verbonden zijn in het kader van duurzame ontwikkeling: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling; New Urban Agenda (Habitat III); en Strategic Development Goals (SDG’s).
De Curaçaose Raad van Ministers is akkoord gegaan met de instelling van een commissie voor de implementatie van de SDG’s en Agenda 2030. In het kader van de Agenda 2030 loopt het traject van de nieuwe stedelijke agenda (New Urban Agenda, NUA).
,,Deze NUA heeft betrekking op een wereldwijde inzet voor duurzame verstedelijking met de nadruk op verdichting, teneinde de schaarse beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken.” Dit blijkt duidelijk uit de uitkomsten van de conferentie van de VN over huisvesting en duurzame stedelijke ontwikkeling (Habitat III).
Met deze uitgangspunten van de Agenda 2030 in het achterhoofd wordt in onderliggende nota zodanig invulling gegeven aan de normen en richtlijnen dat ze sturend zijn om genoemde uitgangspunten ook mogelijk en haalbaar te maken. Aldus de toelichting.
Het is volgens de Nota van belang om meer mogelijkheden te bieden aan economische groei zonder de kwaliteit van de leefomgeving onevenredig aan te tasten en om een goede juridische basis te bieden.
Dit speelt naast de bestemming Stedelijk Woongebied ook sterk binnen de bestemmingen Industriegebied, Vliegveld en Toeristisch gebied, die daardoor hier ook zijn meegenomen. Bij de overige bestemmingen speelt dit niet. Bovengenoemde bestemmingen zijn de bestemmingen waarbinnen momenteel de ruimte en mogelijkheid bestaat om verdere economische groei mogelijk te maken.
Alhoewel in de bestemming Binnenstad (Artikel 4) ook ruimte is voor verdere economische groei, kent dit artikel een bijzondere dynamiek en complexiteit vanwege het feit dat er een sterk accent op de bescherming en herstel van het historische karakter ligt, mede vanwege de Werelderfgoedstatus.