Pisas: Alleen nog wachten op MCB en Centrale Bank
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Gilmar Pisas (MFK) zegt dat de Heads of Agreement (HoA) voor de overname van de Isla-raffinaderij door CPR (Caribbean Petroleum Refinery) nu nog alleen afhankelijk is van MCB Bank en de Centrale Bank CBCS.
Zijn kabinet (MFK/PNP) geeft CPR ‘het voordeel van de twijfel’, nadat vlak voor de jaarwisseling bekend is geworden dat deze preferred bidder meerdere vervalste financiële documenten, afkomstig van financieringspartners, had aangeleverd.
Maar omdat voor Pisas ‘vaststaat dat er géén link is tussen CPR en deze falsificaties’ - zo zou door forensisch onderzoek zijn vastgesteld op basis van onder meer de onderzochte e-mailcorrespondentie - wordt het proces met CPR doorgezet.
,,Nu willen we geld op de rekening zien”, verklaarde de minister-president in gesprek met verslaggever Naphtaly Leito van TV Direct. ,,Ze hebben bewezen dat de swift-overmakingen klaarstaan en zijn alleen nog in gesprek met hun lokale bankier, MCB Bank, voor de stortingen op hun Curaçaose rekening. Verder is er nog een klein probleem: de Centrale Bank moet nog een vergunning verlenen omdat het een omvangrijke dollartransactie betreft.”
Tegenover het Antilliaans Dagblad laat de MCB-directie desgevraagd weten dat ‘de uitspraken van premier Pisas voor zijn rekening zijn’. ,,Wij geven daar geen commentaar op.” Op vragen voorgelegd aan CBCS-president Richard Doornbosch laat de afdeling Communicatie van de Centrale Bank weten ‘te moeten berichten dat wij in het kader van onze geheimhoudingsplicht geen informatie over rekeningen en aanvragen van derden mogen geven’.
Pisas stelt dat hij politieke verantwoordelijkheid draagt voor overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) met interim-directeur Patrick Newton aan het roer en dat als er écht iets fout is, hij niet zal aarzelen zelf het proces met CPR af te breken. Er is volgens de premier echter ‘geen enkele reden om niet met CPR door te praten’.
Hij pleit voor een rationele en bedachtzame benadering, want op emotionele gronden zou Pisas - toen hij eerder van de vervalsingen vernam - direct de betrekkingen hebben beëindigd, zo geeft hij toe. Maar de forensische onderzoekresultaten hebben volgens hem ‘zwart-op-wit’ aangetoond dat CPR hierbuiten staat.
De eerste minister wijst erop dat er eerder ook met Klesch en later met de lokale groep Corc - toen zij nog preferred bidders waren - langer werd doorgepraat, zelfs toen duidelijk werd dat zij niet over de vereiste financiële middelen konden beschikken: de zogeheten proof of funds. Die tijd kreeg CPR ook. Volgens Pisas blijkt telkens weer hoe moeizaam het is om investeerders voor de Isla-raffinaderij te vinden; deze kijken eerst naar alle voors en tegens.
Maar nu beschikt CPR kennelijk over een financier, een equity partner, die het ondanks alle onzekerheden blijkbaar toch ziet zitten de honderden miljoenen dollars beschikbaar te stellen voor de upgrading en herstart van de voormalige Shell-raffinaderij, die later vanaf 1985 tot 2019 van RdK werd gehuurd door PdVSA. Welke financiële partner dat is, daarover worden geen mededelingen gedaan.
De minister-president heeft in elk geval zoveel vertrouwen dat hij er nu op rekent dat in de tweede week van januari een hoofdlijnenakkoord HoA wordt getekend met CPR, waarop laatstgenoemde zes tot acht weken later daadwerkelijk met de eerste stappen voor de exploitatie kan beginnen. Aldus Pisas.
Fòrti blijft optimistisch
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.