Gouverneur deelt droom van veerkrachtig eiland
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Dagelijks ziet en ervaart zij de noden die er zijn op het eiland: gouverneur Lucille George-Wout van Curaçao. ,,In de gesprekken die ik daarover voer, hoor ik te vaak ‘ja maar’ en steeds is mijn reactie dan ‘en toch’.”
In haar kersttoespraak legde de gouverneur uit wat ze bedoelt: ,,Ja maar, we zijn een klein eiland met een beperkte capaciteit…. En toch moeten we onze schouders eronder zetten en op zoek gaan naar mogelijkheden voor samenwerking, binnen de overheid, binnen het bedrijfsleven, binnen de gezondheidszorg, binnen het onderwijs en ja, ook binnen ons Koninkrijk.”
De veerkracht van de Curaçaoënaars - die ook te zien was in de tentoonstelling ‘Kòrsou - Curaçao Stemmen van toen, mensen van nu’ in het Nationaal Archief te Den Haag - zal de inwoners van het eiland daarbij van dienst zijn. ,,Zelfs met de wetenschap dat we het over een onderwerp niet eens zullen worden, moeten we toch blijven zoeken naar wat we wél met elkaar delen. Het gaat immers niet slechts om samenwerken, maar om samenleven.”
Vooruitgang vergt inspanning, hield George-Wout de landgenoten voor. ,,Op onvermoeibare wijze houdt u ons mooie eiland draaiend, ondanks de verschillende uitdagingen die ons allemaal aangaan.” Dat was volgens haar dit jaar niet anders.
,,We voelden de naweeën van de pandemie, het economisch herstel vergde veel van ons, de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne waren merkbaar en door de hevige regenval in de laatste maanden van dit jaar, ondervonden we aan den lijve de gevolgen van klimaatverandering. De situatie verandert voortdurend, de aanpak van uitdagingen gaat helaas niet zonder slag of stoot, het is geen rechte lijn. Onze inspanningen zijn echter niet tevergeefs. Zo is het hoopgevend dat de economie voorzichtig herstel laat zien.”
In haar kersttoespraak maakte de gouverneur de eilandbevolking ‘graag deelgenoot van een van mijn dromen voor Curaçao’. ,,Ik droom van een samenleving die de uitdagingen waar we ons voor gesteld zien kan overwinnen. Dat lukt niet als we elkaar wantrouwen en als we verdeeld zijn. Laten we het vertrouwen van de ander waardig zijn door zelf verantwoordelijke daden te stellen, en onverdeeld als volk, als land en als Koninkrijk de uitdagingen waar we voor staan tegemoet treden.”
Toen zij en haar echtgenoot de tentoonstelling in het Nationaal Archief te Den Haag bezochten, werd ze ‘als trotse Caribisch-Nederlandse geraakt’ door de inkijk die in het overzeese deel van het Koninkrijk geboden werd in het dagelijks leven van Curaçaoënaars, toen en nu. ,,Wat zijn we van ver gekomen…en wat een lange weg hebben we nog af te leggen.”
,,We staan aan de vooravond van het jaar waarin we herdenken dat 160 jaar geleden de slavernij ten einde kwam”, aldus gouverneur George-Wout. Op 19 december heeft minister-president Mark Rutte - in datzelfde Nationaal Archief te Den Haag - excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse Staat in het verleden.
Met volgens de gouverneur ‘de treffende woorden’: ,,We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”
De Nederlandse regering, zo legt George-Wout uit, ziet de excuses als een eerste stap op weg naar het vergroten van de kennis en bewustwording over het verleden, als een opening van een gesprek met betrokkenen. ,,Gelukkig zie ik de bereidheid, ook aan deze zijde, om dat gesprek aan te gaan. Wat gezegd moet worden, moet gezegd. Wat gedaan moet worden, moet gedaan.”
Haar droom voor Curaçao, die zij zegt met zovelen te delen, ‘kán uitkomen als eenieder van ons daar vanuit de eigen verantwoordelijkheid en het eigen vermogen aan bijdraagt’.
,,De kracht van Curaçao zit niet alleen in onze veerkracht, maar ook in onze hartelijkheid en gemeenschapszin. Als uw gouverneur zie ik zoveel voorbeelden van de bereidheid van mensen - jong en oud - om mee te bouwen aan die veerkrachtige samenleving waar ik van droom.”
Zonder anderen tekort te doen dankt George-Wout in het bijzonder de talloze vrijwilligers voor hun onbaatzuchtige inspanningen. ,,Op belangrijke momenten staat u voor ons klaar, of dat nu is door omkijken naar ouderen of jongeren, uw inzet in de zorg, op het sportveld, bij het handhaven van de openbare orde, bij het schoonmaken van Curaçao of bij gevaar op zee; u bent er als dat nodig is.”
De gouverneur stelt dat ‘kerst ons eraan herinnert dat we de belangrijkste bronnen van geluk vaak te gemakkelijk over het hoofd zien’. ,,Omkijken naar de ander, daar draait het niet alleen met kerst, maar gedurende het hele jaar om. Iedereen is nodig en iedereen doet ertoe.”
Vol goede hoop en overtuiging sprak zij vervolgens, mede namens haar echtgenoot Herman George, haar kerstwens voor allen uit: ,,Er kan iets moois ontstaan als we onze beste krachten bundelen. Een voorspoedige toekomst ligt in het verschiet, mits we het geloof in onszelf en in elkaar vasthouden.”