‘Ervoor zorgen dat we niet in een soort vingerwijzen belanden’
Van onze redactie
Willemstad - Verschillende belangengroepen hebben bezwaar tegen de manier waarop Nederland excuses wil aanbieden.
Volgens de Nederlandse historicus Coen van Galen van de Radboud Universiteit ‘zijn excuses wel op zijn plaats en zouden ze wel geaccepteerd worden, maar niet op deze manier’.
Van Galen, die docent (Oude en Sociale Geschiedenis) is, doet onderzoek naar de doorwerking van de slavernij in de maatschappij. Samen met vrijwilligers heeft hij onder andere de slavenregisters van Suriname en Curaçao online beschikbaar gemaakt.
Er is veel kritiek vanuit de verschillende gemeenschappen op de gekozen datum - vandaag 19 december - van het aanbieden van de excuses. Tegen Caribisch Netwerk zegt hij: ,,Ik heb geleerd dat als je iemand wil overtuigen, dat je diegene daarin moet meenemen. Dat je niet eenzijdig iets moet opdringen. En dat lijkt hier wel gebeurd te zijn.”
,,Op het moment dat je excuses maakt, dan moet er gemeenschappelijke grond zijn om excuses op te maken. En dan ga je ook een onderhandeling aan: ‘Hoe gaat we samen nu verder, kunnen we samen verder?’ Dat is hier blijkbaar niet of onvoldoende gebeurd. En dan kun je geen excuses maken.”
Zo zou 1 juli, de herdenkingsdag van de afschaffing van de slavernij, volgens de verschillende groepen een betere datum zijn om excuses aan te bieden. ,,Op Curaçao zouden ze voor 17 augustus willen kiezen, de dag van de grote slavenopstand onder leiding van verzetsheld Tula. Maar dat is een datum die alleen maar relevant is voor Curaçao. Dat maakt het voor Nederland ook lastig om een datum te kiezen.”
Wat Van Galen opvalt is dat er verschillende mensen opstaan in deze discussie, die zeggen ‘namens de gemeenschap’ te praten. ,,Je ziet dat veel mensen die nu het woord nemen in Nederland, bijvoorbeeld bij het overleg in het Catshuis, immigranten zijn die al lange tijd in Nederland wonen.”
,,Ze zeggen namens de gemeenschap praten, maar doen zij dat wel?”, vraagt de historicus zich af. ,,Delen de mensen op de eilanden eigenlijk wel de mening van de afgevaardigden die nu het hoogste woord nemen en eisen gaan stellen? Wie praat er nou eigenlijk namens de Curaçaose of de Surinaamse gemeenschap?”
Verschillende vertegenwoordigers stellen eisen aan Den Haag om de excuses te kunnen accepteren. Er leven bij die groepen ook nog veel vragen, ziet de docent. ,,Wat gaat er nu gebeuren met die 200 miljoen euro? Komt dat op de eilanden en Suriname terecht? Gaat dat naar de belangengroepen in Nederland die iets doen met het slavernijverleden? Of moet het geld naar gemeenschappen in Nederland met een migratieachtergrond? Ik hoop dat dit geld terecht komt op de eilanden zelf, zodat daar projecten gefinancierd kunnen worden om de mensen daar ook echt beter te maken.”
Volgens Van Galen draait de discussie over de excuses over hoe om te gaan met ‘een gezamenlijk trauma’. ,,Er is natuurlijk een situatie waarin een deel van de bevolking slachtoffer is van de slavernij, een ander deel van de bevolking heeft er bewust aan meegewerkt en is er ook beter van geworden. Want Nederland is veel beter geworden van de koloniale periode.”
Volgens de historicus moeten de politiek en de verschillende groepen ervoor zorgen ‘dat we niet in een soort vingerwijzen’ belanden. ,,Natuurlijk heeft de slavernij verschillende kanten. Probeer eerst te begrijpen waarom dit in de geschiedenis heeft kunnen gebeuren. Daar hebben we als samenleving op termijn veel meer aan.”
Aanbevelingen
Een delegatie van Kamerleden bezocht eerder dit jaar de Caribische eilanden en Suriname. Op basis van dat werkbezoek, is het Adviescollege van Kamerleden met aanbevelingen gekomen:
• Erken bij wet dat de slavenhandel en de slavernij die tussen de zeventiende eeuw en 1 juli 1863 direct of indirect onder Nederlands gezag hebben plaatsgevonden, misdrijven tegen de menselijkheid waren;
• Neem verantwoordelijkheid om de misstanden van het slavernijverleden onder ogen te zien; erken dat de gevolgen van het slavernijverleden heden ten dage nog voelbaar zijn;
• De Staat der Nederlanden, mede als rechtsopvolger van eerder Nederlandse gezag, die slavenhandel en slavernij direct of indirect heeft toegestaan, mogelijk gemaakt, bevorderd of bedreven, biedt hiervoor bij wet zijn excuses aan.