Koopkrachtcompensatie minima, maar ook ‘cost of doing business’ omlaag
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Om de op handen zijnde minimumloonverhoging met 11,2 procent te absorberen is de VBC van mening dat sociale partners het ook eens moeten worden over de flankerende maatregelen die op korte termijn te realiseren zijn en daadwerkelijk bijdragen aan een verlaging van de ‘cost of doing business’.
Zo heeft de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao gisteravond bekendgemaakt.
,,Hierdoor ontvangen minima een koopkrachtcompensatie, middels een verhoging van het minimumloon en wordt de private sector in staat gesteld om deze kostenverhoging deels op te vangen.”
De VBC stelt voor om uit te werken op welke wijze sociale partners (werknemers, werkgevers en overheid) tot een ‘energietoeslag’ kunnen komen voor bedrijven in sectoren die een hoog aantal minimumloners in dienst hebben; en uit te werken op welke wijze sociale partners kunnen komen tot een breed gedragen modernisering van de ontslagregelgeving.
,,Daarnaast stelt de VBC voor om, parallel aan het besluit omtrent de minimumloonverhoging, met sociale partners tot een principeakkoord te komen.” Daarbij moeten op korte termijn afspraken worden gemaakt om een ‘economic recovery board’ (ERB) in te stellen, waarin sociale partners gelijkwaardig zitting hebben; langetermijnmaatregelen te laten uitwerken door deze ERB die bijdragen aan duurzame economische groei; een planbureau te realiseren, al dan niet binnen een bestaande institutie zoals de Centrale Bank CBCS, die beschikt over gevalideerde onderzoekmethodieken en modern meetinstrumentarium om (de economische effecten van) toekomstige keuzes en besluiten met grote economische impact, waaronder ook minimumloonverhogingen maar ook belastingherzieningen en dergelijke, door te rekenen.
,,De VBC treedt graag met de sociale partners in overleg om na te gaan op welke wijze bovenstaande maatregelen gerealiseerd en gefinancierd kunnen worden.”
De VBC is overigens net als de overheid voorstander van het verhogen van het minimumloon. Hierbij dient wel een gedegen analyse plaats te vinden om tot een acceptabele en realistisch haalbare (berekening van de) minimumloonverhoging te komen.
Ter bescherming van kwetsbare sectoren en industrieën dient de VBC er wel voor te waken dat de overheid voldoende oog heeft voor de risico’s die de minimumloonverhoging met zich meebrengt volgens haar eigen uitvoeringsorganisaties en adviesorganen. In dit kader dient de verhoging hand in hand te gaan met passende flankerende maatregelen om onoverkomelijke negatieve gevolgen het hoofd te bieden.
Naast de passende en realistische verhoging van het minimumloon dienen volgens de VBC derhalve tegelijkertijd, in goed overleg tussen de sociale partners, flankerende maatregelen uitgewerkt en geïmplementeerd te worden die: kostenverlagend werken voor de private sector; en koopkracht bevorderend werken voor minderbedeelden.
De issues waarmee de Curaçaose economie nu kampt zijn een mondiaal probleem. Het verdient dan ook aanbeveling na te gaan welke (korte- en langetermijn)maatregelen andere landen toepassen om de problemen het hoofd te
bieden.
Niettegenstaande het voorgaande is binnen de VBC en in samenwerking met een aantal experts reeds een aantal reële flankerende- en alternatieve maatregelen geïdentificeerd die bij zouden kunnen dragen aan koopkrachtbehoud. Deze maatregelen zijn volgens de VBC uiteraard niet limitatief, maar dienen aangevuld en afgezet te worden tegen de lokale context, terwijl er tegelijkertijd voor wordt gewaakt dat er te veel wordt gecompenseerd.